‘Broeders en zusters in de Heer’, Liahona, september 2023.
Broeders en zusters in de Heer
‘Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft’ – en Hij heeft ons elkaar gegeven.
Van Kapernaüm ging onze Heiland naar de stad Naïn. Bij de stadspoort zag Hij een rouwstoet. De vroege dood van een enig kind had een arme weduwe alleen achtergelaten.
‘En toen de Heere haar zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over haar, en zei Hij tegen haar: Huil niet.
‘En Hij ging naar de baar toe en raakte die aan (de dragers nu stonden stil) en Hij zei: Jongeman, Ik zeg u, sta op!’
De jongeman stond op en begon te spreken, en Jezus ‘gaf hem aan zijn moeder’ (zie Lukas 7:11–15; cursivering toegevoegd).
Tijdens zijn bediening gaf onze Heiland, of hij nu één of negenennegentig mensen diende,1 het volmaakte voorbeeld van medeleven, geloof, hoop, naastenliefde, vergevingsgezindheid, barmhartigheid en dienstbaarheid.2 Hij nodigt ieder van ons uit om te komen en Hem te volgen (Lukas 18:22) en te worden zoals Hij is (3 Nephi 27:27).3
‘Zoals Ik ben’
Om het volmaakte voorbeeld van onze Heiland te volgen en te worden zoals Hij is, aanvaarden we zijn uitnodiging om op zijn verbondspad met Hem te wandelen (zie Mozes 6:34). We zien het verbondspad soms als de verordeningen van heil en verhoging die het pad markeren – de doop en bevestiging om de gave van de Heilige Geest te ontvangen en lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen te worden; ordening in het Melchizedeks priesterschap (voor broeders); begiftiging in het huis des Heren (voor ieder van ons); en de tempelverzegeling.
Een verordening die noodzakelijk is voor heil en verhoging is een heilige handeling die met bevoegd priesterschapsgezag wordt verricht, en die ons het verbond leert waarmee de verordening te maken heeft. In sommige opzichten kunnen we een verordening van heil en verhoging zien als een uiterlijke handeling die ons door middel van een verbond aan God en zijn heilige Zoon bindt.
Ieder van ons sluit, als geliefde zoon of dochter van God, zijn of haar eigen heilige verbonden met God. Dat doen we als individu, in onze eigen naam, één voor één. Die verbondsrelatie met God geeft ieder van ons kracht, hoop en een belofte. Die verbonden kunnen onze natuur veranderen, onze verlangens en handelingen heiligen, en ons helpen om de natuurlijke man of vrouw af te leggen als we ons aan de ingevingen van de Heilige Geest overgeven. Door middel van verbonden kan ieder van ons door de verzoening van Christus, de Heer, als een kind van God worden – ‘onderworpen, zachtmoedig, ootmoedig, geduldig, vol liefde’ (Mosiah 3:19).
Samen in het verbond dienen
‘Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft’ (Johannes 3:16) – en Hij heeft ons elkaar gegeven. Deze verbondsgemeenschap – zich in een verbond met God en anderen opgenomen voelen – brengt ons ertoe onze goddelijke identiteit en bestemming te vervullen door met de hemel te communiceren, en een gemeenschap van heiligen te creëren en met elkaar te verbinden en te creëren, waarbij we elkaar en de mensen om ons heen liefhebben en dienen. Ten aanzien van de mogelijkheden voor verbondsgetrouwheid en verbondsgemeenschap is God geen aannemer des persoons. Hij nodigt ieder van ons uit, vrouwen en mannen, gehuwd of ongehuwd, wat onze achtergrond en omstandigheden ook zijn, om door middel van een verbond tot Hem en tot elkaar te komen.
Als we op grond van een verbond een gemeenschappelijke band met de Heer hebben, hebben we door dat verbond ook een gemeenschappelijke band met elkaar. Er gebeuren opmerkelijke dingen als we de Heer liefhebben en samenwerken, met elkaar overleggen en elkaar dienen. Verbondsbediening versterkt onze banden met de Heer en met elkaar. Dit sluit onze persoonlijke band met onze hemelse Vader, ons gezin, onze kerkgemeente, samenleving en familiegeneraties in. Als we onze verbonden nakomen, raken we ons egocentrische zelf kwijt en vinden we ons beste zelf in Christus.
Gods goddelijke plan van geluk
President Russell M. Nelson heeft gezegd dat in Gods goddelijke plan van geluk ‘de hemel evenzeer open[staat] voor een vrouw die door haar priesterschapsverbonden met Gods macht begiftigd is, als voor een man die het priesterschap draagt’.4
Presidente Camille N. Johnson, algemeen ZHV-presidente, heeft gezegd: ‘Onze getrouwheid geeft ons het recht op toegang tot priesterschapsmacht.’5 Zij heeft president Nelson als volgt geciteerd: ‘Wij hebben vrouwen nodig die weten hoe te putten uit de macht die God beschikbaar stelt aan wie hun verbonden nakomen.’6 Presidente Johnson heeft gezegd dat verbondsgetrouwen die geloof zoeken en hebben, nederig en ijverig zijn, gezegend worden met leiding, inspiratie, gaven van de Geest, openbaring en ‘hulp en kracht om meer op Jezus Christus en onze hemelse Vader te lijken’.7 Als we allemaal samen met de Heer en elkaar onze unieke gaven aanbieden, scheppen we ‘één lichaam’ (1 Korinthe 12:13).
