2014
De kerk in Brazilië: de toekomst is eindelijk aangebroken
Juli 2014


Pioniers in het buitenland

De kerk in Brazilië de toekomst is eindelijk aangebroken

A Brazilian family standing outside of the Recife Brazil Temple which is in the background.

Brazilië is zowel qua oppervlakte als bevolking het vijfde grootste land ter wereld. Maar honderd jaar geleden was het dun bevolkt en werd er maar weinig gebruik gemaakt van haar natuurlijke rijkdommen zoals het tropisch klimaat, de vruchtbare bodem en rijkdom aan mineralen en water.

Brazilië boeide Max en Amalie Zapf en ze besloten er te gaan wonen. Ze waren in 1908 lid geworden van de kerk en emigreerden in 1913 naar Brazilië. Als eerste leden in Brazilië (voor zover bekend) waren ze erg enthousiast om in een land met zoveel mogelijkheden te wonen. De kerk was echter nog niet in Zuid-Amerika gevestigd, en Max en Amalie beseften al gauw dat ze zich eenzaam voelden zonder het voorrecht om naar de kerk te gaan en met andere leden om te gaan.1

Tien jaar later kwamen Max en Amalie Zapf te weten dat er een ander trouw lid van de kerk, Augusta Lippelt, in 1923 met haar vier kinderen en echtgenoot, die geen lid was, uit Duitsland naar de zuidelijke Braziliaanse deelstaat Santa Catarina geëmigreerd was. Het gezin Zapf verhuisde naar Santa Catarina om dichter bij het gezin Lippelt te wonen.

Twee jaar later werd de Zuid-Amerikaanse Zending in Buenos Aires (Argentinië) geopend. De tweede zendingspresident, K. B. Reinhold Stoof, was ook een Duitser. Hij kreeg de ingeving om de kerk onder het grote aantal Duitse immigranten in het zuiden van Brazilië te beginnen. In 1928 stuurde hij twee zendelingen, William Fred Heinz en Emil A. J. Schindler, naar Joinville, een stad waar veel Duitse immigranten woonden. In 1930 bezocht president Stoof de gezinnen Zapf en Lippelt en stichtte hij er een gemeente, zodat beide gezinnen eindelijk samen naar de kerk konden gaan en aan het avondmaal deel konden nemen.

Wat is er veel gebeurd in de voorbije eeuw. Toen het gezin Zapf in 1913 arriveerde, waren er geen leden of zendelingen in Brazilië. Nu wonen er meer dan een miljoen leden in Brazilië, en is het (na de Verenigde staten en Mexico) het land met het derde grootste ledental. Er zijn nu kerken in alle deelstaten en grote steden. De afstammelingen van Max en Amalie oogsten de zegeningen van een sterke en levendige kerk met een unieke en fascinerende geschiedenis.

Groeien als een eik

Een profetie die in 1926 in Argentinië aan ouderling Melvin J. Ballard (1873–1939) van het Quorum der Twaalf Apostelen werd gegeven, gaf aan dat het gebied aanvankelijk een langzame groei zou kennen, maar dat die op een dag sterk zou zijn. Hij profeteerde: ‘Het werk van de Heer zal hier een tijdje langzaam groeien, zoals een eik langzaam uit een eikel groeit. Zij zal niet in één dag opschieten zoals een zonnebloem, die snel groeit en dan verdort.’2

In de beginjaren van het zendingsgebied Brazilië, dat in 1935 geopend werd, waren er weinig bekeerlingen. De kerk was vooral in het Duits werkzaam tot het in 1940 op het Portugees, de officiële taal in Brazilië, overstapte. Er waren zendelingen in veel steden over het hele land, tot de Tweede Wereldoorlog uitbrak en ze het land moesten verlaten. Na de oorlog keerden de zendelingen terug en werd het werk voortgezet.

In Campinas, in de deelstaat São Paulo, lieten enkele jonge mannen en vrouwen zich dopen. Ze bleven ook getrouw. Een van hen was Antônio Carlos Camargo. In 1947 liet hij zich dopen. Hij had verkering met een lid van de kerk, trouwde met haar, en ging in 1954 naar de Brigham Young University en later naar de University of Utah. Samen met zijn vrouw keerde hij in 1963 voor zijn werk in een textielbedrijf terug naar Brazilië. Ze waren verrast dat de kerk zo hard gegroeid was. Toen ze in 1954 vertrokken, waren er maar een paar kleine gemeenten, die door Amerikaanse zendelingen werden geleid. Maar in de negen jaar dat ze in het buitenland vertoefden, lieten bijna zestienduizend Brazilianen zich dopen, onder wie ook vele jonge gezinnen die leiderscapaciteiten hadden en toegewijd waren. Antônio heeft over hen gezegd: ‘Ze waren grote en edele geesten die de Heer in São Paulo uitgekozen heeft.’3

In 1966, 31 jaar na de opening van het zendingsgebied Brazilië, werd de eerste Zuid-Amerikaanse ring in São Paulo gesticht. Ouderling Spencer W. Kimball (1895–1985), toenmalig lid van het Quorum der Twaalf Apostelen, stichtte de ring en stelde Walter Spät aan als ringpresident en Antônio als diens tweede raadgever.

