Seminarie
Herhaling kerkleerbeheersing 11: Uit het hoofd leren en begrijpen


‘Herhaling kerkleerbeheersing 11: Uit het hoofd leren en begrijpen’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)

‘Herhaling kerkleerbeheersing 11’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek

Herhaling kerkleerbeheersing 11

Uit het hoofd leren en begrijpen

cursist steekt hand op om een vraag te stellen

Schriftteksten kerkleerbeheersing uit het hoofd leren en de leer erin begrijpen, kan de Heilige Geest in je leven uitnodigen en je helpen om meer op Jezus Christus te lijken. Deze les is bedoeld om je te helpen de kerngedachten van de eerste twaalf Schriftteksten kerkleerbeheersing uit het Boek van Mormon uit het hoofd te leren en naar meer inzicht te streven door geïnspireerde vragen te stellen en te beantwoorden.

Help de cursisten Schriftstudievaardigheden te ontwikkelen. Moedig de cursisten aan om tijdens de les en hun persoonlijke studie vragen te stellen. Vragen leren stellen en naar antwoorden uit de Schriften zoeken, kan de studie-ervaring van een cursist ten goede komen. Maak de cursisten duidelijk dat de Schriften van toepassing zijn op de vragen en moeilijkheden, groot of klein, die ze momenteel hebben.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten uit de eerste twaalf Schriftteksten kerkleerbeheersing er eentje kiezen waarover ze meer willen weten. Moedig ze aan om zich voor te bereiden om de gekozen tekst te bespreken en ten minste één vraag die ze kan helpen om er meer over te weten te komen.

Mogelijke leeractiviteiten

In plaats van deze herhalingsles moet u wellicht een les kerkleerbeheersing behandelen. Raadpleeg het lesschema van de gebieds- of regiobestuurder of -coördinator om er zeker van te zijn dat elke les kerkleerbeheersing tijdens het seminariejaar wordt gegeven.

Tekstverwijzingen en kerngedachten uit het hoofd leren

hand-out (pictogram) Toon of geef de cursisten de volgende hand-out, en laat ze de verwijzingen en kerngedachten doornemen. Kijk na een paar minuten hoe goed de cursisten de tekstverwijzingen uit het hoofd hebben geleerd door een kerngedachte voor te lezen en ze de tekst in hun Schriften te laten opzoeken. Herhaal dit proces met verschillende tekstverwijzingen. Dan kunt u een van de kerngedachten voorlezen en af en toe pauzeren om de cursisten een of meer volgende woorden in hun dagboek te laten opschrijven. Herhaal dit proces een paar keer met verschillende kerngedachten uit de Schriften. Laat de cursisten noteren welke Schriftteksten kerkleerbeheersing ze nog meer willen doornemen.

Eerste twaalf Schriftteksten kerkleerbeheersing en kerngedachten

Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)

Tekstverwijzing

Kerngedachte

Tekstverwijzing

1 Nephi 3:7

Kerngedachte

‘Ik zal heengaan en de dingen doen die de Heer heeft geboden.’

Tekstverwijzing

2 Nephi 2:25

Kerngedachte

‘Adam viel, opdat de mensen zouden zijn; en de mensen zijn, opdat zij vreugde zullen hebben.’

Tekstverwijzing

2 Nephi 2:27

Kerngedachte

‘Zij zijn vrij om vrijheid en eeuwig leven te kiezen […] of om gevangenschap en dood te kiezen.’

Tekstverwijzing

2 Nephi 26:33

Kerngedachte

‘Allen zijn voor God gelijk.’

Tekstverwijzing

2 Nephi 28:30

Kerngedachte

‘God […] zal de mensenkinderen regel op regel geven, voorschrift op voorschrift.’

Tekstverwijzing

2 Nephi 32:3

Kerngedachte

‘Vergast u aan de woorden van Christus; want zie, de woorden van Christus zullen u alle dingen zeggen die u behoort te doen.’

