Nieuwe Testament 2023
20–26 maart. Mattheüs 13; Lukas 8; 13: ‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen’


‘20–26 maart. Mattheüs 13; Lukas 8; 13: “Wie oren heeft om te horen, laat hij horen”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2023 (2022)

‘20–26 maart. Mattheüs 13; Lukas 8; 13’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2023

Afbeelding
graan dat klaar is voor de oogst

20–26 maart

Mattheüs 13; Lukas 813

‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen’

Gelijkenissen zijn eenvoudige verhalen die de kinderen boeien. Aan de hand van dit lesschema en Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen kunt u de kinderen belangrijke beginselen in de gelijkenissen van de Heiland bijbrengen.

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Neem enkele voorwerpen mee naar de les die de kinderen aan de gelijkenissen in Mattheüs 13 doen denken (zoals een zaadje, parel, schatkist enzovoort). Vraag de kinderen wat ze nog over de gelijkenissen weten.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Mattheüs 13:1–23

Ik wil de leringen van Jezus graag leren.

Kleine kinderen begrijpen de symboliek in de gelijkenis van de zaaier misschien niet helemaal, maar ze kunnen de eenvoudige evangeliebeginselen erin wél begrijpen. Hoe kunt u ze duidelijk maken dat deze gelijkenis op hen van toepassing is?

Mogelijke activiteiten

  • Vat Mattheüs 13:3–8 samen en toon verschillende soorten grond (of afbeeldingen ervan). Geef ieder kind een zaadje en vraag hoe ze de groei van de zaadjes kunnen bevorderen. Leg uit dat ons getuigenis op een zaadje lijkt. Hoe zorgen we ervoor dat het zaadje van ons getuigenis kan groeien?

  • Leg aan de hand van de doe-pagina van deze week uit wat de verschillende soorten grond in Mattheüs 13 over ons hart zeggen. Vraag de kinderen welk soort hart Jezus wil dat ze hebben, zodat ze zijn leringen kunnen begrijpen.

  • Lees Mattheüs 13:9, 15 en laat de kinderen de verschillende lichaamsdelen aanwijzen die u noemt. Hoe kunnen we met behulp van die lichaamsdelen de leringen van Jezus begrijpen?

Mattheüs 13:24–30, 36–43, 47–48

Onze hemelse Vader wil dat ik het goede kies.

In sommige gelijkenissen zegt Jezus dat God de goddelozen van de rechtvaardigen zal scheiden. Hoe kunt u de kinderen aan de hand van de gelijkenissen motiveren om het goede te kiezen?

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen de gelijkenis van de tarwe en het onkruid uitbeelden (zie Mattheüs 13:24–30). Leg uit dat de tarwe de mensen voorstelt die goede keuzes maken en dat het onkruid de mensen voorstelt die dat niet doen. Op een dag zal onze hemelse Vader de rechtschapen mensen bijeenbrengen om bij Hem te wonen.

  • Draag enkele voorbeelden van goede en verkeerde keuzes aan. Laat de kinderen ‘tarwekeuze’ zeggen als u een goede keuze beschrijft en ‘onkruidkeuze’ als u een verkeerde keuze beschrijft.

  • Geef de kinderen een afbeelding van tarwehalmen. Laat ze er manieren op tekenen waarop ze rechtschapen kunnen zijn.

Mattheüs 13:44–46

Mijn lidmaatschap in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is een schat.

Hoe kunt u de kinderen aan de hand van het idee van een schat en kostbare parels laten inzien dat lidmaatschap in de kerk van Christus waardevol is?

Mogelijke activiteiten

  • Verstop een afbeelding van een schatkist en van een parel in het lokaal. Laat de kinderen ze zoeken. Leg de gelijkenissen in Mattheüs 13:44–46 aan de hand van de afbeeldingen uit. Bespreek waarom iemand alles zou willen opgeven voor een mooie parel of een kostbare schat in een akker. Leg uit dat we soms iets goeds opgeven voor iets beters. Vertel de kinderen waarom het evangelie waardevol voor u is.

