Seminarie
Alma 29: De verlangens van ons hart


‘Alma 29: De verlangens van ons hart’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)

‘Alma 29’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek

Alma 29

De verlangens van ons hart

jongeren wandelen in de natuur

Hoe weet je of je verlangens in overeenstemming zijn met de wil van de Heer? Alma 29 gaat over het verlangen van Alma’s hart en zijn reflectie of zijn verlangens wel in overeenstemming zijn met Gods wil. In deze les sta je stil bij je eigen verlangens en leer je die met die van de Heer in overeenstemming te brengen.

Geloof in Jezus Christus opbouwen. Stel uzelf de volgende vraag terwijl u zich op de les voorbereidt: Bij welke waarheden in dit tekstblok hebben mijn cursisten het meest baat, zodat ze dichter tot hun hemelse Vader en de Heiland kunnen komen? Streef naar de inspiratie van de Heilige Geest zodat u beter begrijpt met welke evangeliebeginselen u dat doel kunt bereiken.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten Alma 29:1–6 lezen en bedenken wat ze over verlangens te weten komen.

Mogelijke leeractiviteiten

Mijn wensen

Toon een foto van uzelf als kind en geef antwoord op de volgende vragen. U kunt ook enkele cursisten vragen om foto’s van zichzelf mee te nemen en de vragen te beantwoorden.

In veel culturen komen fabels of verhalen voor waarin iemand naar zijn wensen of verlangens wordt gevraagd. Enkele voorbeelden daarvan zijn: een wens mogen doen wanneer iemand een vallende ster ziet, een geest of fee die een wens laat uitkomen, of een wens doen wanneer iemand verjaardagskaarsjes uitblaast. Gebruik eventueel een van deze bekende verhalen en vraag: Wat zou jij wensen als je een wens zou mogen doen?

  • Waar droomde je als kind van?

  • Heb je nu je ouder bent andere wensen dan vroeger? Zouden die in de toekomst nog kunnen veranderen?

Noteer aan de ene kant van een pagina in je studiedagboek enkele verlangens of wensen. (Je gaat later in de les iets met de andere kant doen.)

  • Welke uitwerking hebben onze verlangens op ons leven?

Wanneer we in het evangelie groeien, rijpen en dichter tot God komen, kan het zijn dat we andere verlangens krijgen, die meer in overeenstemming zijn met zijn wil.

  • Hoe weten we of onze verlangens in overeenstemming zijn met Gods wil?

Denk tijdens je studie van deze les over je verlangens na. Bedenk welke verlangens overeenkomen met die van God en welke wellicht nog moeten rijpen of veranderen.

Onze verlangens in overeenstemming brengen met de wil van de Heer

In Alma 29 schreef Alma over zijn verlangen. Lees Alma 29:1–2 en ga na wat hij beschreef.

  • Waarom wilde Alma een engel zijn? Wat zegt dat over hem?

  • Waarom zou Alma, gezien zijn verleden, hiernaar verlangen? (Zie Mosiah 27:11–17.)

Zorg er indien nodig voor dat de cursisten Alma’s ervaring met een engel in Mosiah 27 begrijpen. U kunt dit bijvoorbeeld doen door de volgende afbeelding te tonen en de cursisten te vragen wat ze zich nog herinneren van het afgebeelde verhaal.

de bekering van Alma de jonge

We krijgen meer inzicht als we de context van de verzen begrijpen. In de hoofdstukken vóór Alma 29 gebood de Heer Ammon de Anti-Nephi-Lehieten voor hun veiligheid naar de Nephieten te brengen (zie Alma 27:4–12). De Nephieten gaven de Anti-Nephi-Lehieten het land Jershon en ze beloofden hen te beschermen. De goddeloze Lamanieten volgden de Anti-Nephi-Lehieten en trokken ten strijde. De Nephieten streden om zichzelf en hun gezinnen tegen de Lamanieten te verdedigen. Als gevolg daarvan werden ‘tienduizenden Lamanieten gedood en alom verstrooid […] en was [er] een verschrikkelijke slachting onder het volk van Nephi’ (Alma 28:2–3).

  • Begrijp je door deze context beter waarom Alma mensen krachtig tot bekering wilde roepen en verdriet wilde voorkomen?

Lees Alma 29:3–6 en ga na wat Alma over verlangens wist.

Vraag de cursisten wat ze te weten zijn gekomen. De cursisten kunnen uiteenlopende lessen en beginselen noemen. Als de cursisten het volgende niet noemen, laat u ze samenvatten wat Alma in vers 4 zegt.

