27 februari–5 maart

Mattheüs 8; Markus 2–4; Lukas 7

‘Uw geloof heeft u behouden’

Denk bij het lezen van Mattheüs 8, Markus 2–4 en Lukas 7 deze week aan de kinderen die u lesgeeft. Bid dat de Heilige Geest u zal inspireren met ideeën waardoor ze de beginselen in deze hoofdstukken gaan ontdekken.

Meedoen stimuleren

Vraag de kinderen om een verhaal te vertellen waarin Jezus een wonder verricht. (Zie de lijst met wonderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen.) U kunt er ook enkele afbeeldingen van tonen (zoals Evangelieplatenboek, nr. 40).

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Mattheüs 8; Markus 2–3; Lukas 7

Jezus kan wonderen verrichten.

Lees over de genezingen die de Heiland verricht heeft. Overweeg welke van die wonderen u wilt behandelen. Hoe kunt u de kinderen duidelijk maken welke rol geloof in de wonderen van Jezus speelde?

Mogelijke activiteiten

• Vertel het verhaal over de verlamde man in Markus 2:1–12. Zie ‘Hoofdstuk 23: De man die niet kon lopen.’ (In Verhalen uit het Nieuwe Testament, 57–58, of de bijbehorende video op ChurchofJesusChrist.org.) Leg uit dat de verlamde man niet kon lopen. Maak ze duidelijk dat de Heiland deze man genas.

• Laat de kinderen vertellen over een keer dat zij ziek waren. Vertel een van de verhalen waarin Jezus zieken geneest, zoals die in Mattheüs 8:1–4, 5–13, 14–15; Markus 3:1–5; Lukas 7:11–16. Laat de kinderen het verhaal in hun eigen woorden navertellen. Getuig dat Jezus’ macht ons kan genezen, zegenen en troosten.

Mattheüs 8; Markus 2–3; Lukas 7

Ik kan net als Jezus liefde tonen aan anderen.

Jezus toonde zijn liefde door de zieken en bezochten te genezen. Hoe kunt u de kinderen leren om lief te zijn voor mensen in nood?

Mogelijke activiteiten

• Kies een of meer verhalen waarin Jezus liefde toont aan iemand in nood, zoals die in Mattheüs 8:1–4, 5–13, 14–15; Markus 2:1–12; 3:1–5; Lukas 7:11–16. (Zie ook de video ‘Widow of Nain’, op ChurchofJesusChrist.org.) Vertel wanneer iemand u eens liefde toonde toen u het moeilijk had en wat u toen voelde. Laat de kinderen over hun ervaringen vertellen.

• Vertoon de video ‘Gordon Hinckley: Lessons I Learned as a Boy’ of ‘The Coat’ (ChurchofJesusChrist.org). Hoe volgden de kinderen in deze video’s het voorbeeld van Jezus? Laat de kinderen situaties bedenken waarin iemand hulp nodig heeft. Wat kunnen we doen om te helpen?

• Zing samen een liedje over lief en vriendelijk zijn voor anderen, zoals ‘Ik wil zo graag lief zijn’ (Kinderliedjes, p. 83).

Van vrees naar geloof, Howard Lyon

Markus 4:35–41

Jezus kan mij geruststellen als ik bang of in gevaar ben.

Uit het verhaal waarin Jezus de storm stilt, kunnen de kinderen leren dat Hij ze gerust kan stellen als ze bang zijn.

Mogelijke activiteiten

• Lees Markus 4:35–41 voor en laat de kinderen zich voorstellen dat ze aan boord van het schip zijn. (Zie ook ‘Hoofdstuk 21: Jezus bestraft de wind en de golven’, in Verhalen uit het Nieuwe Testament, 53, of de bijbehorende video op ChurchofJesusChrist.org.) Vraag de kinderen hoe ze zich zouden voelen als ze daar waren geweest. Wanneer zijn de kinderen bang geweest? Hoe zijn ze gerustgesteld?

• Vraag de kinderen om stormgeluiden te maken. Laat ze ophouden als iemand ‘Zwijg, wees stil’ zegt. Getuig dat Jezus ons gerust kan stellen als er een storm opsteekt, maar ook rust in ons hart kan geven als we ons slecht voelen.

