‘28 augustus–3 september. 1 Korinthe 8–13: “U [bent] het lichaam van Christus”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2023 (2022)
‘28 augustus–3 september. 1 Korinthe 8–13’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2023
28 augustus–3 september
1 Korinthe 8–13
‘U [bent] het lichaam van Christus’
Luister wanneer u 1 Korinthe 8–13 leest naar influisteringen van de Geest over manieren om de beginselen in deze hoofdstukken over te brengen. Vergeet niet dat u elke activiteit aan de leeftijd van de kinderen mag aanpassen.
Meedoen stimuleren
Vraag de kinderen wat ze tijdens de avondmaalsdienst hebben gedaan om aan Jezus te denken.
Kleine kinderen in de leer onderwijzen
Mijn hemelse Vader helpt mij om rechtschapen keuzes te maken.
Het goede kiezen is niet altijd makkelijk. Onze hemelse Vader weet dat. Hij zal ons helpen als we erom vragen, want Hij wil graag dat het ons lukt.
Mogelijke activiteiten
-
Lees 1 Korinthe 10:13 voor en laat de kinderen hun hoofd schudden als ze de woorden ‘verzoeking’ of ‘verzocht’ horen. Leg uit wat dit vers voor u betekent.
-
Vertel enkele korte verhaaltjes van mensen die op het punt staan een verkeerde keuze te maken. Laat de kinderen hun hand of papieren stopbord in de lucht steken als de persoon in het verhaal een verkeerde keuze maakt. Wat is de juiste keuze? Getuig dat onze hemelse Vader ons zal helpen om de goede weg te kiezen.
-
Laat een plaat van Jezus zien en zing samen een liedje over Hem, zoals ‘Ik wil graag als Jezus worden’ (Kinderliedjes, p. 40–41). Bespreek hoe de gedachte aan Jezus u motiveert om goede keuzes te maken. Toon afbeeldingen van andere dingen die ons helpen om goede keuzes te maken, zoals onze ouders en de Schriften. Vraag de kinderen wat ze helpt om goede keuzes te maken.
Mijn hemelse Vader heeft mij gezegend met geestelijke gaven.
Onze hemelse Vader heeft al zijn kinderen geestelijke gaven gegeven. Welke geestelijke gaven ziet u in de kinderen in uw klas?
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen een tekening maken van het leukste cadeautje dat ze ooit hebben gekregen. Leg uit dat onze hemelse Vader ons geestelijke gaven geeft om ons geloof te versterken en om anderen tot zegen te zijn. Bespreek met de kinderen enkele geestelijke gaven die in 1 Korinthe 12:7–11 genoemd worden.
-
Schrijf ieder kind een briefje waarin u beschrijft welke geestelijke gave u in hem of haar ziet, of laat de ouders een soortgelijk briefje schrijven. Stop de briefjes in een envelop. Laat de kinderen hun envelop openen en lees samen welke geestelijke gaven ze bezitten.
Ik kan van anderen houden.
In de Schriften staat dat naastenliefde de ‘reine liefde van Christus’ is (Moroni 7:47). Hoe kunt u ertoe bijdragen dat de kinderen christelijke liefde ontwikkelen?
Mogelijke activiteiten
-
Lees 1 Korinthe 13:13 en Moroni 7:47. Zeg samen met de kinderen de volgende zin op: ‘Naastenliefde is de reine liefde van Christus.’ Toon afbeeldingen van een liefdevolle, vriendelijke Jezus, en vraag de kinderen hoe Hij anderen liefde toonde. U kunt in het Evangelieplatenboek ideeën opdoen.
-
Zing samen een liedje over liefde voor anderen, zoals ‘Jezus zegt: wees altijd lief’ of ‘Houd van elkander’ (Kinderliedjes, p. 39, 74). Laat afbeeldingen van verschillende mensen zien, zoals een ouder, broer, zus, leerkracht of vriend(in). Vraag de kinderen hoe ze die persoon kunnen dienen. Laat de kinderen denken aan iemand die ze kunnen helpen. Laat ze die persoon dan een zelfgeschreven briefje of tekening geven. Als ze nog meer ideeën nodig hebben, vertoon dan de video ‘Pass It On’ (ChurchofJesusChrist.org).
