Dienen in de kerk
Leiden op de wijze van de Heiland
De slechtste leiders van de wereld staan in schril contrast met de volmaakte leider, de Heiland van de wereld. President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft gezegd: ‘De leiders in de geschiedenis met de meest tragische invloed op de mensheid hadden juist gebrek aan de eigenschappen van de Man uit Galilea. Terwijl Jezus onzelfzuchtig was, waren zij zelfzuchtig. Terwijl Jezus Zich met vrijheid bezighield, hielden zij zich met dwang bezig. Terwijl Jezus Zich met dienstbetoon bezighield, hielden zij zich met aanzien bezig. Terwijl Jezus Zich met de oprechte behoeften van anderen bezighield, hielden zij zich bezig met hun eigen behoeften en verlangens. Terwijl Jezus Zich bezighield met de ontwikkeling van zijn discipelen, probeerden zij de mensen te manipuleren. Terwijl Jezus vervuld was met het evenwicht tussen barmhartigheid en gerechtigheid, waren zij vaak vol wreedheid en onrechtvaardigheid.’1
Om goede leiders in de kerk van de Heer te zijn, moeten we zijn voorbeeld volgen. Door de volgende ideeën toe te passen kunnen we christelijkere leiders worden.
Christelijke leiders dienen ‘met het oog alleen gericht op de eer van God’ (LV 4:5), ze trachten de wil van hun hemelse Vader te doen. De Heiland heeft gezegd: ‘Ik ben van de hemel nedergedaald, niet om mijn wil te doen, maar de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.’ (Johannes 6:38).
Christelijke leiders stellen hun ‘vertrouwen niet in de arm van het vlees’ (2 Nephi 4:34). Ze bidden nederig om leiding. Ze wachten op de Heer en proberen zijn werk op zijn tijd en zijn manier te volbrengen in plaats van op hun eigen talenten en capaciteiten te vertrouwen.
Christelijke leiders bekleden geen positie in de kerk; ze zien hun roeping als gelegenheid om te dienen, niet als een promotie. Ze zien een ontheffing niet als een verlaging in rang. Bij elke roeping hoort een ontheffing.
Christelijke leiders zijn dienstknechten; ze helpen, onderwijzen en moedigen aan. Ze willen anderen tot zegen zijn, net als de Heiland: ‘Hij doet niets, tenzij het voor het welzijn der wereld is’ (2 Nephi 26:24). Ze zien zichzelf als vertegenwoordiger van de Heer om anderen terug bij Hem te brengen.
Christelijke leiders willen dat anderen zich ontwikkelen. President Kimball heeft ook gezegd:
‘Jezus vertrouwt zijn volgelingen voldoende om anderen in zijn werk te laten delen, waardoor zij kunnen groeien. Dat is een van de grootste lessen die we uit zijn leiderschap leren. Als we andere mensen aan de kant zetten om een taak sneller of effectiever te laten verlopen, wordt het werk misschien wel goed gedaan, maar zonder de groei en ontwikkeling die zo belangrijk is voor de volgelingen. […]
‘Jezus gaf de mensen waarheden en opdrachten die bij hun vaardigheden pasten. Hij overspoelde ze niet met meer dan ze aankonden, maar gaf ze voldoende om hun ziel te verruimen.’2
De profeet Joseph Smith heeft uitgelegd hoe hij de kerkleden zo goed wist te besturen: ‘Ik leer hun de juiste beginselen, en zij besturen zichzelf.’3 Dat is de kerngedachte van het leiderschap van de Heer.