Dan veroordeel Ik u ook niet, Eva Koleva Timothy

24–30 april

Johannes 7–10

‘Ik ben de goede Herder’

Denk aan de kinderen in uw klas terwijl u Johannes 7–10 leest. De lesideeën voor grote kinderen in dit schema kunt u vaak ook aan kleine kinderen aanpassen, en omgekeerd.

Meedoen stimuleren

Herinner de kinderen aan een opdracht uit een vorige les. Vraag wat ze ermee gedaan hebben.

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Johannes 7:14–17

Door de geboden te onderhouden, kan ik weten dat ze echt van God komen.

Jezus heeft gezegd dat we een getuigenis van zijn leringen ontwikkelen door ze toe te passen. De gemoedsrust die we krijgen als we de geboden gehoorzamen, is een teken dat die geboden van God komen. Overweeg hoe u de kinderen dat duidelijk kunt maken.

Mogelijke activiteiten

• Vat Johannes 7:17 in eenvoudige woorden samen. Druk ze op het hart dat we ons dichter bij Jezus Christus voelen als we de geboden gehoorzamen. Zing bijvoorbeeld samen een liedje, zoals ‘Wees gehoorzaam aan de geboden’ of ‘Kies het goede’ (Kinderliedjes, p. 68–69, 82–83). Laat de kinderen opletten wat voor zegeningen we ontvangen als we de geboden onderhouden.

• Vertel over een situatie waarin u zeker wist dat een gebod van God kwam omdat u dat gebod onderhield (zoals tiende betalen of iemand vergeven die onvriendelijk deed). Laat de kinderen aan een situatie denken waarin ze een gebod gehoorzaamden. Vraag hoe ze zich voelden toen ze gehoorzaam waren.

• Laat de kinderen zichzelf tekenen terwijl ze een gebod gehoorzamen. (Bedenk samen wat voorbeelden.) Laat ze hun tekening aan elkaar tonen en vertellen hoe blij ze worden als ze dat gebod gehoorzamen.

Johannes 8:29

Jezus gehoorzaamde zijn Vader.

Jezus Christus deed altijd de wil van zijn Vader in de hemel. Hoe kunt u de kinderen manieren laten bedenken om zijn voorbeeld te volgen?

Mogelijke activiteiten

• Laat de kinderen herhalen wat Jezus in Johannes 8:29 over onze hemelse Vader zegt: ‘Ik [doe] altijd wat Hem welgevallig is.’ Vraag ze wat Jezus gedaan heeft dat onze hemelse Vader gelukkig maakte. Toon wat afbeeldingen uit het Evangelieplatenboek om ze ideeën te geven.

• Vraag de kinderen wat ze gelukkig maakt. Vraag een van de ouders van de kinderen om te vertellen over iets wat het kind gedaan heeft waardoor die ouder blij of gelukkig werd. Hoe kunnen wij onze hemelse Vader blij maken? Laat de kinderen een tekening maken waarop ze die dingen doen en die tekening ter herinnering mee naar huis nemen.

Johannes 10:1–16

Jezus kent mij en houdt van mij.

Door de gelijkenis van de goede Herder kunnen de kinderen beseffen dat Jezus van ze houdt en ze kent.

Mogelijke activiteiten

• Laat de kinderen iets tekenen dat in de gelijkenis van de goede Herder voorkomt, zoals schapen, een herder of een wolf. Lees enkele verzen uit Johannes 10:1–16 voor. Vraag de kinderen hun tekening omhoog te houden als ze u horen voorlezen wat ze getekend hebben. Bedenk samen in welke opzichten Jezus als een herder voor ons is. Getuig dat de Heiland van ons houdt en ons terug naar Hem zal leiden.

• Toon de afbeelding van Jezus en de lammeren in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Hoe weten we dat Jezus van de lammeren houdt? Waaraan zien we dat de lammeren van Jezus houden? Hoe kunnen we laten zien dat we Jezus liefhebben?

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Johannes 7:14–17

Door de geboden te onderhouden, kan ik weten dat ze echt van God komen.

De kinderen en u zijn door de geboden te onderhouden misschien te weten gekomen dat ze waar zijn. Hoe kunt u bij uw onderwijs op die ervaring voortborduren?

Mogelijke activiteiten

• Zet de verzen in Johannes 7:14–17 op verschillende strookjes papier en leg ze in willekeurige volgorde neer. Laat de kinderen ze in de juiste volgorde leggen en in Johannes 7:14–17 controleren of ze het goed gedaan hebben. Deel de kinderen in groepjes van twee op en laat ze de verzen met elkaar bespreken. Hoe zijn ze door gehoorzaamheid aan de geboden te weten gekomen dat ze waar zijn?

• Geef voorbeelden uit de Schriften waarbij mensen gezegend werden omdat ze het evangelie naleefden, zoals Daniël (zie Daniël 6) of Elizabet (zie Lukas 1:5–14). Wat voor zegeningen hebben we dankzij onze gehoorzaamheid aan de geboden ontvangen?

• Vraag een van de kinderen een paar dagen van tevoren om een ervaring op te schrijven waarbij hij of zij een getuigenis van een gebod kreeg door het te onderhouden. Laat het kind tijdens de les voorlezen wat het opgeschreven heeft.

Johannes 8:31–36

De waarheid kan me vrijmaken.

Sommige mensen denken dat naleving van het evangelie ze beperkt. Hoe kunt u de kinderen met behulp van Johannes 8:31–36 duidelijk maken dat naleving van het evangelie ons juist vrijmaakt?

Mogelijke activiteiten

• Laat de kinderen Johannes 8:31–36 lezen. Vraag ze wat ‘een slaaf van de zonde’ betekent. In welke opzichten maken Jezus’ leringen ons vrij?

• Toon een slot dat zonde voorstelt en een sleutel die voorstelt hoe het evangelie ons vrijmaakt. Onze kennis van de verzoening van de Heiland geeft ons bijvoorbeeld de vrijheid om ons te bekeren en vergeving te ontvangen. Onze kennis van het woord van wijsheid geeft ons de vrijheid om verslaving te voorkomen.

Jezus heeft gezegd: ‘De waarheid zal u vrijmaken’ (Johannes 8:32).

Johannes 10:1–18

Jezus is als een herder voor mij.

Bestudeer de gelijkenis van de goede Herder en ga na wat we eruit kunnen leren over onze band met de Heiland. Wat hebben de kinderen aan die inzichten?

Mogelijke activiteiten

• Zet goede herder en huurling op het bord. Leg uit dat een huurling iemand is die iets voor geld doet. Laat de kinderen in Johannes 10:1–18 verschillen tussen een goede herder en een huurling zoeken. Waarom zou je liever de goede herder dan de huurling volgen? In welke opzichten is Jezus als een herder voor ons?

• Teken een deur of toon een afbeelding van een deur. Lees samen Johannes 10:7–9 en vraag in welke opzichten Jezus met een deur is te vergelijken. Welke zegeningen ontvangen we volgens vers 9 als we door de deur naar binnen gaan? Hoe gaan we door de deur die Jezus Christus ons biedt?

Thuisstudie stimuleren

Laat de kinderen een gebod kiezen dat ze beter kunnen onderhouden. Vraag ze hun best te doen om dat gebod deze week beter te onderhouden.

Ons onderwijs verbeteren

Stel geïnspireerde vragen. Stel vragen waarop de kinderen niet slechts met feitenkennis moeten antwoorden. Spoor ze liever aan om van het evangelie te getuigen. Als u het over de geboden heeft, kunt u de kinderen bijvoorbeeld vragen hoe gehoorzaamheid aan de geboden ze tot zegen is.