• Leer de kinderen gebaren bij het derde couplet van ‘Al de verhalen van Jezus’ (Kinderliedjes, 36). Zing het vervolgens samen met de gebaren erbij.

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Mattheüs 8; Markus 2–3; Lukas 7

Jezus kan wonderen voor mij verrichten als ik in Hem geloof.

Jezus heeft tijdens zijn aardse bediening veel wonderen verricht. Hoe kunt u de kinderen laten beseffen dat er ook nu nog wonderen plaatsvinden?

Mogelijke activiteiten

• Laat de kinderen een van deze wonderen lezen en er een tekening van maken: Mattheüs 8:1–4, 5–13, 14–15; Markus 2:1–12; 3:1–5; Lukas 7:11–16. Laat ze hun tekeningen aan de klas toelichten. Wat kunnen we uit deze verhalen over Jezus leren?

• Laat de kinderen doen alsof ze ziek, verdrietig, bang of bezorgd zijn. Hoe kan Jezus ons helpen als we ons zo voelen? Getuig dat Jezus de kinderen in al die situaties kan helpen.

• Vraag de kinderen of ze iemand kennen die een priesterschapszegen gekregen heeft. Wat had die persoon aan de zegen? Is hij of zij genezen?

Markus 2:15–17; Lukas 7:36–50

Jezus houdt van ons, ook als we zondigen, en wil ons helpen om ons te bekeren.

De verhalen in Markus 2:15–17 en Lukas 7:36–50 maken de kinderen duidelijk dat Jezus Christus nog steeds van ons houdt als we zondigen. Hij wil ons graag helpen ons te bekeren en nader tot Hem te komen.

Mogelijke activiteiten

• Schrijf Wat vindt Jezus van zonde? en Wat vindt Jezus van ons als we zondigen? op het bord. Laat de kinderen over die vragen nadenken terwijl ze samen Markus 2:15–17 lezen. Vraag ze vervolgens naar hun antwoorden. (Lees eventueel samen wat er bij ‘Tollenaar’ staat in de Gids bij de Schriften [schriften.ChurchofJesusChrist.org].) Waarom is het belangrijk dat we weten dat Jezus van ons houdt, ook al zijn we niet volmaakt? Hoe kan die kennis ons bekeringsproces ten goede komen?

• Vraag een kind plus een familielid enkele dagen van tevoren om het verhaal in Lukas 7:36–50 in de les te komen vertellen. Ze kunnen delen van het verhaal desgewenst met tekeningen illustreren. Bespreek met de kinderen wat de Heer ons met dit verhaal duidelijk wil maken.

Markus 4:35–41

Jezus kan mij geruststellen als ik bang of in gevaar ben.

Kinderen moeten weten dat de Heiland ze gemoedsrust kan geven als ze nu en later de stormen van het leven trotseren.

Mogelijke activiteiten

• Laat een van de kinderen aan de hand van Markus 4:35–41 en de afbeelding Jezus stilt de storm (Evangelieplatenboek, nr. 40) het verhaal vertellen waarin Jezus de storm stilt. Vraag de kinderen hoe ze zich zouden voelen als ze daar waren geweest.

• Laat de kinderen vertellen wanneer ze gemoedsrust vonden nadat ze om hulp gebeden hadden. Herinner ze eraan dat die gemoedsrust van de Heiland komt.

• Geef ieder kind een papieren regenwolk. Laat ze er een beproeving op schrijven die iemand kan doormaken. Plak de regenwolken zo op het bord dat ze een afbeelding van de Heiland bedekken. Laat een kind een regenwolk wegnemen en voorstellen hoe we iemand met zo’n beproeving kunnen helpen. Als alle regenwolken weg zijn, getuigt u dat de Heiland de stormen in ons leven kan stillen.

Thuisstudie stimuleren

Laat de kinderen een goede daad opschrijven die ze deze week voor iemand gaan doen.

Ons onderwijs verbeteren

Kinderen zitten boordevol energie. U denkt misschien dat hun energie hun leerproces belemmert. Maar u kunt van hun energie gebruik maken door ze een verhaal te laten uitbeelden of gebaren te laten maken die bij een verhaal of liedje passen. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 25.)