Grote kinderen in de leer onderwijzen
Mijn hemelse Vader helpt mij verleiding te weerstaan.
Door de beloften in dit vers kunnen de kinderen erop vertrouwen dat hun hemelse Vader ze zal helpen verleiding te weerstaan.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen in groepjes van twee 1 Korinthe 10:13 lezen en in hun eigen woorden samenvatten. Vraag de kinderen wanneer hun hemelse Vader ze heeft geholpen verleiding te mijden of te weerstaan. Hoe kunnen we op onze hemelse Vader vertrouwen als we worden verleid?
-
Schrijf verleidingen waarmee kinderen tegenwoordig te maken krijgen op strookjes papier. Laat de kinderen een strookje kiezen en vertellen wat onze hemelse Vader ons heeft gegeven, zodat we deze verleidingen kunnen mijden of weerstaan. Voor meer ideeën kunt u samen Alma 13:28–29 lezen.
Tijdens het avondmaal kan ik overdenken hoe ik de Heiland volg.
Maak ze duidelijk dat het avondmaal de kans biedt om onszelf te ‘beproeven’ of te onderzoeken. We kunnen dan ons doopverbond hernieuwen om de Heer te dienen en zijn geboden te onderhouden (1 Korinthe 11:28).
Mogelijke activiteiten
-
Laat een kind 1 Korinthe 11:28 voorlezen. Wat betekent het om onszelf te ‘beproeven’ of te onderzoeken voordat we aan het avondmaal deelnemen? Vraag de kinderen wie nog meer onderzoek doen, zoals dokters, detectives of wetenschappers. Een dokter doet bijvoorbeeld onderzoek om na te gaan of we gezond zijn. Als we deelnemen aan het avondmaal, hoe kunnen we dan nagaan in hoeverre we ons doopverbond naleven?
-
Laat de kinderen een lijstje maken van dingen waaraan ze kunnen denken als ze aan het avondmaal deelnemen. Moedig ze aan om dat lijstje te gebruiken als geheugensteuntje om zichzelf tijdens het avondmaal te onderzoeken.
1 Korinthe 12:4, 7–12, 31; 13:1–8
Ik bezit geestelijke gaven.
Paulus heeft gezegd dat de gaven van de Geest ‘aan ieder’ worden gegeven (1 Korinthe 12:7). Dit beginsel kan het gevoel van eigenwaarde van de kinderen vergroten, vooral als ze hun gaven gebruiken om anderen tot zegen te zijn.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen op het bord een lijst maken van de geestelijke gaven die ze in 1 Korinthe 12:7–11; 13:2 tegenkomen. In Moroni 10:8–18 en Leer en Verbonden 46:13–26 staan nog meer gaven. Vertel de kinderen welke geestelijke gaven ouderling Marvin J. Ashton heeft genoemd: ‘De gave om te vragen; de gave om te luisteren; […] de gave om twist te vermijden; […] de gave om te zoeken naar wat rechtvaardig is; de gave om niet te oordelen; de gave om tot God op te zien om leiding; […] de gave om te geven om anderen; […] de gave om te bidden; de gave om een krachtig getuigenis te geven.’ (‘There Are Many Gifts’, Ensign, november 1987, 20.) Laat de kinderen vertellen welke geestelijke gaven ze bij elkaar herkennen.
-
Vraag ouders vooraf welke gaven ze bij hun kinderen zien, of bedenk welke gaven u bij de kinderen ziet. Vertel ze over die gaven. Laat de kinderen opschrijven hoe ze de komende week hun gaven gaan gebruiken om iemand tot zegen te zijn.
-
Geef voorbeelden van situaties waarin iemand een geestelijke gave uit 1 Korinthe 12:7–10 zou kunnen gebruiken. Laat de kinderen bedenken welke gaven in dat geval nuttig zouden zijn.
Thuisstudie stimuleren
Moedig de kinderen aan om thuis iets uit de les van vandaag te bespreken. Laat ze bijvoorbeeld over hun geestelijke gaven vertellen en vragen welke gaven de anderen in het gezin hebben.