Daniël legt Nebukadnezars droom uit, Grant Romney Clawson

31 oktober–6 november

Daniël 1–6

‘Er is geen andere god die zo redden kan’

Maak bij uw studie van Daniël 1–6 onder inspiratie aantekeningen van leringen die u aan de kinderen wilt overbrengen.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen stimuleren

Laat afbeeldingen zien van de gebeurtenissen in Daniël 1–6. (Zie het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen of Evangelieplatenboek, nr. 23, 24, 25, 26.) Vraag wat de kinderen over de gebeurtenissen in de afbeeldingen weten. Vraag ook wanneer zij eens kozen om de Heiland te volgen, zoals Daniël en zijn vrienden dat deden.

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Daniël 1:1–17

Onze hemelse Vader wil dat ik goed voor mijn lichaam zorg.

Daniël en zijn vrienden weigerden de gerechten en de wijn die de koning ze aanbood. Ze wilden Gods geboden onderhouden en hun lichaam niet schaden. Tegenwoordig helpt het woord van wijsheid ons om schadelijke middelen voor ons lichaam te mijden.

Mogelijke activiteiten

• Vertel de kinderen over ‘Daniël en zijn vrienden’ (in Verhalen uit het Oude Testament), of vat Daniël 1:1–17 samen. Laat de kinderen het verhaal naspelen. Maak duidelijk dat de Heer Daniël en zijn vrienden zegende voor hun keuze om Hem te gehoorzamen (zie vers 17). Welke zegeningen ontvangen wij van God als we het goede kiezen?

• Toon afbeeldingen van dingen die we volgens het woord van wijsheid wel en niet moeten eten of gebruiken (zie Leer en Verbonden 89). Laat de kinderen doen alsof ze de goede dingen opeten en de slechte dingen weigeren. Getuig dat de Heer ons zegent wanneer we goed voor ons lichaam zorgen. Zing met de klas een liedje over goed voor ons lichaam zorgen, zoals ‘De Heer gaf mij een tempel’ (Kinderliedjes, p. 73). Wat leren we uit dit lied?

Illustratie, Daniël en zijn vrienden weigeren het voedsel van de koning, Brian Call

Daniël 1; 3; 6

God zegent mij als ik besluit om Jezus Christus te volgen.

Het boek Daniël bevat verhalen van mensen die besloten om Gods geboden te onderhouden, ook al was dat moeilijk. Hoe kunt u de kinderen daar een voorbeeld aan laten nemen?

Mogelijke activiteiten

• Zoek afbeeldingen van de verhalen in Daniël 1, 3 en 6 op. (Zie de doe-pagina van deze week, het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen of Evangelieplatenboek, nr. 23, 25, 26.) Hang de afbeeldingen omgekeerd op het bord of leg ze op de vloer. Laat een kind een van de afbeeldingen omdraaien en het betreffende verhaal vertellen. (Zie voor hulp ‘Daniël en zijn vrienden’, ‘Sadrach, Mesach en Abed-Nego’ en ‘Daniël in de leeuwenkuil’ in Verhalen uit het Oude Testament.) Bespreek na elk verhaal vragen als: Wat deden de mensen om de Heer te volgen? Hoe zegende de Heer hen? Vertel hoe u gezegend bent door uw keuze om Jezus Christus te volgen. Vraag de kinderen naar hun ervaringen.

• Laat ze situaties naspelen waarin ze hun geloof in God kunnen tonen door zijn geboden te onderhouden. Bijvoorbeeld: lief zijn voor een broertje of zusje, iemand over de Heiland vertellen of elke avond bidden. Laat een afbeelding van Sadrach, Mesach en Abed-Nego in de brandende vuuroven zien (zie Evangelieplatenboek, nr. 25). Vraag hoeveel mensen er in de vuuroven zijn. Lees Daniël 3:24–25 voor om te ontdekken wie er nog meer in de vuuroven was. Getuig dat de Heer met ons is als we Hem volgen.

Daniël 6

Mijn hemelse Vader wil dat ik vaak bid.

