Grondslagen van geluk
Bouwen op het fundament van Jezus Christus is essentieel voor ons geluk.
Enkele jaren geleden zat ik op een zakenvlucht naast een Nederlander. Ik wilde graag met hem praten omdat ik in België en Nederland op zending ben geweest.
We stelden ons aan elkaar voor en hij gaf me zijn visitekaartje met de ongewone titel ‘hoogleraar geluk’. Ik noemde zijn opmerkelijke beroep en vroeg wat een hoogleraar geluk deed. Hij zei dat hij mensen leerde hoe ze door goede relaties en doelen gelukkig konden worden. Ik antwoordde: ‘Dat is mooi, maar als u ze nu eens ook nog kon vertellen hoe die relaties na de dood in stand kunnen blijven, en grote levensvragen kon beantwoorden, zoals: “Wat is het doel van het leven?”, “Hoe kunnen we onze zwakheden overwinnen?” en “Wat gebeurt er na de dood?”’ Hij gaf toe dat het geweldig zou zijn als we antwoord op die vragen hadden, en ik vertelde hem maar wat graag dat we die hebben.
Vandaag wil ik enkele grondslagen van waar geluk behandelen die zovelen ontgaan in deze verwarrende wereld, waarin veel dingen interessant, maar weinig echt belangrijk zijn.
Alma leerde zijn tijdgenoten: ‘Want zie, ik zeg u, er moeten nog vele dingen komen; en zie, er is één ding dat van groter belang is dan alle andere – want zie, de tijd is niet ver weg dat de Verlosser zal leven en onder zijn volk komen.’1
Deze verklaring is ook voor ons belangrijk nu we naar de wederkomst uitkijken en ons erop voorbereiden!
Daarom is mijn eerste grondslag: bouwen op het fundament van Jezus Christus is essentieel voor ons geluk. Het is een vast fundament, ‘en als de mensen op dat fundament bouwen, kunnen zij niet vallen’.2 Dan zijn we voorbereid op tegenspoed, in welke vorm dan ook.
Jaren geleden ging ik met onze zoon Justin naar een scoutkamp. Toen de activiteiten begonnen, zei hij enthousiast dat hij met zijn vrienden het insigne voor boogschieten wilde behalen. Ze moesten een korte schriftelijke toets afleggen en een schietschijf raken.
Ik hield mijn hart vast. Justin was erg zwak door taaislijmziekte, waar hij sinds zijn geboorte mee kampte. Ik vroeg me af of hij de boog genoeg zou kunnen spannen om een pijl af te vuren.
Toen hij met zijn vrienden naar de les ging, bad ik stilletjes dat het geen afgang zou worden. Een paar zenuwslopende uren later kwam hij met een grote glimlach op me af. ‘Papa!’ riep hij. ‘Ik heb het insigne te pakken! Recht in de roos; weliswaar die van mijn buurman, maar toch!’ Hij had de boog uit alle macht gespannen en de pijl afgevuurd, zonder te kunnen mikken. Wat ben ik die begripvolle instructeur dankbaar dat hij niet zei: ‘Sorry, verkeerde schietschijf!’ Integendeel, toen hij Justins beperkingen en oprechte inzet zag, reageerde hij vriendelijk: ‘Goed zo!’
Zo zal het ook voor ons zijn als we ons uiterste best doen om Christus en zijn profeten te volgen, ondanks onze beperkingen. Als we tot Hem komen door onze verbonden na te komen en ons van onze zonden te bekeren, zullen we met vreugde de lof van onze Heiland horen: ‘Goed gedaan, goede en trouwe dienaar.’3
Ik getuig van de goddelijke Heiland van de wereld, en van zijn verlossende liefde en macht om ons te genezen, sterken en verheffen als we er oprecht naar streven om tot Hem te komen. Anderzijds kunnen we niet tegelijkertijd de wereld én Jezus volgen. De Heiland heeft de dood, ziekte en zonde overwonnen en een weg voor onze uiteindelijke volmaking bereid als wij Hem met heel ons hart volgen.4
Mijn tweede grondslag luidt: het is van essentieel belang voor ons geluk om in gedachten te houden dat we zonen en dochters van onze liefdevolle hemelse Vader zijn. Als we dat weten en erop vertrouwen, verandert alles.
