Regionaal Nieuws
Hoe ik een vluchteling werd en wat ik daarvan leerde
Toen de oorlog in Oekraïne begon, dacht ik dat ik was voorbereid. We hadden in de kerk instructies gekregen om ons vluchtkoffertje klaar te maken ‘voor het geval dat’, maar ik was geestelijk niet voorbereid.
Ik had maar één gedachte: wegwezen! Mijn tweelingzus woonde al vijf jaar met haar gezin in Nederland. Ik aarzelde niet lang en ging naar haar toe.
Ik ben bang dat te veel leden van de kerk denken dat ze, als ze maar even doorbijten, elke vorm van lijden op eigen kracht wel aankunnen. Dat is een moeilijke manier van leven. Je tijdelijke gevoel van kracht is niet te vergelijken met de oneindige voorraad kracht die de Heiland heeft om jouw ziel mee te versterken. Ik heb ontdekt dat ik met zijn hulp vanbinnen rustig kan blijven.
‘Als ons leven gericht is op Jezus Christus en zijn evangelie, kunnen we vreugde voelen ongeacht wat er in ons leven gebeurt – of niet gebeurt.’ (President Russell M. Nelson, algemene oktoberconferentie 2016.)
Toen ik 16 jaar oud was, begon ik de Engelse les die de kerk organiseerde te volgen. Een paar jaar lang was ik niet geïnteresseerd in de leer van de kerk of het Boek van Mormon. Totdat ik vriendschap sloot met een paar meisjes van de kerk. Zij vertelden me meer over de leer, ik ontmoette hun familie en ontdekte dat het bijzonder aardige mensen waren. Ik begon toen naar de lessen van de zendelingen te luisteren en voelde dat ik bij deze kerk hoorde. Dus alles bij elkaar heb ik mij vier jaar na het begin van de Engelse les laten dopen.
Op dit moment woon ik bij mijn zusje en daardoor heb ik nu niet zoveel nodig. Mijn ouders leven beiden niet meer en ik ben blij dat ze dit niet meer hoeven mee te maken. Ik ben erg onder de indruk van het werk van vrijwilligers tijdens mijn hele reis door Europa. Op elk treinstation waren talloze mensen die ons eten en drinken aanboden, en ook hygiëne-artikelen en zelfs een warm onderkomen. Ik had echt het gevoel dat de hele wereld samenwerkte om vluchtelingen uit Oekraïne te helpen. Ik ben ontzettend dankbaar voor alle steun. Daardoor had ik, toen ik hier aankwam, niet veel materiële dingen nodig. Wat ik het meeste miste, waren mijn vrienden, buren en familieleden die achter zijn gebleven in Oekraïne – en de gelegenheid om mijn moedertaal te spreken. Maar God zegt tegen ons: ‘Heb Ik het u niet geboden? Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de Heere, uw God, is met u, overal waar u heen gaat’ (Jozua 1:9).
Tijdens mijn tocht naar Nederland heb ik gevoeld dat de Heer dicht bij me is. Dat voel ik nog steeds. Sinds het begin van de oorlog is de kerk de enige stabiele factor in mijn leven; die stabiliteit helpt me in het leven van elke dag. Daarom probeer ik me aan mijn geloof en de kerk vast te houden.
Kort geleden vond ik de volgende woorden over de Israëlieten, die letterlijk ook vluchtelingen waren toen ze uit Egypte vertrokken: ‘Wanneer het dan gebeuren zal dat de Heere, uw God, u gebracht heeft in het land dat Hij uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft u te zullen geven – grote en goede steden, die u niet gebouwd hebt, huizen, vol van allerlei kostbare dingen, waarmee u ze niet gevuld hebt, uitgehakte putten, die u niet uitgehakt hebt, en wijngaarden en olijfgaarden, die u niet geplant hebt – en u gegeten hebt en verzadigd bent, wees dan op uw hoede dat u de Heere, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft, niet vergeet. U moet de Heere, uw God, vrezen, Hem dienen en bij Zijn Naam zweren’ (Deuteronomium 6:10–13).
De Heer roept ons op om Hem altijd indachtig te zijn, in welke omstandigheden of waar we ook zijn. Uiteindelijk is het heel eenvoudig om God te verlaten als we veilig zijn en het ons goed gaat. Vandaar dat Jozua tegen het volk zegt: ‘Kies voor u heden wie u zult dienen […]. Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de Heere dienen!’ (Jozua 24:15.)
Ik ben blij te weten dat alle gezinnen uit mijn wijk, die hun huizen in Kiev hebben verlaten, de kerk bezoeken in andere steden en actief deelnemen aan de kerkactiviteiten. Wij hebben ‘gekozen de Heere te dienen’ en ik hoop dat dat altijd zo zal blijven.
In de week dat de oorlog uitbrak, werd ik geroepen als jeugdwerkpresidente in mijn wijk in Kiev. Ik was erg blij met deze nieuwe roeping, maar jammer genoeg heb ik geen kans gekregen om in het jeugdwerk les te geven, want alle kerkbijeenkomsten in heel Oekraïne werden afgelast. De meeste gezinnen met kinderen vertrokken naar verschillende landen en gingen naar hun plaatselijke wijk. Omdat ik ‘mijn kinderen’ niet wilde verlaten, kreeg ik het idee om ze online les te geven. Ik begon wekelijks korte interactieve video’s te maken met geestelijke gedachten uit het boek ‘Kom dan en volg Mij’. Waar ze ook waren, konden de kinderen deze video’s in hun eigen taal bekijken en bespreken met hun ouders. Na een poosje deden de leerkrachten van het jeugdwerk met dit project mee en begonnen hun eigen video’s te maken. Ik houd met veel leden van mijn wijk contact, want ik geloof dat de band van ons als leden, al zijn we niet dicht bij elkaar, bestand is tegen welke afstand dan ook.
In Haarlem heb ik tijdens de dienst in het kader van Wereldvluchtelingendag in juni de gelegenheid gekregen om mijn verhaal te vertellen en met de leden van mijn nieuwe wijk te delen wat ik heb geleerd. Elke ervaring leert ons immers iets, zo ook het vluchteling zijn. Ik heb in de afgelopen maanden geleerd hoe belangrijk het is om te werken aan innerlijke vrede, dankbaar te zijn, je op positieve dingen te richten en te proberen een vredestichter te zijn. In plaats van mensen met wie we het niet eens zijn te veroordelen, moeten we ervan uitgaan dat zij naar beste kunnen handelen in hun omstandigheden. Deze beginselen zijn van levensbelang, vooral in moeilijke tijden. Als we bij God te rade gaan en ons geloof oefenen, zal Hij ons door de obstakels op ons pad heen leiden.
Ik kan getuigen dat sinds het begin van de oorlog de hemel open is geweest en ik heb gevoeld dat God me heeft geleid en onderwezen.