2023
De wonderen van de Heiland in ons leven zien
Juli 2023


‘De wonderen van de Heiland in ons leven zien’, Liahona, juli 2023.

De wonderen van Jezus

De wonderen van de Heiland in ons leven zien

Vier leerpunten uit de genezing van blinden.

Jezus geneest een blinde

Detail, Hij zalft de ogen, Walter Rane

Er zijn momenten waarop we hopen op en bidden om wonderen. Dat kan voor een dierbare of voor ons eigen welzijn zijn. We hopen dat onze smeekbede wordt beantwoord, dat de gebroken situatie wordt opgelost, dat de bittere ziel wordt verzacht, en dat de Heer van wonderen ons de verlangde oplossing geeft. Als het resultaat niet is wat we hadden verwacht of als het niet in de tijd gebeurt waar we om hebben gebeden, vragen we ons meestal af waarom dat zo is.

Moroni heeft gezegd: ‘En ik spoor u aan, mijn geliefde broeders, in gedachte te houden dat Hij dezelfde is gisteren, heden en voor eeuwig, en dat al deze gaven waarover ik gesproken heb, die geestelijk zijn, nooit zullen worden weggedaan, ja, zolang de wereld zal bestaan, dan alleen overeenkomstig het ongeloof van de mensenkinderen’ (Moroni 10:19).

Zijn de gaven en wonderen die in de Schriften worden beschreven nog steeds beschikbaar? Hoe komen we voor die zegeningen in aanmerking? Is de Heiland Zich bewust van wat er in ons leven speelt en is Hij bereid ons van onze moeilijkheden te redden?

Ik wil deze vragen op basis van het wonder waarmee Jezus blinden genas beantwoorden. (Zie bijvoorbeeld Mattheüs 9:27–31; 12:22–23; Markus 8:22–26; 10:46–52; Johannes 9:1–11.)

Wat kunnen we van de wonderen van de Heiland over zijn zending leren?

Laten we eerst bepalen wat een wonder is om de invloed van een wonder op ons en ons leven te kunnen begrijpen. Wonderen waren ‘bedoeld als bewijs voor de Joden dat Jezus de Christus was. […] Veel wonderen waren ook symbolisch en brachten […] goddelijke waarheden over. […] Wonderen waren en zijn een reactie op geloof en de beste aanmoediging daartoe. Ze werden nooit zonder gebed, behoefte en geloof verricht.’1

Ouderling Ronald A. Rasband van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft op eenvoudige en prachtige wijze uitgelegd:

‘Wonderen zijn buitengewone gebeurtenissen die door de eindeloze macht van God worden teweeggebracht. Ze bevestigen “dat Hij dezelfde is gisteren, heden en voor eeuwig” [Moroni 10:19].

‘Wonderen zijn een uitvloeisel van Gods eeuwige plan. Wonderen zijn een reddingslijn van de hemel naar de aarde.’2

Als we dus iets uit onze studie van Jezus’ wonderen willen halen, dienen we voor ogen te houden dat elk wonder naar iets groters dan de gebeurtenis zelf verwijst en te zoeken naar specifieke waarheden over God en zijn werk.

Laten we enkele waarheden bespreken die we kunnen leren uit Jezus’ wonderen waarmee Hij blinden weer liet zien. Die kunnen als volgt in vier leerpunten worden verdeeld.

1. Het gezichtsvermogen herstellen was een teken van de Messias

Profeten van weleer die van de komst van de Messias getuigden, spraken over de wonderen die Hij zou verrichten, waaronder blinden laten zien.

Een heilige engel zei tegen koning Benjamin dat de Heiland ‘onder de mensen [zou] uitgaan en machtige wonderen [zou] verrichten – zoals de zieken genezen, de doden opwekken, de lammen doen lopen, de blinden hun gezicht geven’ (Mosiah 3:5; zie ook Jesaja 35:4–5).3

De wonderen van het gezichtsvermogen herstellen bevestigen dus die profetieën over de komst van de Heiland en zijn bediening aan de kinderen van God.

2. Jezus is het licht van de wereld

Deze waarheid werd duidelijk vastgesteld toen Jezus een man tegenkwam die vanaf zijn geboorte blind was (zie Johannes 9:1–11). Toen de discipelen vroegen of de man blind was geboren wegens zonde, zei Jezus nee, ‘maar dit is gebeurd, opdat de werken van God in hem geopenbaard zouden worden’ (vers 3). Vervolgens verklaarde de Heiland, voordat Hij het gezichtsvermogen van de man herstelde: ‘Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het Licht der wereld’ (vers 5).

Ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd: ‘Voordat Hij de ogen van de blinde fysiek opende, herinnerde Jezus zijn toehoorders aan zijn eerdere uitspraak: “Ik ben het licht van de wereld”, alsof hij wilde zeggen: “Wanneer u zich herinnert dat ik blinde ogen fysiek heb geopend, bedenk dan ook dat ik ben gekomen om geestelijk licht in ogen te brengen.”’4

Laten we niet vergeten dat zonde in de Schriften vaak wordt gezien als een morele blindheid en bevrijding van zonde als verwijdering van die blindheid. Hij die het ‘licht van de wereld’ is, gebruikte deze gebeurtenis als symbool van het hogere werk dat Hij in de wereld kwam verrichten.

weergave van de Heiland die een blinde man geneest

3. Geloof gaat vooraf aan wonderen

Toen Jezus door de straten van Kapernaüm trok, volgden twee blinde mannen Hem en riepen: ‘Zoon van David, ontferm U over ons!’ Toen sprak Hij tot hen en vroeg: ‘Gelooft u dat Ik dat kan doen?’ En ze antwoordden: ‘Ja, Heere.’