In Gods plan zijn moeders en vaders elkaars metgezel en steun. We helpen elkaar als gelijkwaardige partners in liefde en rechtschapenheid om voor elkaar en ons gezin te zorgen. Reinheid van gedachten en gedrag is een voorwaarde voor de openbaring en inspiratie die vrouwen en mannen nodig hebben. De vader en echtgenoot dient thuis met mildheid, zachtmoedigheid en ongeveinsde liefde te presideren – rechtschapen eigenschappen die mannen en vrouwen in elke relatie nodig hebben.8
De hemel weent als er in welke relatie dan ook misbruik, heerschappij of dwang plaatsvindt, door mannen of vrouwen. Overreding, lankmoedigheid, vriendelijkheid en zuivere kennis zijn christelijke eigenschappen waar we allemaal naar streven – of we nu getrouwd, alleenstaand, weduwe of weduwnaar, of gescheiden zijn (zie Leer en Verbonden 121:41–42). Dat komt doordat onze status voor de Heer en in zijn kerk wordt bepaald door ons karakter en onze rechtschapenheid in het nakomen van verbonden.
Overleg in raadsvergaderingen
In diezelfde geest overleggen we in de kerk van de Heer in raadsvergaderingen, en dienen we met elkaar. In onze raden vragen leiders om de inzichten en ideeën van iedereen. Ik ben dankbaar voor alle buitengewone vrouwen en mannen met wie ik het voorrecht heb te dienen, zij aan zij in de leidinggevende raden van de kerk. Deze edele zusters en broeders helpen bij de vergadering van Israël door middel van zendingswerk; bereiden ons voor om God te ontmoeten door in het priesterschap of het gezin te dienen; verenigen eeuwige gezinnen door middel van tempelwerk en familiegeschiedenis; en dienen de behoeftigen door middel van welzijns- en zelfredzaamheidswerk.
We nemen altijd betere beslissingen en hebben meer succes in het werk van de Heer als we elkaars bijdragen waarderen en samenwerken, als broeders en zusters in zijn werk.
Ik ben ook dankbaar dat broeders en zusters, leiders en leden, in onze ringen en wijken in het werk van heil en verhoging zijn vereend. Over de hele kerk worden onder leiding van toegewijde zendingsleiders zendingsleidingsraden gehouden, waarin ouderling- en zustertrainingsleiders die onze zendelingen leiden, zitting hebben. Al hun werkzaamheden en verantwoordelijkheden zijn waardevol en belangrijk. In de krijgsmacht van de Verenigde Staten zijn geestelijk verzorgers die de kerk vertegenwoordigen, de leden in de verschillende onderdelen van de krijgsmacht tot zegen.9 Onze jongemannen en jongevrouwen hebben de kans en behoefte om mee te doen aan de bediening. In onze dienstbaarheid zijn wij één.
We treden onder andere als getuige van God op doordat we getuige bij de verordeningen van het herstelde evangelie zijn. Zusters en broeders zijn getuige bij de doop, zowel voor de levenden als de doden. Broeders en zusters zijn getuige bij andere verordeningen in het huis des Heren. Daar verrichten zusters onder de sleutelmacht van de tempelpresident heilige verordeningen voor zusters, en broeders voor broeders.
President Dallin H. Oaks, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft over Gods goddelijke plan van geluk gezegd: ‘De macht van het priesterschap komt ons allen ten goede. De sleutels van het priesterschap bieden zowel mannen als vrouwen leiding. Het gezag en de verordeningen van het priesterschap hebben betrekking op zowel vrouwen als mannen. […] Al wie in een functie of roeping werkzaam zijn, die zij hebben gekregen van iemand die priesterschapssleutels draagt, oefenen priesterschapsgezag uit in de taak die hem of haar is toegewezen.’10
Boven de wereld uitstijgen
Als we ernaar streven één te zijn, zoals Jezus Christus één met de Vader is (Johannes 17:21), moeten we ons ‘[bekleden] met de Heere Jezus Christus’ (Romeinen 13:14).
We kunnen geheiligd worden als we van genade op genade de eigenschappen van Jezus Christus ontwikkelen en ons deze eigen maken – meer liefhebben, makkelijker vergeven, minder snel oordelen, gewilliger dienen en offeren, meer en vaker medeleven tonen.
Laten we op de leer en het voorbeeld van Christus vertrouwen, ons verheugen in de waarheid en zijn nederige volgelingen worden (zie 2 Nephi 28:14) – ieder van ons persoonlijk en als broeders en zusters in de Heer.11