Nieuwe Testament 2023
14–20 augustus. Romeinen 7–16: ‘Overwin het kwade door het goede’


‘14–20 augustus. Romeinen 7–16: “Overwin het kwade door het goede”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2023 (2022)

‘14–20 augustus. Romeinen 7–16’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2023

Afbeelding
overblijfselen van het oude Rome

14–20 augustus

Romeinen 7–16

‘Overwin het kwade door het goede’

Lees Romeinen 7–16 en schrijf al uw ingevingen op over manieren om het materiaal uit deze hoofdstukken in uw lessen te gebruiken.

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag vooraf aan een of meer kinderen om in Romeinen 7–16 een vers uit te kiezen waar ze in de klas iets over kunnen vertellen. Zo nodig kunt u de ouders vragen om daarbij te helpen.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Romeinen 8:35–39

Onze hemelse Vader houdt van mij.

Hoe kunt u de kinderen aan de hand van de woorden van Paulus duidelijk maken dat onze hemelse Vader altijd van ze zal houden?

Mogelijke activiteiten

  • Help de kinderen om de zinsnede ‘[Niets zal ons] kunnen scheiden van de liefde van God’ (Romeinen 8:39) uit het hoofd te leren. Bedenk hoe u deze waarheid kunt illustreren. Neem twee planken mee die u aan elkaar gespijkerd hebt. Schrijf op de ene plank ‘wij’ en op de andere plank ‘de liefde van God’. Vraag de kinderen of ze de planken uit elkaar kunnen halen.

  • Toon een afbeelding van de zon of laat de kinderen naar de zon kijken. In welk opzicht lijkt de zon op de liefde van onze hemelse Vader? Wijs de kinderen erop dat de zon wel ver weg is, maar we toch haar warmte kunnen voelen. We kunnen de liefde van onze hemelse Vader voortdurend voelen, ook al is Hij niet lijfelijk bij ons. Zing samen een liedje over de liefde van onze hemelse Vader, zoals ‘Mijn hemelse Vader is goed voor mij’ (Kinderliedjes, p. 16–17).

Afbeelding
Jezus met kinderen

Kinderen kunnen anderen kennis over en geloof in de Heiland bijbrengen. Verhalen vertellen in Galilea, Del Parson

Romeinen 10:17

Geloof komt doordat we het woord van God horen.

Als kinderen het woord van God horen en er nauwkeurig naar luisteren, groeit hun geloof in God.

Mogelijke activiteiten

  • Lees Romeinen 10:17 voor. Toon afbeeldingen van situaties waarin de kinderen het woord van God kunnen horen, zoals tijdens de gezinsstudie, in de kerk of tijdens de algemene conferentie. (Zie de doe-pagina van deze week.) Vraag de kinderen wanneer ze het woord van God hebben gehoord.

  • Vertel een verhaaltje over een kind dat op verschillende manieren naar het woord van God luistert. Terwijl u het verhaaltje vertelt, blaast u een ballon telkens wat verder op om te illustreren hoe het geloof van het kind groeit als hij of zij naar het woord van God luistert.

  • Om de kinderen duidelijk te maken dat hun geloof kan groeien, zingt u samen ‘Geloof’ (Kinderliedjes, p. 50–51). Laat ze bij het begin van het liedje in gehurkte houding gaan zitten. Laat ze telkens als ze het woord geloof horen een stukje verder opstaan, alsof ze een groeiend plantje zijn.

  • Verstop in de klas een exemplaar van de standaardwerken, een foto van de president van de kerk en een exemplaar van het tijdschrift de Vriend. Laat de kinderen ze opzoeken en vertellen hoe we daardoor het woord van God kunnen horen.

Romeinen 16:1–4

Ik kan mensen die mij helpen, bedanken.

Paulus was de mensen die hem hielpen dankbaar. U kunt de kinderen aansporen opmerkzaam te zijn voor de dingen die anderen voor hen doen, en hen te bedanken.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel dat Paulus dankbaar was voor de hulp die hij van een vrouw met de naam Febe en een echtpaar met de namen Priscilla en Aquila kreeg (zie Romeinen 16:1–4). Laat de kinderen Paulus en deze drie mensen tekenen terwijl u deze verzen voorleest.

