2022
Wat ik op de achterste rij van de avondmaalsdienst heb geleerd
Augustus 2022


Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen

Wat ik op de achterste rij van de avondmaalsdienst heb geleerd

Door een ervaring in de avondmaalsdienst heb ik geleerd dat Christus die ene dient.

Christus tijdens het laatste avondmaal

Op een zondag ging ik naar de toespraak van een vriend luisteren die van zending was teruggekeerd. Toen ik aankwam, besefte ik dat ik niet veel mensen kende, dus ging ik alleen achterin de kapel zitten.

Al gauw werd het avondmaal rondgediend. Ik zat met maar twee andere mensen op de lange bank achterin de kapel; ik zat aan de ene kant en een ouder echtpaar zat aan de andere kant. Ik zat daar rustig, en toen een van de diakenen met het water onze rij bereikte, ging ik dichter bij het echtpaar zitten, zodat de diaken niet helemaal tussen de banken heen hoefde te lopen om me het water te geven.

Maar omdat ik van plaats was veranderd, wisten de diakenen niet of ik het brood wel had ontvangen. Nadat de diakenen hun schalen aan de priesters hadden overhandigd, ontstond er een discussie onder hen. Ik keek toe terwijl een van de priesters naar de bisschop liep en hem een vraag stelde, terwijl de bisschop bevestigend knikte. Voordat ik het wist, liep een diaken met een broodschaal naar me toe en vroeg: ‘U hebt toch wel brood gehad?’

Ik knikte snel en de diaken liep terug naar voren. Eerst schaamde ik me omdat ik een onderbreking had veroorzaakt. Maar toen dacht ik aan de geestelijke implicaties van de situatie: de priesterschapsdragers, vertegenwoordigers van Jezus Christus, waren bezorgd dat ik de zinnebeelden van het lichaam en het bloed van Christus niet had ontvangen. Ze deden hun best zodat ik volledig aan de verordening kon deelnemen.

Een trouwe discipel zijn

De handelingen van de priesterschapsdragers in die avondmaalsdienst herinnerden me aan Christus en wat Hij in een soortgelijke situatie zou doen: Hij zou zijn best doen om die ene te dienen. Ouderling Joseph B. Wirthlin (1917–2008) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat ‘ware discipelen van Jezus Christus zich altijd om die ene zorgen maken.’1

Om meer op de Heiland te lijken, moeten we altijd op zoek gaan naar mensen die zich verloren of vergeten voelen, en ze helpen om tot de 99 terug te keren. Voor hen die het moeilijk hebben, kan een eenvoudig christelijk voorbeeld soms hun hart openen en een zaadje van geloof doen ontkiemen dat erin begraven ligt. President Thomas S. Monson (1927–2018) heeft gezegd: ‘Als we het voorbeeld van de Heiland volgen, krijgen we de gelegenheid om een licht voor anderen te zijn.’2

Als we op de Heiland lijken, krijgen we vaak de kans om anderen te helpen dichter bij Hem te komen. Ik ben vaak verbaasd dat zoveel mensen om me heen vragen over het herstelde evangelie van Jezus Christus hebben en me voornamelijk vanwege mijn voorbeeld benaderen. Ik geef ze graag meer inzicht in wie we zijn, wat we geloven, en dat Christus het middelpunt is van alles wat we doen.

Zijn naam op ons nemen

Door deze ervaring met het avondmaal kreeg ik ook meer inzicht in de heiligheid van de verordening en hoe die ons in staat stelt om onze verbonden met onze hemelse Vader te hernieuwen en betere discipelen van Christus te worden.

In de avondmaalsgebeden staat ‘dat zij gewillig zijn de naam van uw Zoon op zich te nemen en Hem altijd indachtig te zijn, en zijn geboden te onderhouden die Hij hun heeft gegeven, opdat zij zijn Geest altijd bij zich mogen hebben’ (Moroni 4:3). En wat is een betere manier om de naam van Christus op ons te nemen, Hem indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden dan zijn voorbeeld in de bediening van die ene te volgen? Zoeken naar en bidden om kansen om mensen te vinden die de weg kwijt zijn, is een manier waarop we onze verbonden kunnen nakomen en onze waardering voor de Heiland kunnen uiten.

De Heer heeft gezegd: ‘En al ware het zo dat u al uw dagen arbeidde om dit volk bekering toe te roepen, en slechts één ziel tot Mij bracht, hoe groot zal dan uw vreugde met hem zijn in het koninkrijk van mijn Vader!’ (Leer en Verbonden 18:15.) Of die ene ziel nu een familielid of vriend is die met zijn of haar geloof worstelt, of een bezoeker voor wie we ervoor willen zorgen dat hij of zij het avondmaal krijgt, we moeten altijd onze ogen voor die ene open hebben.

Ik weet dat Jezus Christus leeft en dat Hij voor ons zorgt, want voor Hem zijn wij die ene. En wij kunnen op onze beurt voor de mensen om ons heen zorgen.