Oude Testament 2022
9–15 mei. Numeri 11–14; 20–24: ‘Kom tegen de Heere niet in opstand, en […] wees niet bevreesd’


‘9–15 mei. Numeri 11–14; 20–24: “Kom tegen de Heere niet in opstand, en […] wees niet bevreesd”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Oude Testament 2022 (2021)

‘9–15 mei. Numeri 11–14; 20–24’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2022

woestijnvallei

9–15 mei

Numeri 11–14; 20–24

‘Kom tegen de Heere niet in opstand, en […] wees niet bevreesd’

Dit lesschema is geen strikt draaiboek. Doe er ideeën en inspiratie uit op voor leeractiviteiten die de kinderen in uw klas ten goede komen.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Toon de kinderen een van de afbeeldingen in dit lesschema of in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Vraag ze wat er allemaal op de afbeelding gebeurt.

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Numeri 11:4–10

Ik kan dankbaar zijn voor wat God me gegeven heeft.

Hoewel de Heer wonderbaarlijke dingen voor de Israëlieten had gedaan, concentreerden ze zich vaak op wat ze niet hadden. Leer de kinderen om dankbaar te zijn voor wat God ze gegeven heeft.

Mogelijke activiteiten

  • Vraag of de kinderen zich enkele wonderen herinneren die de Heer deed om de Israëlieten in de woestijn te zegenen. (Help ze zo nodig op weg met afbeeldingen uit het lesschema van 4–10 april in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen; zie ook Exodus 14:21–22; 15:23–25; 16:4.) Vat vervolgens Numeri 11:4–10 voor ze samen en beklemtoon dat de Heer niet blij was met het geklaag van de Israëlieten. Laat de kinderen manieren bedenken waarop ze hun dankbaarheid jegens de Heer kunnen tonen.

  • Zing samen een lied over dankbaarheid, zoals ‘Tel uw zegeningen’ (Lofzangen, nr. 163). Laat elk kind een tekening maken van de zegeningen die zij of hun familie van de Heer hebben gekregen. Moedig ze aan om aan hun tekening te denken of ernaar te kijken wanneer ze willen klagen over iets wat ze niet hebben.

Numeri 13:17–33; 14:6–9

Geloof kan me helpen om niet bang te zijn.

Toen Mozes twaalf mannen uitstuurde om het beloofde land te verkennen, kwamen tien van hen bang terug vanwege de machtige mensen die daar woonden. Twee van hen, Kaleb en Jozua, waren niet bang, omdat ze geloof in de Heer hadden.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel aan de hand van afbeeldingen of tekeningen van druiven, honing, reuzen en sprinkhanen beknopt het verhaal over de twaalf mannen die Mozes uitstuurde om het beloofde land te verkennen (zie Numeri 13:17–33; zie ook ‘Veertig jaar in de woestijn’ in Verhalen uit het Oude Testament). Leg uit dat ze veel vruchten en ander voedsel aantroffen (laat de kinderen doen alsof ze het voedsel eten). Maar ze waren ook bang omdat de mensen groot en sterk waren (laat de kinderen doen alsof ze bang zijn). Laat een plaat van Jezus zien en zeg dat twee Israëlieten, Kaleb en Jozua, niet bang waren omdat ze geloof in Jezus Christus hadden.

  • Lees Numeri 14:9 aan de kinderen voor. Vertel over een keer dat u bang was, maar uw geloof in Jezus Christus u moed gaf. Laat de kinderen ook aan zoiets denken wat ze zelf hebben meegemaakt.

    mannen tonen vruchten aan Mozes

    Tien Israëlitische verkenners waren bevreesd; Jozua en Kaleb hadden geloof. © Lifeway Collection/licentie van goodsalt.com

Numeri 21:6–9

Ik kan naar Jezus Christus opkijken.

Net zoals de Israëlieten genazen door naar de koperen slang te kijken, ontvangen de kinderen in uw klas het eeuwig heil door naar de Heiland op te kijken.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel de kinderen met behulp van de doe-pagina van deze week of de afbeelding in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen wat er gebeurde toen er ‘gifslangen’ in het kamp van de Israëlieten kwamen (zie Numeri 21:6–9). Maak ze duidelijk dat de koperen slang als Jezus Christus is (zie Johannes 3:14–15). Laat de kinderen het verhaal beurtelings met behulp van de afbeelding aan elkaar vertellen.