Toen we enkele jaren geleden na een kerktaak met het vliegtuig naar huis terugkeerden, zaten mijn vrouw en ik vlak achter een reus van een man, die op zijn kale achterhoofd een groot, boos gezicht en het getal 439 had laten tatoeëren.
Toen we geland waren, zei ik: ‘Neem me niet kwalijk, meneer. Wat betekent het getal op uw achterhoofd?’ Ik durfde niet naar het boze gezicht te vragen.
Hij zei: ‘Dat ben ik. Ik ben 219. 219 is mijn territorium!’
Eigenlijk stond er 439 op zijn hoofd, dus het verbaasde me dat hij het verkeerde nummer aanhaalde als dat zo belangrijk voor hem was.
Ik vond het droevig dat deze man zijn identiteit en eigenwaarde op het territoriumnummer van zijn bende baseerde. Ik dacht: dit ongure type was ooit iemands zoontje dat nog steeds naar waardering hunkerde en erbij wilde horen. Wist hij maar wie hij echt was en van wie hij was, want we zijn allemaal ‘duur gekocht’.5
Een lied uit de film De prins van Egypte bevat deze goede raad: ‘Kijk naar je leven door de ogen van de hemel.’6 Als de kennis van onze goddelijke afkomst en ons eeuwige potentieel tot diep in onze ziel doordringt, zien we het leven als een zinvol, zich ontvouwend avontuur om van te leren en te groeien, zelfs als we een korte tijd ‘door middel van een spiegel in een raadsel’ kijken.7
De derde grondslag van geluk is: wees de waarde van een ziel altijd indachtig. Dat doen we door de aansporing van de Heiland te volgen: ‘[Heb] elkaar [lief]; zoals Ik u liefgehad heb.’8
Hij heeft ook gezegd: ‘Voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.’9
En in Spreuken staan deze wijze woorden: ‘Onthoud het goede niet aan wie er recht op hebben als het binnen je macht ligt dat te doen.’10
We zullen er nooit spijt van hebben dat we te vriendelijk zijn. In Gods ogen is vriendelijkheid synoniem aan grootsheid. Anderen vergeven en niet oordelen, maakt deel uit van vriendelijkheid.
Jaren geleden ging ons jonge gezin voor de gezinsavond naar de bioscoop. We zaten allemaal in het busje, behalve een van onze zonen en mijn vrouw, Valerie. Het was al donker, en toen onze zoon de deur open smeet en naar de auto rende, schopte hij per ongeluk onze kat. Dat dacht hij tenminste. Helaas voor onze zoon en mijn vrouw, die vlak achter hem liep, was het niet onze kat, maar een erg boos stinkdier, dat hun de volle lading gaf! We gingen allemaal terug naar binnen, waar ze allebei douchten en hun haar met tomatensap wasten, wat de stank naar verluidt zou bestrijden. Toen ze gewassen en omgekleed waren, waren we de stank zo gewend dat we die niet meer roken, en we besloten naar de film te gaan.
We gingen achteraan in de bioscoopzaal zitten, waarop de mensen om ons heen plots een voor een popcorn gingen halen. Maar toen ze terugkwamen, keerde niemand naar zijn oorspronkelijke plaats terug.
We kunnen er hartelijk om lachen, maar hoe zou het zijn als al onze zonden stonken? Als we oneerlijkheid, lust, jaloezie of hoogmoed nu eens konden ruiken? Met onze eigen zwakheden zo in de openbaarheid zouden we hopelijk wat attenter voor en voorzichtiger met anderen zijn, en zij met ons, terwijl we de benodigde veranderingen in ons leven aanbrengen. Ik houd eigenlijk van de geur van tabak in de kerk, want die geeft aan dat iemand probeert te veranderen. We moeten hem of haar met open armen verwelkomen.
President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Een van de dingen waaraan je vrij eenvoudig een ware volgeling van Jezus Christus herkent, is hoe barmhartig die persoon anderen bejegent.’11
Paulus schreef aan de Efeziërs: ‘Wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.’12
Van ons, discipelen van Jezus Christus, wordt gevraagd om op onze hemelse Vader en onze Heiland te vertrouwen en niet te proberen Hen te vervangen. Jezus Christus kent ieders onvolmaaktheden en zal ieder op volmaakte wijze oordelen.