Tekstverwijzing

2 Nephi 32:8–9

Kerngedachte

‘U [moet] altijd bidden.’

Tekstverwijzing

Mosiah 2:17

Kerngedachte

‘Wanneer u in dienst van uw medemensen bent, [bent] u louter in dienst van uw God.’

Tekstverwijzing

Mosiah 2:41

Kerngedachte

Wie ‘de geboden van God onderhouden […] worden gezegend in alle dingen’.

Tekstverwijzing

Mosiah 3:19

Kerngedachte

‘[Leg] de natuurlijke mens [af] en [word] een heilige door de verzoening van Christus, de Heer.’

Tekstverwijzing

Mosiah 4:9

Kerngedachte

‘Geloof in God; […] geloof dat Hij alle wijsheid […] bezit.’

Tekstverwijzing

Mosiah 18:8–10

Kerngedachte

Laat u dopen ‘in de naam van de Heer […] als getuigenis […] dat u een verbond met Hem hebt aangegaan’.

Geïnspireerde vragen stellen

Geïnspireerde vragen zijn een essentieel onderdeel van het leerproces. Tijdens zijn aardse bediening stelde de Heiland vaak vragen die de aanwezigen ertoe aanzetten om na te denken, te voelen en naar zijn leringen te handelen (zie Mattheüs 16:13–16; Johannes 6:66–69). Misschien heb je gemerkt dat een ouder, leerkracht of kerkleider vragen stelde waardoor je het evangelie beter bent gaan begrijpen of kunt toepassen wat je leert. Geïnspireerde vragen stellen en beantwoorden kan het leerproces boeiender en zinvoller voor je maken.

Zet de volgende drie categorieën vragen desgewenst op het bord. Om de cursisten op de activiteit voor te bereiden, kiest u een van de eerste twaalf Schriftteksten kerkleerbeheersing en stelt u voor elke categorie een vraag uit die tekst op. U kunt de cursisten ook vragen voor elke categorie laten voorstellen. Er zijn voorbeeldvragen aan de hand van 2 Nephi 32:8–9 beschikbaar.

Hieronder staan voorbeelden van de verschillende soorten vragen, die je bij je Schriftstudie kunt gebruiken. De voorbeeldvragen hebben te maken met de leringen in 2 Nephi 32:8–9.

Vragen om je de context van de Schriften te helpen begrijpen

Vragen om je de inhoud of betekenis van de Schriften te helpen begrijpen

Deze vragen helpen ons leerstellingen en beginselen te ontdekken.

  • Wat wilde de schrijver ons leren?

  • Wat houdt het in dat je ‘altijd moet bidden en niet verslappen’? (2 Nephi 32:9.)

Vragen om je de leerstellingen en beginselen in de Schriften te helpen begrijpen

  • Hoe kan altijd bidden onze relatie met onze hemelse Vader beïnvloeden?

  • Hoe kunnen we eraan denken om altijd te bidden, ook als we er geen zin in hebben?

Nadat u enkele voorbeeldvragen met de cursisten hebt opgesteld, verdeelt u de klas eventueel in koppels of groepjes voor de volgende activiteit:

Laat de cursisten in hun groepje een van de eerste twaalf Schriftteksten kerkleerbeheersing kiezen en de hele tekst samen lezen. Laat ze daarna ten minste één vraag uit elk van de drie categorieën op het bord opstellen. Als de cursisten hun drie vragen klaar hebben, laat ze zich dan bij een ander koppel of groepje aansluiten. Laat het eerste groepje hun gekozen tekst en vragen aanhalen, waarna het tweede koppel of groepje op elke vraag reageert. Laat de cursisten vervolgens van rol wisselen.

Als u voldoende tijd hebt, herhaalt u de activiteit waarbij elk groepje een andere Schrifttekst kiest.

Moedig de cursisten aan de vaardigheid te gebruiken om tijdens hun persoonlijke studie en in de les vragen te stellen.