Maar een paar van de nieuwe leiders hadden ooit een werkende ring gezien. Maar de Heer had Antônio voorbereid door hem in de Verenigde Staten ervaring te laten opdoen in de organisatie van de kerk, waardoor hij een waardevolle bijdrage in het ringpresidium kon leveren. De leiders van de wijken en gemeenten in die eerste ring zouden later de leiders van vele andere ringen worden. Zij hadden invloed op het hele land en er werden in een indrukwekkend tempo nieuwe ringen gesticht.

Een tijdperk van groei

Eén onverwachte aankondiging stimuleerde nog grotere groei van de kerk in Brazilië: de bouw van een tempel. De leden wisten hoe belangrijk tempels waren, maar de meeste hadden nog nooit een tempel in het echt gezien. De dichtstbijzijnde tempels bevonden zich duizenden kilometers verderop, in de Verenigde Staten. In een regionale conferentie in maart 1975 kondigde president Kimball de bouw van de São Paulotempel aan. Die werd in 1978 na lang wachten en grote financiële offers voltooid. De leden droegen via schenkingen tot de bouw van de tempel bij. Velen van hen verkochten hun auto, juwelen en grond om het nodige geld bijeen te krijgen.

De inwijding van de tempel in oktober en november 1978 werd voorafgegaan door de openbaring over het priesterschap (zie Officiële Verklaring 2). Dankzij deze openbaring konden alle getrouwe leden in Brazilië aan de inwijding deelnemen en de zegeningen van de tempel ontvangen.

Daytime shot of the Sao Paulo Brazil Temple.

De openbaring over het priesterschap en de inwijding van de tempel waren de katalysator van een van de grootste groeiperiodes van de kerk ooit: ruim 700.000 Brazilianen lieten zich de komende twintig jaar dopen.

Er waren ook andere gebeurtenissen die deze groei bevorderden. Het land ondervond belangrijke politieke en sociale veranderingen die de groei mogelijk maakten. Vele Brazilianen verhuisden naar de steden en stonden meer open voor nieuwe godsdiensten. Tegelijkertijd vroeg president Kimball de Braziliaanse ringpresidenten om doelen te stellen over het verhogen van het aantal Braziliaanse jongeren die op zending gingen. Spoedig was meer dan de helft van de zendelingen in Brazilië van Braziliaanse afkomst. Die teruggekeerde zendelingen werden later plaatselijke leiders in de kerk.

Maar de groei van de kerk legde een probleem bloot: het gebrek aan ervaring van de leden. Dat probleem had echter een positief resultaat: het vergde van de leden meer geloof en een geestelijke instelling. In november 1992 bijvoorbeeld werd er een ring in Uruguaiana in het westen van Brazilië gesticht, ver van de reeds bestaande ringen van de kerk. Toen José Candido Ferreira dos Santos, een ervaren, trouw lid van de kerk, als patriarch van de nieuwe ring geroepen werd, was hij bezorgd. Hij legde aan de algemeen autoriteit uit: ‘Ik kan geen patriarch zijn. Ik heb geen idee wat dat inhoudt. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit een patriarch heb ontmoet en ik heb geen patriarchale zegen.’ De algemeen autoriteit stelde een oplossing voor. In de naburige stad Alegrete was Ruí Antônio Dávila ook net als patriarch geroepen en hij bevond zich in een vergelijkbare situatie. De twee patriarchen moesten elkaar een patriarchale zegen geven.

Toen broeder Santos zijn patriarchale zegen van broeder Dávila kreeg, schrok hij omdat hij zegeningen hoorde die met zijn verleden en persoonlijke verlangens te maken hadden, waar de patriarch niets over kon weten. Toen broeder Santos op zijn beurt zijn handen op het hoofd van broeder Dávila legde, vloeiden er opnieuw tranen omdat hetzelfde gebeurde. De twee mannen omhelsden elkaar achteraf en begrepen ten volle wat er net plaatsgevonden had.4 Net als de Geest hen toen geïnspireerd had om hun eerste patriarchale zegen te geven, inspireerde die hen ook bij het geven van honderden andere zegens. De Heer zorgde voor veel dergelijke zegeningen in een land met beperkte kerkervaring.

Permanent studiefonds

Een ander probleem was het gebrek aan opleiding onder de leden. Vaak waren zendelingen die terug thuis kwamen wel geestelijk voorbereid, maar ontbrak het hen aan een opleiding om een degelijke baan te krijgen. Reinaldo Barreto, een ringpresident in São Paulo zei: ‘Het was erg moeilijk om werk te vinden. Veel zendelingen zagen de toekomst somber in, ze vreesden zelfs de geestelijke kracht die ze op zending gekregen hadden te verliezen.’ Een opleiding was vaak de oplossing voor dit probleem.