  • Laat de kinderen hun ogen sluiten terwijl u een afbeelding van de Heiland in de klas verstopt. Dan mogen ze de ogen opendoen, de afbeelding gaan zoeken en ernaar kijken. Laat ieder kind de afbeelding een keertje verstoppen. Telkens wanneer de kinderen de afbeelding vinden, bedenken ze wat ze kunnen doen om naar de Heiland op te kijken.

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Numeri 12

De Heer wil dat ik zijn profeet volg.

Numeri 12 bevat enkele waardevolle lessen waar de kinderen iets aan kunnen hebben als ze mensen onvriendelijke dingen over de profeet van de Heer of andere kerkleiders horen zeggen.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel de kinderen dat de Heer eens niet blij was met Aäron en Mirjam, de broer en zus van Mozes. Laat ze in Numeri 12:1–2 lezen waarom. Wat vond de Heer er volgens vers 5–8 van dat Aäron en Mirjam zich tegen zijn profeet uitspraken?

  • Bedenk samen met de kinderen voorbeelden van mensen in de Schriften die de profeet volgden en gezegend werden (zie bijvoorbeeld Genesis 7:7; 1 Nephi 3:7). Wat heeft onze levende profeet ons zoal geleerd? Hoe hebben we er baat bij als we gehoor geven aan zijn leringen?

Numeri 21:4–9

Jezus Christus heeft de macht om me geestelijk te genezen.

Veel Israëlieten stierven omdat ze niet geloofden dat de Heer ze zou genezen als ze naar de koperen slang keken (zie Alma 33:18–20). Hoe kunt u de kinderen in uw klas geloof in de reddende macht van Jezus Christus bijbrengen?

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen tekenen wat ze in Numeri 21:4–9 hebben gelezen. Laat ze het verhaal aan de hand van hun tekening vertellen. Laat elk kind een van de volgende Schriftteksten kiezen en vertellen wat die aan ons begrip van het verhaal toevoegt: Johannes 3:14–15; 1 Nephi 17:41; Alma 33:18–20; Helaman 8:13–15; Leer en Verbonden 6:36.

  • Schrijf een vraag in de volgende trant op het bord: Hoe kunnen we ‘met geloof opkijken naar de Zoon van God’? (ZieHelaman 8:15.) Geef ieder kind een vel papier. Laat ze zoveel mogelijk antwoorden op de vraag bedenken en opschrijven. Verzamel de blaadjes en lees een paar antwoorden voor. Laat de kinderen dan vertellen hoe die dingen kunnen helpen wanneer we de genezende kracht van de Heiland nodig hebben.

Numeri 22–24

Ik kan Gods wil volgen, ook al proberen anderen me daarvan af te brengen.

Balak probeerde Bileam over te halen om een vloek over de Israëlieten uit te spreken. Maar Bileam wist dat dit tegen Gods wil was. Het voorbeeld van Bileam kan de kinderen helpen als ze onder druk staan om God ongehoorzaam te zijn.

Mogelijke activiteiten

  • Vat Numeri 22:1–18 voor de kinderen samen. Beklemtoon dat Bileam weigerde om een vloek over Gods volk uit te spreken, ook al stelde Balak, de koning van Moab, hem eer en rijkdom in het vooruitzicht. Laat de kinderen in de volgende verzen naar zinsneden zoeken die naar hun idee Bileams vastberadenheid aantonen om God te volgen: Numeri 22:18; 23:26; 24:13. Laat de kinderen één zinsnede kiezen die ze aanspreekt, en die op een kaartje schrijven. Dat herinnert ze eraan om de Heer te gehoorzamen.

  • Praat met de kinderen over situaties waarin vrienden of anderen ze willen overhalen om iets verkeerds te doen, zoals Balak dat bij Bileam deed. Hoe wist Bileam door zijn toewijding aan de Heer de druk van Balak te weerstaan? Laat de kinderen hun reactie in die situaties met woorden zoals die van Bileam oefenen.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Laat de kinderen thuis aan de hand van een afbeelding, een Schrifttekst of een liedje vertellen wat ze in het jeugdwerk hebben geleerd.

Ons onderwijs verbeteren

Sta open voor ingevingen van de Geest. ‘Vaak komen de beste onderwijsmomenten onverwacht – bijvoorbeeld wanneer iemand een persoonlijke ervaring vertelt of een vraag stelt die tot een goede bespreking leidt. […] Wees bereid uw plannen bij te stellen overeenkomstig de ingevingen die u krijgt.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland10.)