Mijn vierde grondslag van geluk is: behoud een eeuwig perspectief. Het plan van onze Vader omvat de eeuwigheid; het is makkelijk om ons op het hier en nu te concentreren en het hiernamaals te vergeten.
Jaren geleden heeft onze dochter Jennifer, die toen 16 was, me die les ingeprent. Ze zou een dubbele longtransplantatie ondergaan, waarbij haar vijf zieke longlobben volledig zouden worden verwijderd en vervangen door twee gezonde kleinere lobben van twee geweldige christelijke vrienden. Het was een zeer riskante ingreep, maar de avond voor haar operatie leek onze tengere Jennifer wel tot me te prediken. Ze zei: ‘Maak je geen zorgen, papa! Morgen word ik wakker met nieuwe longen, of ik word wakker op een betere plek. Hoe dan ook, het komt goed.’ Dat is geloof; dat is een eeuwig perspectief! Een eeuwige kijk op het leven biedt ons duidelijkheid, troost, moed en hoop.
Toen de langverwachte dag aanbrak waarop het adembuisje werd verwijderd en het beademingstoestel werd uitgezet, wachtten we met spanning af of haar twee kleine lobben zouden werken. Toen ze voor het eerst ademhaalde, begon ze meteen te huilen. Ze zag dat we bezorgd waren en zei snel: ‘Het voelt zo goed om te kunnen ademen.’
Sinds die dag dank ik mijn hemelse Vader ’s morgens en ’s avonds dat ik kan ademen. We hebben talloze zegeningen die we makkelijk als vanzelfsprekend beschouwen. Maar als we niets verwachten en alles waarderen, wordt het leven magisch.
President Nelson heeft gezegd: ‘Elke ochtend is een geschenk van God. Zelfs de lucht die we inademen, leent Hij ons liefdevol. Hij beschermt ons van dag tot dag en steunt ons van het ene moment op het andere. Daarom behoren we ’s morgens allereerst een nederig dankgebed uit te spreken.’13
Dat brengt me bij mijn vijfde en laatste grondslag: je zult nooit gelukkiger zijn dan je dankbaar bent.
De Heer heeft gezegd: ‘En wie alle dingen met dankbaarheid ontvangt, zal worden verheerlijkt.’14 Dat komt misschien doordat dankbaarheid tot legio andere deugden leidt.
Wat zou onze instelling veranderen als we elke ochtend wakker werden met alleen de zegeningen waarvoor we de avond ervoor dankbaar waren! Als we onze zegeningen niet waarderen, kan dat leiden tot ontevredenheid, waardoor we de vreugde en het geluk van dankbaarheid mislopen. De mensen in het grote en ruime gebouw verleiden ons om het doel voorbij te zien en het zo volledig te missen.
In feite vinden we het grootste geluk en de grootste zegen van het sterfelijk leven in wie we door Gods genade zijn geworden door heilige verbonden met Hem te sluiten en na te komen. Onze Heiland zal ons door zijn zoenoffer polijsten en verfijnen. Hij heeft gezegd over hen die Hem gewillig volgen: ‘Zij zullen de mijnen zijn ten dage dat Ik kom om mijn juwelen bijeen te brengen.’15
Ik beloof u dat als we ons leven op het fundament van Jezus Christus bouwen; onze ware identiteit als zoon of dochter van God waarderen; de waarde van een ziel indachtig zijn; een eeuwig perspectief behouden; en voor onze vele zegeningen dankbaar zijn, vooral voor Christus’ uitnodiging om tot Hem te komen; we in dit sterfelijke avontuur het ware geluk kunnen vinden dat we zoeken. Er kunnen nog steeds moeilijkheden op ons levenspad opdoemen, maar we zullen ze doelgericht en rustig kunnen aanpakken door de eeuwige waarheden die we begrijpen en naleven.
Ik getuig dat God, onze liefdevolle Vader, en zijn geliefde Zoon, Jezus Christus, werkelijk bestaan. Ik getuig van hedendaagse profeten, zieners en openbaarders. Wat is het een zegen om door hen hemelse raad te ontvangen! Zoals de Heiland duidelijk heeft gezegd: ‘Hetzij door mijn eigen stem, hetzij door de stem van mijn dienstknechten, dat is hetzelfde.’16 In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.