‘God verricht nog steeds wonderen’, Liahona, juli 2023.
Geloofsportret
God verricht nog steeds wonderen
Ik besefte dat de geloofsovertuigingen van heiligen der laatste dagen meer in overeenstemming met de Bijbel waren dan de bewering dat de Bijbel een vervanging was voor profeten en openbaring. Ik was echt blij toen ik besefte dat ik weleens in moderne ‘Bijbelse tijden’ zou kunnen leven.
Op 9 november 1989 kondigde een Oost-Duitse overheidsfunctionaris abusievelijk aan dat de inwoners van de hoofdstad per direct de Berlijnse muur mochten passeren. Een paar minuten later hadden de meestal verveelde grenswachten geen andere keus dan de grote, groeiende menigte het grondgebied van de Duitse Democratische Republiek te laten verlaten.
Mijn beste vriend, Jakub Górowski, en ik waren toen nog tieners en zagen het onverwachte wonder vanuit ons huis in Polen op de televisie ontvouwen. De wereld stond echt in brand, maar niet op een destructieve manier. De geest van vrijheid en hoop vervulde het hart van miljoenen mensen.
Het was de droom van Jakub en mij om ooit van Polen naar het westen te verhuizen: naar Denemarken, Zweden of West-Duitsland. We werden geïnspireerd door Amerikaanse films en tv-programma’s. Mijn favoriete serie was The Wonder Years. Ik vond de sfeer van het Amerikaanse voorstedelijke leven geweldig.
Ik denk dat aan beide kanten van het IJzeren Gordijn niemand verwachtte dat de Koude Oorlog zou eindigen. Maar onze hemelse Vader had een ander plan. Wij wisten niet dat president Spencer W. Kimball (1895–1985) in 1975 heiligen der laatste dagen had opgeroepen tot ‘een ernstig, nooit ophoudend pleidooi tot de Heer om de grenzen van landen open te stellen en het hart van koningen en regeerders te verzachten opdat zendelingen kunnen binnenkomen in alle landen en het evangelie prediken’.1
Twee jaar later bezocht president Kimball Warschau (Polen). Op een ochtend verliet president Kimball met een aantal metgezellen, onder wie ouderling Russell M. Nelson, het hotel, wandelde langs het Graf van de onbekende soldaat en ging het Saskipark in. Niet ver van een grote fontein die daar nu nog steeds staat, knielde hij neer en wijdde Polen opnieuw toe aan de verkondiging van het evangelie.
Er volgden tien jaren vol onrust en massaprotesten. Terwijl de volwassenen de politieke leiders wantrouwden en zich tegen hen keerden, twijfelden veel jongeren aan sommige waarden, tradities en meningen van hun ouders. Mijn vriend Jakub en ik waren gedesillusioneerd door wat we over het christendom wisten. Hij raakte de belangstelling voor godsdienst in het algemeen kwijt, terwijl ik geïnteresseerd raakte in Aziatische filosofieën.
In april 1990 liftten Jakub en ik naar Oostenrijk. In Wenen ontmoetten we twee innemende vrouwen die in een drukke straat op de stoep stonden. Een van hen had het Boek van Mormon in het Pools vast. Ze vertelde ons over het bezoek van Jezus aan de mensen in het oude Amerika en beloofde het boek naar ons toe te sturen als we haar ons adres gaven. We pakten onze adresboekjes erbij en gaven ook de adressen van veel van onze vrienden. Het leek ons een leuke verrassing voor hen.
Een paar maanden later werd het zendingsgebied Warschau (Polen) geopend en kwamen er vier zendelingen naar onze stad. Later kwam ik erachter dat het grote aantal ‘verwijzingen’ – de adressen van onze vrienden – een belangrijke rol speelde bij de beslissing om zendelingen naar onze stad te sturen. Tot mijn verbazing vertelde Jakub me een paar maanden later dat twee ‘mormoonse’ zendelingen hem hadden bezocht en dat hij besloten had zich bij hun kerk aan te sluiten.
Zijn aankondiging kwetste mij. Ik had jarenlang geprobeerd zijn interesse te wekken voor godsdienst, maar dat was niet gelukt. Hoe konden vreemden uit een ander land hem dan plotseling bekeren? Ik was vastbesloten om de confrontatie met hen aan te gaan en Jakub te laten zien dat ze in een debat met mij geen schijn van kans hadden.