Het bewijs van hun geloof dat de Heer hen kon helpen, was dat ze achter Hem aan bleven lopen en dat ze hun geloof meteen openlijk beleden toen ze ernaar gevraagd werden. De Heiland raakte hun ogen aan en zei: ‘Het zal u gaan naar uw geloof.’ Het resultaat was meteen merkbaar: ‘Hun ogen werden geopend’ (Mattheüs 9:27–31).

Ouderling McConkie heeft gezegd: ‘Vaak koppelde Jezus wanneer Hij de ogen van de blinden opende, zoals hier, een fysieke handeling aan zijn gesproken gebod. Bij deze en andere gelegenheden raakte hij de blinde ogen aan.’

Waarom deed de Heiland dat? ‘Geen van deze ongebruikelijke […] handelingen zijn van essentieel belang voor de uitoefening van genezende macht’, legde ouderling McConkie uit. Maar we weten dat geloof aan wonderen voorafgaat, en dus ‘lijkt de Meester ermee het geloof van de blinde of dove te willen versterken’.5

4. Wonderen komen soms regel op regel

In Bethsaïda brachten de mensen een blinde man bij Jezus. Nadat Hij de man het dorp uit had geleid, ‘[spuwde] Hij in zijn ogen en [legde Hij] de handen op hem.’ Het gezichtsvermogen van de man was op dat moment slechts gedeeltelijk hersteld, dus legde de Heiland ‘de handen opnieuw op zijn ogen’, waarna zijn gezichtsvermogen volledig was hersteld (zie Markus 8:22–26).

Ouderling McConkie heeft het volgende gezegd over wat we van deze gebeurtenis kunnen leren:

‘Het lijkt erop dat de opeenvolgende aanrakingen van Jezus de blinde man hoop, vertrouwen en geloof gaven. […]

‘Mensen [moeten] de genezende genade van de Heer met heel hun kracht en geloof zoeken, hoewel dat slechts voor een gedeeltelijke genezing zorgt. […] Vervolgens krijgen ze het extra vertrouwen en geloof om volledig te worden genezen. Mensen worden vaak ook in fasen van hun geestelijke ziekten genezen, stap voor stap, om hun leven in overeenstemming te brengen met de plannen en doeleinden van God.’6

Door dit wonder in twee verschillende stappen te verrichten, hielp de Heer de blinde man om zich op de volledige zegen voor te bereiden. Zien we dat patroon ook terug in onze eigen zoektocht naar wonderen – iets wat we al dan niet moeten doen voordat we voor een hogere inmenging klaar zijn?

Geloof om niet genezen te worden

Hoewel we het belang van geloof bij wonderen inzien, is het belangrijk om op te merken dat zelfs de gelovigste heiligen soms geen antwoord op hun wensen en smeekbeden krijgen.

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Met rechtschapenheid en geloof kunnen we beslist bergen verzetten – als bergen verzetten Gods doeleinden bereikt en in overeenstemming met zijn wil is. Met rechtschapenheid en geloof kunnen we zeker de zieken, doven en lammen genezen – als die genezing Gods doeleinden bereikt en het in overeenstemming met zijn wil is. Dat betekent dus dat zelfs met groot geloof veel bergen niet verzet worden. En dat niet alle zieken en zwakken genezen worden. Als alle tegenslag werd beperkt, als alle kwalen werden genezen, zouden de voornaamste doelen van het plan van de Vader worden gedwarsboomd.

‘Veel lessen die we in het sterfelijk leven moeten leren, zijn alleen maar te leren door wat we meemaken, wat soms lijden inhoudt. En God verwacht van ons, en vertrouwt erop, dat wij de tegenspoed in het sterfelijk leven met zijn hulp tegemoet treden, zodat we kunnen leren wat we moeten leren, en uiteindelijk kunnen worden wat we in de eeuwigheid moeten worden.’7

Ik wil mijn getuigenis aan het getuigenis van de profeten van vroeger en nu toevoegen. Wonderen gebeuren nog steeds om ons heen. De Heiland Jezus Christus is de bron van alle macht, licht en verlichting. Ik getuig dat we door ons geloof in Hem genezen kunnen worden, en dat we, in het geval dat we niet worden genezen, toch vrede kunnen vinden door de Vredevorst, het Licht van de wereld en de Geneesheer der geneesheren.

Noten

  1. Zie Bible Dictionary, ‘Miracles’.

  2. Ronald A. Rasband, ‘Zie! Ik ben een God van wonderen’, Liahona, mei 2021, 109, 110.

  3. Zie Bruce R. McConkie, Doctrinal New Testament Commentary (1973), deel 1, 320.

  4. Bruce R. McConkie, Doctrinal New Testament Commentary, deel 1, 481.

  5. Zie Bruce R. McConkie, Doctrinal New Testament Commentary, deel 1, 320.

  6. Bruce R. McConkie, Doctrinal New Testament Commentary, deel 1, 379–380.

  7. David A. Bednar, ‘De wil en timing van de Heer aanvaarden’, Liahona, augustus 2016, 22.