  • Stop in een doos of kist een aantal voorwerpen of afbeeldingen die ‘schatten’ voorstellen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (zoals de Heiland, tempels of het Boek van Mormon). Laat ieder kind een voorwerp of afbeelding kiezen en uitleggen waarom het voorwerp of de afbeelding een schat is.

  • Zing samen ‘De Kerk van Jezus Christus’ (Kinderliedjes, p. 48). Vraag de kinderen waarom ze dankbaar zijn voor de kerk van de Heiland. Getuig van de zegeningen die u als lid van de kerk ontvangt.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Mattheüs 13:1–23

Ik moet mijn hart openstellen om de leringen van Jezus te leren.

Hoe kunt u de kinderen duidelijk maken dat hun hart ontvankelijk moet zijn, zodat Jezus ze kan onderwijzen?

Mogelijke activiteiten

  • Laat ieder kind in Mattheüs 13:4–8 over een van de vier soorten grond lezen. Laat ze nagaan en uitleggen wat er met de zaadjes gebeurt die op hun soort grond vallen. Hoe kunnen we ons hart met de verschillende soorten grond vergelijken? (Zie Mattheüs 13:19–23.)

  • Toon de kinderen een afbeelding van een tuin. Wat voor aarde is er nodig om er planten in te laten groeien? Toon een afbeelding van aarde vol stenen of dorens. Waarom kunnen planten in dergelijke aarde niet goed groeien? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ons hart als de goede aarde is, zodat de leringen van de Heiland tot ons doordringen?

  • Laat de kinderen Mattheüs 13:15–17 lezen. Teken een oog, oor en hart op het bord. Hoe gebruiken we die lichaamsdelen om de leringen van Jezus te begrijpen?

Mattheüs 13:24–30, 36–43

Ik kan het goede kiezen, zelfs als de mensen om me heen dat niet doen.

Welke ingevingen krijgt u als u deze verzen leest en ondertussen aan de kinderen denkt?

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen verschillende scènes uit de gelijkenis van de tarwe en het onkruid in Mattheüs 13:24–30 tekenen en hun tekening aan de rest van de klas tonen. Vraag ze om hun tekening aan de hand van de uitleg in Mattheüs 13:36–43 van een onderschrift te voorzien. Leg uit dat het onkruid in deze gelijkenis schadelijk is.

  • Toon zo mogelijk een afbeelding van tarwe en onkruid. Leg uit dat de tarwe en het onkruid tot de oogst (het einde van de wereld) samen zullen opgroeien. Dat betekent dat zowel het goede als het kwade om ons heen is. We moeten goed opletten en het goede kiezen. Vraag de kinderen hoe ze het goede van het kwade kunnen onderscheiden.

Mattheüs 13:44–46

Mijn lidmaatschap in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is een schat.

Beschouwen de kinderen hun lidmaatschap in de kerk als een schat? Misschien zet een bespreking van de gelijkenissen in Mattheüs 13:44–46 ze aan om hun gevoelens over de kerk van de Heiland te verwoorden.

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen Mattheüs 13:44–46 doorlezen. Vraag ze de gelijkenissen in hun eigen woorden aan een ander kind in de klas te vertellen.

  • Knip een aantal rondjes uit, die muntstukken voorstellen. Stop ze in een schatkist. Laat de kinderen een munt nemen en er iets op schrijven of tekenen wat ze fijn vinden aan de kerk. Vraag wat ze op hun munt getekend of geschreven hebben.

  • Laat een lid van de wijk zijn of haar bekeringsverhaal vertellen. Vraag het lid uit te leggen wat hij of zij opgegeven heeft om lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen te worden. Of laat de kinderen vertellen wat zij voor de Heer en zijn kerk over hebben.

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Vraag de kinderen om thuis over een van de gelijkenissen te vertellen die u behandeld hebt.

Ons onderwijs verbeteren

Kinderen vertellen graag over wat ze leren. Ze zijn misschien jong, maar ze kunnen toch het gezin waartoe ze behoren sterken. Spoor ze aan om de dingen die ze in het jeugdwerk leren thuis te vertellen. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 30.)

Afdrukken