Ik voelde iets bijzonders
Toen ik de twee jonge, glimlachende zendelingen in de deuropening van het appartement van mijn ouders zag staan, vergat ik mijn doel om te bewijzen dat ze het bij het verkeerde eind hadden. Ze waren vrolijk en grappig. Ze stelden me veel vragen over mezelf en mijn geloof. Ze respecteerden mijn overtuigingen. Later vertelden ze me dat ze zich tijdens de eerste ontmoeting met die arrogante, sigaretten rokende jongen met zijn lange haar en gescheurde spijkerbroek niet konden voorstellen dat ik ooit een volgeling van Jezus Christus zou willen worden. Maar ik voelde iets bijzonders in hun aanwezigheid en was geïntrigeerd omdat hun kerk de enige christelijke kerk was die ik kende die in een voorsterfelijk bestaan geloofde.
Ik was ook onder de indruk van hun getuigenis en het sterke geloof van Jakub en Robert Żelewski, zijn nieuwe kerkvriend. Robert was psycholoog en een intelligente maar nuchtere man wiens inzichten en ervaringen mijn belangstelling voor de godsdienst van de heiligen der laatste dagen versterkten.
Alles wat de zendelingen, Jakub en Robert me vertelden was fascinerend, vooral de leer van het heilsplan, dat begon met het voorsterfelijk leven en eindigde met de drie graden van heerlijkheid. Maar ik zag geen reden om lid van de kerk te worden totdat ik hun unieke geloofsovertuiging echt begreep. Mijn begrip van het christendom was dat God vroeger wonderen verrichtte, engelen zond en profeten riep, maar dat die dingen alleen tot de tijd van de Bijbel behoorden. Toen de Bijbel klaar was, had de mensheid geen wonderen en openbaring meer nodig, omdat die Schriftuur alles bevatte wat we moeten weten.
Tijdens onze bespreking van de grote afval en de herstelling van de volheid van het evangelie door de profeet Joseph Smith kwam er een doorbraak. Ik besefte dat hun geloofsovertuigingen meer in overeenstemming met de Bijbel waren dan de bewering dat de Bijbel een vervanging was voor profeten en openbaring. Ik was echt blij toen ik besefte dat ik weleens in moderne ‘Bijbelse tijden’ zou kunnen leven.
Ik was klaar om God oprecht om persoonlijke openbaring te vragen, maar er kwam geen antwoord. Uiteindelijk zei ik: ‘Hemelse Vader, als U Joseph Smith als uw profeet hebt geroepen, zal ik elk gebod gehoorzamen dat U door hem hebt geopenbaard.’ Toen kwam het antwoord met zekerheid in mijn hart en mijn verstand, en wist ik dat God de volheid van het evangelie hersteld had en dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen die predikte.
Jakub liet zich op 3 november 1990 dopen en bleef getrouw tot hij twintig jaar later bij een tragisch ongeluk in de bergen omkwam. Ik werd op 11 januari 1991 lid van de kerk en besloot op zending te gaan. Robert werd als eerste Poolse president van onze gemeente geroepen en ging helemaal naar Freiburg (Duitsland) met mij, zodat ik mijn tempelbegiftiging kon ontvangen. Tijdens mijn laatste gesprek met hem beloofde ik om na mijn zending in het zendingsgebied Chicago (Illinois, VS) naar Polen terug te keren om mijn zendingservaring te gebruiken om de kerk in ons land te versterken.
Twee jaar later overtuigde mijn zendingspresident me om in Amerika aan de Brigham Young University een opleiding te volgen. Maar ik vergat nooit mijn belofte aan Robert.
Na mijn huwelijk in 2000 verhuisde ik terug naar Polen met mijn vrouw, die in 1988 een figurant in de zesde aflevering van The Wonder Years was geweest. We gaan naar de kerk in Krakau, brengen twee jongens groot en houden nauw contact met onze twee oudere kinderen. Onze oudste zoon kondigde onlangs aan dat hij besloten heeft om op zending te gaan.
In de zomer van 2021 ging ik met mijn gezin naar Berlijn en liet ik ze de plek zien waar de muur vroeger stond. Hij weerhoudt Gods dienstknechten er niet meer van om de boodschap van de herstelling aan de mensen in Oost-Europa te verkondigen. God verricht nog steeds wonderen.