Ik zag het gezicht van je moeder
Randi Reynolds Allen, Californië (VS)
Op een zondagochtend in 2002 werd ik wakker met herinneringen aan mijn moeder, die kort daarvoor was overleden. Ik was op bezoek in mijn oude thuiswijk, de Californische wijk Pacific Palisades, waar mijn moeder bijna vijftig jaar lang naar de kerk was gegaan.
Ik knielde neer en vertelde de Heer in gebed hoezeer ik haar miste en dat ik die dag naar een geestelijke ervaring verlangde.
Ik was van plan om die middag naar de uitzending van de herinwijding van de Nauvootempel in Illinois te gaan in het ringcentrum te Santa Monica. Jammer genoeg arriveerde ik te laat om binnengelaten te worden. Ik liep terug naar mijn auto en reed de snelweg weer op.
Onder het rijden hoorde ik een stem zeggen: ‘Randi, ga eens bij Mary kijken!’ Mary is een lieve vriendin van de familie, en een vroom lid van een andere kerk. Ze had samen met haar dochter Natasha meer dan 25 jaar naast mijn tante Ruby gewoond. Omdat ze geen familie meer in de buurt had, ontfermden wij ons over haar. Toen mijn tante in 1984 was overleden, wipte mijn moeder vaak even bij Mary langs, en nam dan altijd iets mee dat ze had gebakken.
Aanvankelijk negeerde ik de ingeving. Ik kon niet zomaar onaangekondigd langskomen, en ik had geen mobiele telefoon om haar te bellen. Plotseling hoorde ik de stem weer, maar nu harder: ‘Randi, ga bij Mary kijken!’ Dit keer luisterde ik, net op tijd om nog de juiste afrit van de snelweg te nemen.
Toen ik bij Mary arriveerde, begroette ze me, maar ze zag er ziek uit. Ik kon zien dat ze gehuild had. Ik vroeg haar wat er mis was. Ze zei dat ze erg ziek was geweest en veel pijn had van een kwetsuur aan haar nek. Bovendien had ze nauwelijks nog eten in huis. Ze zei dat ze te ziek was geweest om naar de apotheek of de supermarkt te lopen.
Toen ik haar vroeg waarom ze niet iemand in onze familie had gebeld, zei ze: ‘Ik heb gebeden en mijn hemelse Vader gevraagd om iemand te sturen die me kon helpen.’
Ik zei dat haar hemelse Vader haar gebeden had verhoord en mij had gestuurd. We omhelsden elkaar en toen zei ze iets wat ik nooit zal vergeten. Ze zei: ‘Toen je voor de deur stond, zag ik het gezicht van je moeder, niet dat van jou.’
Ik voelde meteen de fijne geest van mijn moeder en ik wilde dienen zoals mijn moeder dat gedaan zou hebben. Haar leven stond tenslotte in het teken van dienstbetoon aan andere mensen.
Ik hoop dat ik nooit vergeet hoe belangrijk het is om te luisteren naar de Geest en het voorbeeld van dienstbetoon te volgen dat mijn moeder mij heeft gegeven.