Mijn les over geloof
Enkele jaren geleden gaf ik een gezinsavondles over geloof. We hadden thuis veel over geloof gepraat omdat mijn oudere broer zich afvroeg waarom we geloof nodig hebben. Ik zaaide een meloenzaadje dat ik bewaard had in een kopje. Ik vertelde dat geloof als een zaadje is. Als je er goed voor zorgt, zal het zaadje uitgroeien.
We hadden nooit veel succes gehad met tuinieren. Maar ik hoopte dat ik dit plantje kon laten groeien zodat het een goed voorbeeld van geloof zou zijn. Ik zette het kopje in het raamkozijn en zorgde er goed voor. Ik wachtte en bad dat mijn zaadje zou groeien.
Ik had de hoop al bijna opgegeven, maar na een week zag ik eindelijk wat groen uitspruiten. Het bleef nog een week doorgroeien in het raamkozijn. Toen zochten mijn ouders met mij in een bloembed in de achtertuin een plekje uit om het uit te planten.
Ik zorgde goed voor mijn plant. Ik gaf hem water en verwijderde het onkruid. Het bleef maar doorgroeien. Ik was erg enthousiast!
Na verloop van weken ontdekte ik bloemen, en toen begon er kleine vruchten uit te groeien. We zagen zeven meloenen groeien aan de plant die uit mijn zaadje was gegroeid. Ik vond het een wonder, en een antwoord op mijn gebeden. De vruchten waren zoet, net zoals in Alma 32:42: ‘En wegens uw ijver en uw geloof en uw geduld bij het verzorgen van het woord, opdat het wortel in u zal schieten, zie, zult gij er weldra de vrucht van plukken, die uiterst kostbaar is, […] en gij zult u aan die vrucht vergasten totdat gij verzadigd zijt, zodat gij zult hongeren noch dorsten.’
Ik was erg blij met deze ervaring. En we leerden erdoor dat geloof een waar beginsel van het evangelie van Jezus Christus is.