2013
Op hoger gelegen grond staan
januari 2013


Op veilige grond staan

David L. Beck

Het Thema wekelijkse activiteitenavond 2013 komt uit Leer en Verbonden 87:8: ‘Staat op heilige plaatsen en wordt niet aan het wankelen gebracht, totdat de dag des Heren komt.’ Ik hoop dat iedere jongeman dit jaar over de volgende vraag nadenkt: sta ik op heilige plaatsen?

Door edele jongemannen over de hele wereld ontmoet te hebben, heb ik uit eigen ervaring gezien dat duizenden van jullie dit al op verschillende manieren doen. Elke keer dat je naar de tempel gaat om dopen voor de doden te verrichten, sta je op de allerheiligste plaats. Ik moedig jullie aan elke kans aan te grijpen om naar de tempel te gaan en altijd tempelwaardig te zijn. Elke dag dat je je plicht jegens God vervult, sta je op heilige plaatsen en ben je in staat om anderen op te bouwen. Je staat op heilige plaatsen door elke zondag het avondmaal klaar te zetten, te zegenen en rond te dienen. Je staat op heilige plaatsen door het evangelie uit te dragen en je als een vaste dienaar te gedragen — een die altijd vaardig, gewillig en waardig is om anderen te dienen en te sterken.

Jullie, Aäronisch priesterschapsdragers, hebben de opdracht om te waarschuwen, uit te leggen, aan te sporen, te onderwijzen en allen uit te nodigen om tot Christus te komen (zie LV 20:59). President Harold B. Lee (1899–1973) heeft gezegd: ‘Je kunt geen andere ziel omhoog trekken tenzij je op hoger gelegen grond staat dan hij. […] Je kunt geen licht in de ziel van een ander ontsteken tenzij het in je eigen ziel brandt.’1 Jongemannen, dit betekent dat jullie je getuigenis voortdurend moeten versterken en altijd bereid moeten zijn om het te geven.

Jullie hebben de heilige taak om een werktuig in de handen van de Heer te zijn. Door te bidden, in de Schriften te lezen, de geboden na te leven en naar de ingevingen van de Geest te luisteren, kom je op hoger gelegen grond. Als gevolg daarvan kan elke plaats waar je je bevindt, heilig worden. Als er dan iets gebeurt, heb je de kracht, de moed en het vermogen om anderen op te trekken. Je krijgt dan de macht en bescherming die de Heer belooft aan degenen die op heilige plaatsen staan.

Ik vind de woorden van president Thomas S. Monson over die beloften mooi. Hij verzekert ons dat we, door tot de Heer te naderen, ‘zijn Geest [zullen] voelen, en daardoor zullen we het verlangen en de moed hebben om sterk en standvastig in rechtschapenheid te zijn — om “op heilige plaatsen [te staan] en niet aan het wankelen [te worden] gebracht”’ (LV 87:8).

‘Mogen wij, als de winden van verandering om ons heen waaien en het morele karakter van de maatschappij steeds meer voor onze ogen uiteenvalt, denken aan de geweldige belofte van de Heer aan hen die op Hem vertrouwen: “Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk, ook help Ik u” (Jesaja 41:10).’2

Noten

  1. Harold B. Lee, ‘Stand Ye in Holy Places’, Ensign, juli 1973, p. 123.

  2. Thomas S. Monson, ‘Op heilige plaatsen staan’, Liahona, november 2011, p. 86.