2023
Wonderen van barmhartigheid
Juni 2023


‘Wonderen van barmhartigheid’, Liahona, juni 2023.

De wonderen van Jezus

Mattheüs 26:50–54; Markus 14:46–47; Lukas 22:49–51; Johannes 18:3–11

Wonderen van barmhartigheid

Jezus bood zowel Malchus als zijn gewaardeerde discipel Petrus genezing.

De Heiland strekt zijn hand uit om iemands oor te genezen

Laat hen tot hiertoe begaan, Walter Rane, kopiëren niet toegestaan

Hebt u ooit een geschenk van onze hemelse Vader ontvangen dat perfect op uw behoeften was afgestemd, waar u niet om had gevraagd en geen recht op had? Dat is wat Malchus, de dienaar van de hogepriester, ontving toen hij de Heiland ging arresteren.

Hebt u weleens hulp nodig gehad bij het herstellen van de schade na een ondoordachte daad of kwetsende woorden, ook al was uw bedoeling goed? Dat is een geschenk dat Petrus ontving toen hij in een stressvolle situatie probeerde de Heiland te verdedigen.

Op een van de belangrijkste momenten van de sterfelijke bediening van de Heiland, toen het heilsplan voor al Gods kinderen afhing van wat er nu zou gebeuren, nam de Heiland de tijd om deze twee personen barmhartigheid te schenken.

Wat kunnen we leren van het wonder dat Malchus ontving toen hij werd genezen door wie hij moest arresteren? En wat kunnen we leren van Petrus’ ervaring met dit onverwachte wonder?

Onverwacht wonder

Na zijn intense lijden in de hof van Gethsémané (zie 2 Nephi 9:21; Mosiah 3:7) maakte Jezus zijn discipelen wakker en werd Hij onmiddellijk benaderd door een bende gewapende tempelbewakers en Romeinse soldaten.1 Onder hen bevonden zich Judas en een dienaar van de hogepriester. Toen de menigte in het donker van de nacht naderde, wees Judas Jezus met een kus op de wang aan, waarop de Heiland antwoordde: ‘Judas, verraadt u de Zoon des mensen met een kus?’ (Lukas 22:48.)

Terwijl de bende aarzelde, vroeg Jezus: ‘Wie zoekt u?’

Ze antwoordden: ‘Jezus de Nazarener.’

‘Ik ben het’, antwoordde Hij. Johannes, die erbij was, schreef dat de bende na zijn antwoord terugdeinsde en op de grond viel. Zelfs na zijn immense lijden werd de majesteit van de Heiland op krachtige wijze gevoeld. Nadat Hij ze opnieuw had gevraagd wie ze zochten, herhaalde Jezus: ‘Ik heb u gezegd dat Ik het ben.’ Toen zei Jezus om zijn discipelen te beschermen: ‘Als u dan Mij zoekt, laat dezen weggaan’ (Johannes 18:4–8).

Maar Petrus had andere ideeën. Hij wilde de Heiland verdedigen, dus hij trok zijn zwaard en sloeg Malchus, de dienaar van de hogepriester, een oor af (zie Johannes 18:10).

Maar Jezus haalde de lont uit het kruitvat dat op ontploffen stond. Hij hield Petrus tegen en zei: ‘Doe uw zwaard terug op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.

‘Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking stellen?

‘Hoe zouden anders de Schriften vervuld worden, die zeggen dat het zo geschieden moet?’ (Mattheüs 26:52–54.)

In elk verslag staat dat Jezus Zich overgaf en dat zijn discipelen vluchtten. Lukas schrijft echter dat Jezus eerst barmhartig het oor van Malchus aanraakte en hem genas (zie Lukas 22:51).

Malchus barmhartigheid schenken

Wat was Jezus zachtmoedig terwijl Hij als misdadiger werd behandeld! Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen wees erop dat Jezus ‘zijn hand uitstrekte en de persoon die Hem wilde arresteren, zegende met dezelfde hemelse macht waarmee Hij zijn gevangenneming en kruisiging had kunnen voorkomen.’2

Ondanks de universele reikwijdte van zijn zending verloor de Heiland die ene nooit uit het oog. Hoewel wij maar weinig van Malchus afweten, kende Jezus hem.

Was Malchus ontroerd door de aanraking van de Heiland? Werd zijn hart door deze tedere barmhartigheid tot de Heiland gebracht? Dat weten we niet. Maar wat zijn persoonlijke keuzes ook waren, door de genezing van zijn oor kreeg hij een geschenk aangeboden waar hij niet om had gevraagd. Dit laatste wonder van genezing in het sterfelijk leven van de Heiland was een daad van barmhartigheid, een gelegenheid om nogmaals de wonderbaarlijke macht en liefde van zijn Vader te tonen.

Jezus houdt met oneindige liefde van ieder kind van zijn Vader. Met alles wat de Heiland doet, probeert Hij zielen tot Zichzelf te brengen, om ze tot bekering te brengen, zodat ze gered kunnen worden (zie 2 Nephi 26:24).

Hebt u weleens een verandering van hart ondergaan nadat u een onverwachte zegening ontving? Zijn uw ogen geopend voor ‘de oneindig stroom van barmhartigheid, die vraagt om gezangen met de luidste lof’?3

Barmhartigheid die Petrus beschermde

Hoe ging het verder met Petrus? Jezus wist dat Hij moest worden meegenomen om te lijden en te sterven, zodat wij door bekering en de opstanding bij God kunnen terugkeren. Dat was zijn zending. Maar Hij had ook zijn discipelen nodig, die in leven moesten blijven om hun zending te vervullen door het evangelie te prediken en de kerk te vestigen.

