‘9–15 mei. Numeri 11–14; 20–24: “Kom tegen de Heere niet in opstand, en […] wees niet bevreesd’”, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Oude Testament 2022 (2021)
‘9–15 mei. Numeri 11–14; 20–24’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2022
9–15 mei
Numeri 11–14; 20–24
‘Kom tegen de Heere niet in opstand, en […] wees niet bevreesd’
In deze leswijzer worden enkele van de vele waardevolle beginselen in het boek Numeri belicht. Maar sta ervoor open om door de Geest ook op andere beginselen gewezen te worden.
Schrijf uw ingevingen op
Zelfs te voet zou het normaliter geen veertig jaar duren om van de Sinaïwoestijn naar het beloofde land, Kanaän, te reizen. Maar de kinderen van Israël hadden die tijd nodig. Niet om de geografische afstand te overbruggen, maar om de geestelijke afstand te overbruggen tussen hun oorspronkelijke positie en wat zij als verbondsvolk van de Heer moesten worden.
In het boek Numeri wordt een en ander beschreven dat in die veertig jaar is gebeurd, inclusief de lessen die de kinderen van Israël moesten leren voordat ze het beloofde land in mochten. Ze leerden om de dienstknechten die de Heer had gekozen trouw te zijn (zie Numeri 12). Ze leerden op de macht van de Heer te vertrouwen, zelfs als de toekomst hopeloos leek (zie Numeri 13–14). En ze leerden dat een gebrek aan geloof of vertrouwen geestelijke schade oplevert, maar dat ze zich konden bekeren en voor hun genezing naar de Heiland opzien (zie Numeri 21:4–9).
In diverse opzichten zijn we allemaal net als de Israëlieten. We weten allemaal hoe het is om ons in een geestelijke woestijn te bevinden, en de lessen die zij leerden, kunnen ons ook helpen bij onze voorbereiding om het beloofde land in te gaan: het eeuwig leven bij onze hemelse Vader.
Voor een overzicht van het boek Numeri raadpleegt u ‘Numeri’ in de Gids bij de Schriften.
Ideeën voor individuele Schriftstudie
Openbaring staat allen ter beschikking, maar God leidt zijn kerk door middel van zijn profeet.
Let in Numeri 11:11–17, 24–29 op het probleem dat Mozes had, en de oplossing die God voorlegde. Wat zou Mozes bedoeld hebben toen hij zei dat hij wilde dat ‘allen van het volk van de Heere profeten’ waren? (Vers 29.) Denk bij het overpeinzen van deze verzen aan deze woorden van president Russell M. Nelson: ‘Wil God echt met u praten? Ja! […] Uw Vader in de hemel wil u veel meer kennis geven.’ (‘Openbaring voor de kerk, openbaring voor onszelf’, Liahona, mei 2018, 95.)
Maar zeggen dat iedereen een profeet kan zijn, betekent niet dat ze allemaal Gods volk kunnen leiden zoals Mozes dat deed. Dit blijkt uit het voorval in Numeri 12. Welke waarschuwingen vindt u in dit hoofdstuk? Wat wil de Heer volgens u dat u aangaande persoonlijke openbaring en het volgen van de profeet begrijpt?
Zie ook 1 Nephi 10:17; Leer en Verbonden 28:1–7; Dallin H. Oaks, ‘Twee communicatielijnen’, Liahona, november 2010, 83–86.
Met geloof in de Heer kan ik hoop op de toekomst hebben.
Probeer u bij het lezen van Numeri 13–14 in te denken dat u in de schoenen van de Israëlieten staat. Waarom zouden ze ‘naar Egypte terug [hebben willen] keren’? (Numeri 14:3.) Vertoont u soms overeenkomsten met de Israëlieten die pessimistisch waren over het binnengaan van het beloofde land? Hoe zou u de andere ‘geest’ van Kaleb omschrijven? (Numeri 14:24.) In welk opzicht bent u onder de indruk van het geloof van Kaleb en Jozua, en hoe kunt u in uw omstandigheden hun voorbeeld volgen?