Je hebt misschien het volgende beginsel gevonden: God laat ons op basis van onze verlangens zelf keuzes maken.

Moedig de cursisten aan in vers 4 de sleutelwoorden of zinsneden te markeren waaruit deze waarheid blijkt.

  • Waarom is het belangrijk dat we dit beginsel begrijpen?

Vergelijk jouw eigen verlangens met die van de Heer. Noteer aan de andere kant van de pagina in je studiedagboek wat de Heer voor zijn kinderen wil. Lees enkele van de volgende teksten om je daarbij te helpen:

Vraag de cursisten wat ze hebben opgeschreven. Enkele voorbeelden zijn: De Heiland horen en leren kennen (zie Mattheüs 17:5; Johannes 17:3; 3 Nephi 11:3–7), onze gehoorzaamheid tonen (zie Abraham 3:25), zijn werk doen (zie Leer en Verbonden 6:6), anderen liefhebben (zie Leviticus 19:18; Mattheüs 22:37–40), trouwen en een gezin stichten (zie Leer en Verbonden 131:1–4; Genesis 1:22), vreugde voelen (zie 2 Nephi 2:25) en met Hem het eeuwige leven beërven (zie Mozes 1:39).

Bekijk beide kanten van je pagina. De Heer wil dat we onze verlangens richten op Hem, en onze medemens liefhebben en dienen. Bedenk in welk opzicht jouw verlangens overeenkomen met die van God.

Hoewel het een goed verlangen was om het evangelie te verkondigen, besefte Alma dat zijn verlangen om het evangelie als een engel aan de hele wereld te verkondigen, niet helemaal op één lijn lag met waar en hoe God hem had geroepen om te dienen. Markeer eventueel zinsneden in Alma 29:3–6 waaruit blijkt dat Alma zijn verlangens in overeenstemming wilde brengen met die van God.

  • Wat betekent het volgens jou om tevreden te zijn met wat de Heer ons heeft toebedeeld?

  • Waarom moeten we net als Alma onze verlangens in overeenstemming met die van de Heer brengen?

  • Hoe kunnen we onze verlangens in overeenstemming brengen met Gods wil als we voor een roeping worden gevraagd die niet onze voorkeur heeft?

Later in het hoofdstuk legt Alma uit dat hij geen engel hoeft te zijn om tot de hele aarde te spreken, omdat God volgens zijn wijsheid en op zijn tijd alle natiën zal onderwijzen (zie Alma 29:7–8). Lees Alma 29:9, 13. Ga na waarin Alma roemde en hoe hij zich voelde toen hij zijn verlangens met die van God in overeenstemming bracht.

Het belang van verlangens

Geef de cursisten de gelegenheid om hun verlangens beter te begrijpen. Hang de volgende vragen en instructies verspreid over het klaslokaal op. De cursisten kunnen bij de vraag gaan zitten waarover ze meer willen weten, de instructies opvolgen en in groepjes antwoorden op de vragen bespreken. Doe dit een paar keer zodat de cursisten meer dan één vraag kunnen bestuderen.

Hoe kan ik een groter verlangen krijgen om de Heer te volgen?

Overpeins deze vraag en denk aan voorbeelden van mensen die zich tot de Heer bekeerden. Bestudeer bijvoorbeeld Enos (zie Enos 1:1–7), het volk van koning Benjamin (zie Mosiah 5:1–5) en koning Lamoni (zie Alma 22:15–16).

Wat zijn goede verlangens?

Bestudeer terwijl je naar openbaring voor deze vraag streeft voorbeelden van verlangens van anderen of wat de Heer hoopte dat zij zouden verlangen (zie Romeinen 10:1; 3 Nephi 19:7–9; Leer en Verbonden 6:6–8).

Wat staat er nog meer in de Schriften over onze verlangens?

Het kan nuttig zijn om ‘Verlangen’ in de app Evangeliebibliotheek te bestuderen. Je kunt ook enkele van de volgende verzen lezen: Psalmen 37:4; Spreuken 10:24; Enos 1:12; Alma 41:5; Leer en Verbonden 18:38; 137:9.

Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Vraag ze eventueel of ze vragen hebben die ze graag klassikaal willen bespreken. Zoek samen naar Schriftteksten en vertel over ervaringen en getuigenissen waarmee u eventuele vragen kunt beantwoorden.

Neem even de tijd om te bedenken hoe deze les op jou van toepassing is. Noteer in je studiedagboek wat je kunt doen om je rechtschapen verlangens te versterken en de Heer om hulp te vragen zodat je andere verlangens in overeenstemming kunt brengen met zijn wil.