Bijgevolg is het permanent studiefonds dat in 2001 door president Gordon B. Hinckley (1910–2008) opgericht werd, duizenden Braziliaanse teruggekeerde zendelingen tot zegen geweest. Het geeft hun de mogelijkheid om een opleiding te volgen, waardoor ze een betere kans op een baan hebben. De leden kunnen hun gezin zo beter onderhouden en hun opleiding nog meer uitbreiden. President Barreto, die beheerder van het permanent studiefonds in Brazilië werd, heeft gezegd: ‘Het is mooi om te zien dat de jonge leden hun diploma behalen en een goede baan vinden, maar het beste resultaat van dit programma is het feit dat hun vertrouwen groeit. Ze hebben meer hoop.’5

Toegewijde leden

De kracht van de kerk in Brazilië ligt niet alleen in het aantal leden, maar ook in hun toewijding aan het evangelie. Gelson Pizzirani, een gepensioneerd directielid van een luchtvaartmaatschappij, kreeg een uitdagende en lucratieve job aangeboden: meewerken aan de oprichting van een nieuwe luchtvaartmaatschappij in Brazilië. Tegelijkertijd werd hij met zijn vrouw, Míriam, geroepen om het zendingsgebied Brasilia te presideren. Ze hoefden geen twee keer na te denken. Sinds ze zich als tieners lieten dopen, hebben ze hun leven aan de kerk toegewijd. Vóór ze trouwden werd broeder Pizzirani als gemeentepresident geroepen. Op 25-jarige leeftijd werd hij als ringpresident geroepen en hij heeft menig ander roeping, waaronder gebiedszeventiger, vervuld. Zuster Pizzirani is in de zustershulpvereniging, de jongevrouwen en het jeugdwerk van wijk en ring werkzaam geweest. Ze beschrijft haar gevoelens over de zegeningen van het evangelie als volgt: ‘Ik ben zo gezegend omdat ik de geboden probeer te onderhouden. Voor elk gebod dat ik naleef, ontvang ik een zegening.’6

Na hun zending in Brasilia werden hun plannen om het thuis rustiger aan te doen, onderbroken door een kortetermijnzending als president van het zendingsgebied Campinas. Nadat ze een paar maanden uitgerust hadden, aanvaardden ze in 2013 de roeping van president en mater van de Recifetempel in Brazilië. Een van de zendelingen die broeder Pizzirani gedoopt had, is onlangs samen met zijn vrouw geroepen om in de Recifetempel te dienen, waar de zendeling en de bekeerling samen zullen werken.

Het voorbeeld van broeder en zuster Pizzirani, die hun carrièremogelijkheden opgaven om de Heer te dienen, is indrukwekkend, maar niet uniek onder de getrouwe Braziliaanse leden.

In de honderd jaar na de aankomst van het gezin Zapf in Brazilië hebben er heel wat positieve veranderingen, maar ook een paar tegenslagen, plaatsgevonden. De profeten die een bezoek brachten, hebben echter steeds hun vertrouwen in de toekomst van het land geuit. Die profetieën komen nu uit doordat Brazilië een leiderspositie op het vlak van economie en ontwikkeling in de wereld inneemt. De afstammelingen van het gezin Zapf — zowel hun letterlijke afstammelingen als zij wie hun voorbeeld in het evangelie volgden — oogsten nu de zegeningen van het harde werk en geduld bij het planten van de evangeliezaadjes. Het tweede deel van de profetie van ouderling Melvin J. Ballard in 1926 is uitgekomen: ‘Duizenden zullen hier tot de kerk toetreden. De zending hier zal in meerdere worden opgesplitst en een van de sterkste in de kerk worden.’

Noten

  1. Sibila Hack Nunes (kleindochter van Max en Amalie Zapf), interview door Michael Landon in Curitiba (Brazilië) op 30 juli 2004, bibliotheek voor kerkgeschiedenis.

  2. Melvin J. Ballard, aangehaald door Bryant S. Hinckley in Sermons and Missionary Services of Melvin Joseph Ballard (1949), p. 100.

  3. Antônio Carlos Camargo, interview door Mark L. Grover in São Paulo (Brazilië) op 27 juni 2006, Harold B. Lee Library, p. 22.

  4. Jose Candido Ferreira dos Santos, interview door Mark L. Grover in Rio Grande do Sul (Brazilië) op 4 mei 2010, Harold B. Lee Library; Rui Antonio Dávila, interview door Mark L. Grover in Rio Grande do Sul (Brazilië) op 5 mei 2010, Harold B. Lee Library.

  5. Reinaldo de Souza Barreto, interview door Mark L. Grover in São Paulo (Brazilië) op 16 juni 2010, Harold B. Lee Library, p. 14.

  6. Míriam da Silva Sulé Pizzirani, interview door Mark L. Grover in São Paulo (Brazilië) op 21 maart 1982, Harold B. Lee Library, p. 7.

De groei van de kerk in Brazilië

148

1935

216

1938

536

1948

1.454

1958

31.635

1968

54.410

1978

265.286

1988

703.210

1998

1.060.556

2008

1.239.166

2013