‘25 april–1 mei. Exodus 31–34: “Moet mijn aangezicht meegaan?”’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Oude Testament 2022 (2021)
‘25 april–1 mei. Exodus 24; 31–34’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2022
25 april–1 mei
Exodus 24; 31–34
‘Moet mijn aangezicht meegaan?’
In deze leswijzers worden niet alle waardevolle beginselen uit de Schriften behandeld. Volg de ingevingen van de Geest om u te concentreren op de leringen die u nodig hebt.
Schrijf uw ingevingen op
Toen God de kinderen van Israël zijn wet had geopenbaard, was er reden om te hopen dat ze Hem trouw zouden blijven (zie Exodus 20–23). Hoewel ze in het verleden gemord en gewankeld hadden, sloten ze dit verbond toen Mozes ze aan de voet van de berg Sinaï de wet voorlas: ‘Alles wat de Heere gesproken heeft, zullen wij doen en Hem gehoorzamen’ (Exodus 24:7). Toen riep God Mozes de berg op en zei dat hij een tabernakel moest bouwen ‘zodat Ik in hun midden kan wonen’ (Exodus 25:8; zie hoofdstuk 25–30).
Maar terwijl Mozes op de bergtop leerde hoe de Israëlieten God bij zich konden hebben, maakten de Israëlieten aan de voet van de berg een gouden afgodsbeeld om te aanbidden. Ze hadden net beloofd om ‘geen andere goden voor [zijn] aangezicht [te] hebben’, maar ‘al snel [waren ze] afgeweken’ van Gods geboden (Exodus 20:3; 32:8; zie ook Exodus 24:3). Het was een verbazende ommekeer, maar we weten uit ervaring dat geloof en toewijding soms door ongeduld, angst of twijfel overwonnen worden. In ons streven om de Heer in ons leven te hebben, is het bemoedigend om te weten dat de Heer Israël in de oudheid niet opgaf, en dat Hij ons niet zal opgeven – want Hij is ‘barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw’ (Exodus 34:6).
Ideeën voor individuele Schriftstudie
Uit mijn verbonden blijkt mijn bereidheid om Gods wet te gehoorzamen.
Als u in Exodus 24:3–8 leest welk verbond de Israëlieten sloten om Gods wet te gehoorzamen, kunt u denken aan de verbonden die u zelf met God hebt gesloten. Israëls verbond omvatte rituelen die in deze tijd niet van u gevergd worden, maar u kunt wat overeenkomsten ontdekken, vooral als u bedenkt welke eeuwige waarheden achter die rituelen scholen.
In vers 4, 5 en 8 is bijvoorbeeld sprake van een altaar, dierenoffers en bloed. Wat zouden die dingen kunnen voorstellen, en wat heeft dat met uw verbonden te maken? Hoe kunnen uw verbonden u helpen om ‘alles wat de Heere gesproken heeft, [te] doen’? (Vers 7.)
Zie ook Mozes 5:4–9; Becky Craven, ‘Nauwgezet versus nonchalant’, Liahona, mei 2019, 9–11.
Zondigen betekent dat we ons van God afkeren, maar Hij biedt ons een weg terug.
Als we bedenken dat de Israëlieten zo snel tot ‘verderfelijk’ gedrag vervielen (Exodus 32:7) doordat ze hun verbonden niet nakwamen, kunnen wij soortgelijke vergissingen voorkomen. Denk u bij het lezen van Exodus 32:1–8 in dat u in de schoenen van de Israëlieten staat – u bent in de woestijn, Mozes is al veertig dagen weg, en u weet niet of hij terugkomt of wanneer hij terugkomt, en er ligt een confrontatie met de Kanaänieten over het beloofde land in het verschiet (zie ook Exodus 23:22–31). Waarom zouden de Israëlieten een gouden afgodsbeeld hebben gewild? Waarom was de zonde van de Israëlieten zo ernstig? Door deze verzen gaat u misschien nadenken over de vraag hoe u in de verleiding kunt komen om meer vertrouwen in iets of iemand anders dan de Heiland te stellen. Voelt u zich geïnspireerd om iets te doen waardoor u God altijd op de eerste plaats kunt zetten? Wat vindt u in Mozes’ smeekbede aan de Heer in Exodus 33:11–17 inspirerend?