Zie ook Leringen van kerkpresidenten: Gordon B. Hinckley (2016), 73–75.
Als ik in geloof naar Jezus Christus opzie, kan Hij mij geestelijk genezen.
Profeten in het Boek van Mormon kenden het verhaal uit Numeri 21:4–9 en begrepen het geestelijke belang ervan. Hoe vergroten 1 Nephi 17:40–41, Alma 33:18–22 en Helaman 8:13–15 uw begrip van dit verhaal? Denk bij het bestuderen van deze passages aan de geestelijke genezing waar u op hoopt. De Israëlieten moesten ‘naar de koperen slang’ kijken (Numeri 21:9) om in leven te blijven. Waartoe voelt u zich geïnspireerd waardoor u meer ‘naar de Zoon van God [zult] op[kijken]’? (Helaman 8:15.)
Zie ook Johannes 3:14–15; Leer en Verbonden 6:36; Dale G. Renlund, ‘Talrijke zegeningen’, Liahona, mei 2019, 70–73.
Ik kan Gods wil doen, zelfs als anderen me proberen over te halen om dat niet te doen.
Toen Balak, koning van Moab, vernam dat de Israëlieten in aantocht waren, ontbood hij Bileam, een man die bekend stond om de zegeningen en vervloekingen die hij uitsprak. Balak wilde hem de Israëlieten laten verzwakken door ze te vervloeken. Let op de manier waarop Balak probeerde Bileam over te halen (zie Numeri 22:5–7, 15–17), en bedenk hoe u verleid wordt om Gods wil te weerstaan. Waarvan bent u in Bileams antwoorden onder de indruk? Zie Numeri 22:18, 38; 23:8, 12, 26; 24:13?
Helaas lijkt het erop dat Bileam uiteindelijk onder de druk bezweek en Israël verraadde (zie Numeri 31:16; Judas 1:11). Overweeg eens hoe u de Heer ondanks de druk van anderen toch trouw kunt blijven.
Ideeën voor gezinsschriftstudie en de thuisavond
-
Numeri 11:4–6.Lijkt onze houding weleens op die van de Israëlieten in Numeri 11:4–6? Hoe kan de raad in Leer en Verbonden 59:15–21 van nut zijn?
-
Numeri 12:3.Waaraan ziet u in Numeri 12, of in een andere Schrifttekst die u hebt gelezen, dat Mozes ‘zeer zachtmoedig’ was? Lees eventueel de uitleg van zachtmoedigheid die ouderling David A. Bednar heeft gegeven in ‘Zachtmoedig en nederig van hart’ (Liahona, mei 2018, 30–33) of zie ‘Zachtmoedig, Zachtmoedigheid’ in de Gids bij de Schriften (schriften.ChurchofJesusChrist.org). Wat leren we daaruit over manieren om zachtmoediger te worden? Welke zegeningen kunnen daaruit voortvloeien?
-
Numeri 13–14.Twee (of meer) gezinsleden kunnen doen alsof ze een ander deel van uw woning gaan ‘verkennen’ (Numeri 13:17) alsof dat het beloofde land was. Dan kunnen ze net als in Numeri 13:27–33 of Numeri 14:6–9 verslag uitbrengen. Wat kunnen we uit de twee verschillende verslagen in deze verzen over geloof leren? Hoe kunnen wij meer op Kaleb en Jozua lijken?
-
Numeri 21:4–9.Na het lezen van Numeri 21:4–9, 1 Nephi 17:40–41, Alma 33:18–22 en Helaman 8:13–15 kunt u van papier of klei een slang maken en daarop, of op een vel papier, enkele eenvoudige dingen schrijven die u kunt doen om ‘met geloof’ op te kijken ‘naar de Zoon van God’ (Helaman 8:15).
U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.
Aanbevolen lied: ‘Jezus, als ’k zelfs maar denk aan u’, Lofzangen, nr. 97.