  • Vraag de kinderen wat voor lieve dingen iemand onlangs voor hen heeft gedaan. Maak samen bedankkaartjes voor die mensen.

  • Leer de kinderen om in verschillende talen ‘dank u’ te zeggen. Het liedje ‘Kinderen overal ter wereld’ (Kinderliedjes, p. 4–5) kan ze daarbij helpen.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Romeinen 8:16–18

Onze hemelse Vader wil dat ik me voorbereid om alles te ontvangen wat Hij heeft.

Dankzij het plan van onze hemelse Vader kunnen wij zoals Hij worden en alles beërven wat Hij heeft. Dat besef kan de kinderen inspireren om het evangelie trouwer na te leven.

Mogelijke activiteiten

  • Lees samen Romeinen 8:16–18. Wat leren ze uit deze verzen over wie we zijn en wie we kunnen worden? Leg uit dat een erfgenaam iemand is die erft, of ontvangt, wat zijn of haar ouders hebben. Schrijf op het bord: Wat moeten we doen om alles te erven wat onze Vader in de hemel heeft? Zing met de klas een liedje over gehoorzaamheid, zoals ‘Ik werk mee aan Gods plan voor mij’ (Kinderliedjes, p. 86–87). Hebben de kinderen nog meer antwoorden?

  • Laat de kinderen zich een koning voorstellen die wil dat zijn zonen en dochters op een dag over zijn koninkrijk heersen. Leg uit dat onze hemelse Vader een soort koning is, en dat wij zijn koninklijke zonen en dochters zijn. U kunt het verhaal van de zoon van koning Lodewijk XVI van Frankrijk vertellen. Zuster Elaine S. Dalton haalt het aan in haar toespraak ‘Vergeet niet wie je bent!’ (Liahona, mei 2010, 121). Waarom is het belangrijk om te onthouden dat wij kinderen van onze hemelse Vader zijn en eens kunnen worden zoals Hij? Hoe is die kennis van invloed op de keuzes die we op aarde maken?

Romeinen 10:17

Geloof komt doordat we het woord van God horen.

Kinderen hebben vaak de kans om het woord van God te horen. Leg uit hoe hun geloof kan groeien als ze het woord van God horen.

Mogelijke activiteiten

  • Zet op het bord: is uit en door het van . Laat de kinderen Romeinen 10:17 lezen en de ontbrekende woorden invullen. Vertel over een situatie waarin iemand u een evangeliebeginsel bijbracht dat uw geloof versterkte. U kunt eventueel een favoriete Schrifttekst of een citaat uit een algemene conferentie voorlezen. Laat de kinderen over hun eigen ervaringen vertellen.

  • Geef een kind een afbeelding van de Heiland die iemand geneest, zonder dat de andere kinderen het te zien krijgen. Laat het kind hints geven zodat de andere kinderen kunnen raden wat er op de afbeelding staat. Hoe kunnen we anderen over de Heiland vertellen, zodat zij geloof in Hem kunnen hebben?

Romeinen 14:10, 13

‘Laten wij dan niet […] elkaar oordelen.’

Als kinderen in contact komen met mensen die andere keuzes maken dan zij, zou het kunnen dat ze gaan oordelen. Overdenk hoe de raad van Paulus aan de Romeinen ze kan aansporen om niet te oordelen.

Mogelijke activiteiten

  • Laat een kind Romeinen 14:10, 13 voorlezen. Laat de andere kinderen tellen hoeveel keer Paulus een vorm van het woord oordelen gebruikt. Wat betekent het om iemand te oordelen? Waarom mogen we anderen niet oordelen?

  • Toon een foto van iemand en vraag de kinderen wat we over die persoon kunnen zeggen door alleen maar naar de foto te kijken. Wat weten we niet over hem of haar? Waarom is de Heer de aangewezen persoon om die persoon te oordelen? (Zie 1 Samuel 16:7.)

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Moedig de kinderen aan om een activiteit uit de les te kiezen en die thuis nog eens te doen. Zeg dat ze de volgende les kunnen vertellen hoe dat is gegaan.

Ons onderwijs verbeteren

Geef kinderen de gelegenheid om te bewegen. Het is voor kinderen vaak moeilijk om lang aandachtig stil te zitten. Laat de kinderen nu en dan een tijdje staan of op de grond in plaats van hun stoel zitten.

Afdrukken