Hoewel de Israëlieten een ernstige zonde hadden begaan, kunnen we uit dit verhaal ook iets over Gods barmhartigheid en vergevensgezindheid leren. Wat staat er in Exodus 34:1–10 over de Heiland? Hoe herinneren Mozes’ daden ten behoeve van de Israëlieten u eraan wat Jezus Christus voor de mensheid heeft gedaan? (Zie Exodus 32:30–32; Mosiah 14:4–8; 15:9; Leer en Verbonden 45:3–5.)
Bijbelvertaling van Joseph Smith, Exodus 34:1–2 (in het aanhangsel van de tripelcombinatie)
Wat was het verschil tussen de twee sets stenen tafelen die Mozes maakte?
Toen Mozes van de berg kwam, nam hij de wet mee, geschreven op stenen tafelen. Toen hij zag dat de Israëlieten hun verbond hadden overtreden, brak Mozes de tafelen (zie Exodus 31:18; 32:19). Later gebood God Mozes om een nieuwe set tafelen te maken en die weer mee naar de berg te nemen (zie Exodus 34:1–4). Bijbelvertaling van Joseph Smith, Exodus 34:1–2 (in het aanhangsel van de tripelcombinatie) maakt duidelijk dat op de eerste set stenen tafelen de verordeningen van Gods ‘heilige orde’ oftewel het Melchizedeks priesterschap stonden. Op de tweede set stond ‘de wet van de vleselijke geboden’. Dit was een lagere wet die door het ‘lagere priesterschap’ (zie Leer en Verbonden 84:17–27) werd bediend. Zij moest de Israëlieten op de hogere wet en het grotere priesterschap voorbereiden zodat ze beter in Gods tegenwoordigheid konden komen.
Ideeën voor gezinsschriftstudie en de thuisavond
-
Exodus 31:12–13; 16–17.Na het lezen van deze verzen kan uw gezin misschien de vraag bespreken die president Nelson over ons gedrag op de sabbat heeft gesteld: ‘Welk teken geeft u de Heer om te laten zien dat u Hem liefhebt?’ (‘De sabbat is een verlustiging’, Liahona, mei 2015, 130.) Uw gezinsleden kunnen hier en daar in de woning een zin of plaat ophangen om u eraan te herinneren hoe u de Heer op de sabbat laat zien dat u Hem liefhebt. (Zie ook de videoserie ‘Sabbath Day–At Home’ [ChurchofJesusChrist.org].)
-
Exodus 32:1–8.Voor de gezinsbespreking van de manier waarop de Israëlieten zich van God afkeerden, kunt u op de grond een pad aangeven (of naar een pad in de buurt van uw woning gaan). Wandelend over het pad kunnen de gezinsleden bespreken met welke verleidingen we te maken krijgen om ons te laten afwijken ‘van de weg die [wij gaan als wij] luister[en] naar de geboden van de Heere’. Hoe kunnen wij op het pad blijven? Als we ervan zijn afgedwaald, hoe kunnen we er dan naar terugkeren? Hoe helpt de Heiland ons?
-
Exodus 32:26.Toen de Israëlieten een afgodsbeeld bleken te aanbidden, vroeg Mozes: ‘Wie [hoort er] bij de Heere’? Hoe laten wij zien dat we bij de Heer horen?
-
Exodus 33:14–15.De gezinsleden kunnen vertellen hoe zij hebben meegemaakt dat Gods aangezicht met hen is meegegaan. U kunt een lofzang zingen die erover gaat dat we op God vertrouwen, zoals ‘Blijf bij mij, Heer’ (Lofzangen, nr. 112).
U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.
Aanbevolen lied: ‘Wie staat bij ’s Heren vaan?’, Heilige lofzangen, nr. 154.