De duistere krachten die zich rondom de Heiland verzamelden, moeten voor de apostelen erg beangstigend zijn geweest. Petrus had impulsief gehandeld en zijn zwaard getrokken tegen velen om zijn Meester te verdedigen; maar de Heer genas de wond die Petrus had veroorzaakt. We weten niet of de genezing van Malchus Petrus redde van gevolgen die hem ervan zouden hebben weerhouden zijn zending te vervullen. Maar wat een geschenk aan Petrus!

Hebt u weleens iets ondoordachts of kwetsends gezegd of gedaan, zelfs ter verdediging van de Heiland of zijn kerk? Als we aan de ervaring van Petrus denken, kunnen we de moed vinden om het goed te maken. De Heiland ziet onze onvolmaakte pogingen om zijn evangelie na te leven en zijn naam te verdedigen, zelfs als die pogingen in onze zwakheid onbedoeld schade kunnen toebrengen.

Als we ons geloof op sociale media of in een gesprek verdedigen, kunnen we soms ‘overbegerig’ worden (Mosiah 9:3) of ‘het belangrijkste van de Wet’ weglaten (Mattheüs 23:23), zoals barmhartigheid. Wij gebruiken geen zwaarden, maar woorden hebben een krachtige uitwerking, omdat we het volk ertoe kunnen bewegen ‘te doen wat rechtvaardig [is]’ (Alma 31:5) of het kunnen beledigen (zie Jakobus 3:2). We kunnen ons in dezelfde situatie als Petrus bevinden, afhankelijk van de barmhartigheid van de Heiland om de wonden te genezen die we hebben veroorzaakt en ons vooruit te helpen, zodat wij het geloof verdedigen en het evangelie verkondigen met een ‘zachtmoedige geest’ (Leer en Verbonden 100:7), in plaats van een geest van twist (zie Handelingen 4:7–14; 5:40–42).

Barmhartigheid in onze zwakheid

Het is niet duidelijk of de leden van de bende zagen dat het oor van Malchus genezen werd, maar misschien was de Heiland ook barmhartig jegens hen door ze een laatste kans te geven om zijn macht te aanschouwen en zich te bekeren.

Op onze eigen momenten van zwakheid schenkt de Heer ons ook barmhartigheid, waardoor we onze moeilijkheden kunnen overwinnen.

In december 2016 kreeg mijn man een longontsteking. We woonden in Moskou (Rusland), waar Bruce een lid van het gebiedspresidium Europa-Oost was. De artsen zeiden dat hij een paar dagen in het ziekenhuis moest blijven om antibiotica toegediend te krijgen. Die avond verslechterde zijn toestand en werd hij in een kunstmatige coma gebracht.

De daaropvolgende tien dagen stond ik vroeg op en smeekte om de hulp van de Heer terwijl ik naar het metrostation reed, 45 minuten in de metro zat en vervolgens het laatste stuk naar het ziekenhuis liep. Ik zat de hele dag bij Bruce op de intensive care terwijl hij volkomen stil lag, niet in staat om te praten of bewegen, omringd door allerlei monitors. Elke avond nam ik de omgekeerde route terug naar huis en pakte ik onze spullen in ter voorbereiding op onze terugkeer naar Utah.

Ik weet nog dat ik op die koude, donkere dagen nooit bang was terwijl ik in de metro zat. Ik herinner me de vrede en rust die ik voelde terwijl ik in het ziekenhuis aan het bed van Bruce zat. Elke avond was ik alleen thuis, maar niet eenzaam.

Maar kort nadat we naar Utah waren teruggekeerd, overleed Bruce.

‘Ik heb dit voor jou gedaan’

Toen ik onlangs aan die lange dagen dacht, zei de Heer duidelijk tegen me: ‘Ik heb dit voor jou gedaan.’ Op dat moment liet de Heer me weten dat de gemoedsrust die ik had gevoeld, het gevoel van veiligheid en het gevoel dat ik er niet alleen voor stond, van een liefdevolle hemelse Vader en zijn Zoon waren gekomen. Ze hadden mij in mijn zwakheid barmhartigheid geschonken.4

Soms zijn we ons bewust van zijn barmhartigheid, en op andere momenten zetten we gewoon door, zonder stil te staan bij de goddelijke hulp die ons in staat stelt om verder te gaan. Maar als we bidden dat onze ogen geopend worden om de barmhartigheid van de Heiland te zien, zal ons hart klaar zijn om barmhartigheid te schenken aan de mensen die op ons pad komen. Hij heeft gezegd: ‘Wees dan barmhartig, zoals ook uw Vader barmhartig is’ (Lukas 6:36).

Of wij die barmhartigheid nu ontvangen wanneer wij onrechtvaardige keuzes maken, zoals Malchus; wanneer wij in een wanhopige situatie zitten, zoals Petrus; of gewoonweg worstelen met moeilijkheden die groter zijn dan we aankunnen, zoals ik; de Heer kan en zal ons in zijn barmhartigheid bezoeken.

Als we nadenken over de grootste daad van barmhartigheid – het lijden van onze Heiland – kunnen we zijn liefdevolle woorden tot ons horen: ‘Ik heb dit voor jou gedaan.’

Noten

  1. Zie James E. Talmage, Jesus the Christ (1916), 614–617.

  2. David A. Bednar, ‘Zachtmoedig en nederig van hart’, Liahona, mei 2018, 33.

  3. Zie ‘Come, Thou Fount of Every Blessing’, Hymns (1948), nr. 70.

  4. Zie ‘De Heer is mijn Licht’, Lofzangen, nr. 57.