Daniël was bereid om zijn leven te riskeren zodat hij elke dag tot onze hemelse Vader kon bidden. Hoe kunt u bij de kinderen dat verlangen om te bidden ook aanwakkeren?

Mogelijke activiteiten

• Vertel het verhaal in Daniël 6 (zie ‘Daniël in de leeuwenkuil’ in Verhalen uit het Oude Testament). Laat de kinderen een tekening van het verhaal maken. Laat ze het verhaal dan met behulp van hun tekeningen aan elkaar vertellen. Waarom wil onze hemelse Vader dat we tot Hem bidden? Vertel waarom het gebed voor u belangrijk is.

• Bespreek wanneer de kinderen kunnen bidden, bijvoorbeeld wanneer ze bang zijn, fouten maken of hulp op school nodig hebben. Waarom is het goed om in die situaties te bidden? Maak duidelijk dat we altijd een gebed in ons hart kunnen hebben, waar we ook zijn.

• Zing met de klas een liedje over het gebed, zoals ‘Wij buigen stil ons hoofdje nu’ (Kinderliedjes, p. 18). Bespreek met de kinderen waarvoor we zoal kunnen bidden.

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Daniël 1; 3; 6

Ik kan het goede doen, ook wanneer dat moeilijk is.

De verhalen in Daniël 1, 3 en 6 kunnen de kinderen in uw klas de moed en het geloof geven om goede keuzes te maken, ook al voelen ze zich alleen.

Mogelijke activiteiten

• Teken enkele pijlen op het bord die allemaal dezelfde kant op wijzen. Teken ook één pijl die de andere kant op wijst. In welke opzichten lijken Daniël en zijn vrienden op die ene pijl? Vraag de kinderen naar voorbeelden uit de verhalen in Daniël 1, 3 en 6 (zie ‘Daniël en zijn vrienden’, ‘Sadrach, Mesach en Abed-Nego’ en ‘Daniël in de leeuwenkuil’ in Verhalen uit het Oude Testament). Waarom moet het voor Daniël en zijn vrienden vast moeilijk zijn geweest om goede keuzes te maken? Hoe werden ze door de Heer voor hun goede keuzes gezegend?

• Bedenk samen situaties waarin de kinderen onder druk worden gezet om iets verkeerds te doen. Vraag wanneer ze gezegend werden toen ze het goede deden, ook al was dat moeilijk. Zing met de klas een lied over dit onderwerp, zoals ‘Kies toch goed’ (Lofzangen, nr. 162).

Daniël 2

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is het koninkrijk van God op aarde.

Toen Daniël zijn geïnspireerde uitleg van Nebukadnezars droom gaf, zag hij ‘dat, niet door mensenhanden, uit de berg een steen werd afgehouwen’ (Daniël 2:45). Die steen stelt De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen voor, die de aarde zal vervullen.

Mogelijke activiteiten

• Lees Daniël 2:31–35, 44–45 met de kinderen en laat ze tekenen wat Nebukadnezar in zijn droom zag. Vraag wat ze uit deze verzen over de steen in de droom leren. Leg uit dat die steen De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen voorstelt. Vraag hoe onze hemelse Vader voor de oprichting van zijn kerk in de laatste dagen heeft gezorgd. Help ze aan ideeën met platen van gebeurtenissen in de herstelling van de kerk (zie Evangelieplatenboek, nr. 90–95).

• Geef ieder kind een prop papier die de steen in Nebukadnezars droom voorstelt. Hoe weet hij of zij dat de kerk door God is hersteld? Vraag ze onder het vertellen hun ‘stenen’ aan u te geven. Maak van alle stenen samen met plakband of touw één grote steen. Getuig dat we ieders geloof samenbrengen door ons getuigenis te versterken en het evangelie met anderen te delen, en er zo aan meehelpen dat het koninkrijk van God ‘de hele aarde’ vult (Daniël 2:35).

Thuisstudie stimuleren

Moedig de kinderen aan om deze week iets te doen waarmee ze hun geloof in Jezus Christus laten zien.

Ons onderwijs verbeteren

Help de kinderen om de Geest te herkennen. Als u geestelijke ervaringen met de kinderen hebt, help ze dan de invloed van de Heilige Geest te herkennen.