Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen
Mijn doel als vrouw in de kerk begrijpen
Als ik naar antwoorden zoek, leer ik steeds meer over mijn taak als vrouw.
Enkele jaren geleden spraken mijn studiegenoten en ik over de taken van mannen en vrouwen in de samenleving, wat al snel tot een gesprek over de rollen van mannen en vrouwen in het evangelie leidde. Ik ontdekte dat veel zusters in het evangelie niet goed weten wat de taken van vrouwen in het koninkrijk van God zijn.
Na dat gesprek begon ik me ook af te vragen: Wat is mijn rol in de kerk? Wat kan ik bijdragen?
Ik worstel vaak met dergelijke vragen, en hoewel ik niet alle antwoorden heb, heb ik, door naar waarheid te zoeken, inzichten ontvangen waardoor ik mijn doel in het evangelie van Jezus Christus beter ben gaan begrijpen.
1. Onze hemelse Vader heeft al zijn kinderen lief.
Toen ik om openbaring over mijn rol als vrouw begon te bidden, was ik gefrustreerd dat ik geen antwoord kreeg. Maar op een moment dat ik het vooral moeilijk had, kreeg ik de gedachte: we hebben het hier wel over God. Denk ik echt dat Hij me niet begrijpt? Denk ik echt dat onze hemelse Vader sommige van zijn kinderen meer liefheeft dan andere?
Ik word er vaak aan herinnerd dat God al zijn kinderen liefheeft, man en vrouw. En ik vertrouw erop dat er voor mij een rol is weggelegd die prachtig en even belangrijk is als die van ieder ander. In het Boek van Mormon staat: ‘Hij verwerpt niemand die tot Hem komt, zwarte en blanke, geknechte en vrije, man en vrouw; […] allen zijn voor God gelijk’ (2 Nephi 26:33).
Door die beginselen heb ik mijn geloof opnieuw kunnen oriënteren. En ik wist dat ik mijn goddelijke doel beter zou begrijpen als ik inzag dat God me volmaakt liefheeft en dat liefde de enige motivatie achter zijn plan is.
2. Door profetische leiding kunnen we meer inzicht krijgen.
De afgelopen jaren zijn er onder leiding van profeten en apostelen veel veranderingen doorgevoerd die de waarde van vrouwen in het evangelie van Jezus Christus opnieuw hebben bevestigd. Vrouwen hebben meer mogelijkheden gekregen om in de tempel te dienen en om getuige van verordeningen te zijn. Ze hebben meer invloed gekregen bij het ontwikkelen van lesboeken, materialen en programma’s van de kerk, zoals het nieuwe programma Kinderen en jongeren.
Veel kerkleiders hebben ook over het belang van de vrouw gesproken. In de algemene oktoberconferentie van 2019 heeft president Russell M. Nelson bijvoorbeeld gezegd: ‘Lieve zusters, uw vermogen om waarheid van dwaling te onderscheiden, om de bewakers van zedelijkheid in de samenleving te zijn, is in deze laatste dagen van essentieel belang. En we rekenen erop dat u dit anderen aanleert. Ik wil hier heel duidelijk over zijn: als we de morele rechtschapenheid van vrouwen verliezen, gaat de wereld ten onder.’1
Als ik over de recente boodschappen van onze leiders voor zusters in het evangelie nadenk, besef ik hoe we ons doel beter kunnen begrijpen.
3. We hebben door onze gehoorzaamheid volledige toegang tot de macht van het priesterschap.
Toen mijn jongere broer tot ouderling werd geordend, kreeg hij te horen dat priesterschapsmacht uit gehoorzaamheid aan Gods geboden voortkomt. Toen ik die woorden hoorde, trof dit besef me zo sterk dat ik naar adem snakte en mijn ogen werden geopend: dat beginsel geldt dus ook voor mij. Hoewel ik niet tot een ambt in het priesterschap ben geordend, kan ik altijd waardig leven om de macht van het priesterschap in mijn leven te hebben.
Zuster Reyna I. Aburto, voormalig tweede raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium, heeft gezegd:
‘Iedere vrouw ontvangt priesterschapsmacht als ze aan priesterschapsverordeningen deelneemt en de bijbehorende verbonden naleeft. […]
‘Iedere vrouw heeft volgens haar verbonden en rechtschapenheid toegang tot priesterschapsmacht.’2
Eenvoudig gezegd is het priesterschap de macht van God die beschikbaar is voor iedereen die zijn verbonden naleeft en de geboden onderhoudt. Als we goed leven, geeft God ons zijn macht om moeilijkheden te overwinnen. Macht om waarheid te onderscheiden. Macht om goed te doen. Macht om uiteindelijk als onze hemelse Ouders te worden en bij Hen te wonen. Als we Jezus Christus volgen, kunnen we al die zegeningen ontvangen.
4. We hebben een unieke invloed.
President Nelson heeft gezegd: ‘Lieve zusters, wat uw roeping ook is, wat uw omstandigheden ook zijn, wij hebben uw indrukken, uw inzichten en uw inspiratie nodig. Wij hebben uw stem en inbreng nodig in onze wijk- en ringraden. […] Als zusters bezit u kenmerkende capaciteiten en een bijzondere intuïtie die u als gaven van God ontvangen hebt.’3
Ik ben in een groot gezin opgegroeid en ik geloofde altijd dat het moederschap mijn grootste bijdrage aan de opbouw van het koninkrijk van de Heer zou zijn. Maar mijn man en ik hebben onlangs te horen gekregen dat onze kans om in dit leven kinderen aan ons gezin toe te voegen klein is. Onze worsteling met onvruchtbaarheid is ondraaglijk pijnlijk, maar de onzekerheid van behandelingen en de emotionele last van moeilijke beslissingen zijn vooral hartverscheurend. Soms vraag ik me af wat voor invloed ik kan hebben en welke rol ik kan spelen als ik geen moeder kan zijn zoals ik had gepland.
Door deze ondervindingen ben ik dankbaar voor andere getrouwe vrouwen in mijn leven voor wie het leven ook anders is verlopen dan ze hadden gepland. En door hun voorbeeld heeft onze hemelse Vader mij deze boodschap gegeven: ‘Wacht niet. Twijfel niet of je meer had kunnen of moeten doen of iets anders had moeten kiezen. Wees waar je bent. Grijp kansen aan om de mensen om je heen lief te hebben en te dienen.’
Toen ik president Nelsons uitnodiging aannam om te bestuderen hoe priesterschapsmacht op vrouwen van toepassing is,4 kwam ik nog een lering van hem tegen waar ik vaak troost uit put: ‘Andere mensen helpen om hun celestiale potentieel te bereiken, maakt deel uit van de goddelijke zending van de vrouw.’5
Of ik in dit leven nu kinderen krijg of niet, ik vervul mijn goddelijke zending als vrouw wanneer ik Gods kinderen help om hun celestiale potentieel te bereiken. Ik heb een unieke invloed als ik mijn verbonden naleef om ‘te treuren met hen die treuren’ en ‘hen te vertroosten die vertroosting nodig hebben’ (Mosiah 18:9). Er zullen altijd mogelijkheden zijn om de mensen om mij heen te dienen en lief te hebben, en die mogelijkheden zijn er altijd geweest.
Mijn begrip van mijn rol als vrouw in de Kerk van Jezus Christus blijft toenemen. En die rol is nog niet compleet, maar door de indrukken die ik al over mijn doel en invloed heb gekregen, geloof ik dat mijn doel prachtig, belangrijk en oneindig waardevol in Gods ogen en in de mijne is en zal zijn.