‘21–27 november. Jona; Micha: “Hij vindt vreugde in goedertierenheid”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Oude Testament 2022 (2021)
‘21–27 november. Jona; Micha’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2022
21–27 november
Jona; Micha
‘Hij vindt vreugde in goedertierenheid’
Let op belangrijke beginselen in Jona en Micha die de kinderen in uw klas ten goede komen. Overdenk hoe u ze die beginselen kunt bijbrengen. De ideeën in dit lesschema kunnen u daarbij helpen.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Help kinderen het verhaal van Jona of andere leringen van thuis te onthouden door met de klas een lied te zingen, zoals de zevende strofe van ‘Volg de profeet’ (Kinderliedjes, p. 58–59).
Kleine kinderen in de leer onderwijzen
De Heer zegent mij wanneer ik Hem gehoorzaam.
Toen de Heer Jona vroeg om tot de mensen in Ninevé te prediken, gehoorzaamde Jona niet. Maak de kinderen duidelijk dat we gezegend worden wanneer we de Heer gehoorzamen.
Mogelijke activiteiten
-
Laat afbeeldingen over het verhaal van Jona zien en vraag wat de kinderen over het verhaal weten. (Zie ‘Jona’ in Verhalen uit het Oude Testament; de doe-pagina van deze week; of het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen.) Stel vragen als: Wat gebeurde er toen Jona de Heer niet gehoorzaamde? (Zie Jona 1:4–17.) Wat gebeurde er toen hij wel gehoorzaamde? (Zie Jona 3:3–5.) Getuig dat de Heer ons zal zegenen wanneer we Hem gehoorzamen.
-
Zing met de klas een liedje over de Heer gehoorzamen, zoals ‘Als je moeder roept’ (Kinderliedjes, p. 71). Bespreek waarom het beter was geweest als Jona meteen had gehoorzaamd. Bedenk samen wat God van de kinderen verwacht en laat ze dan uitbeelden hoe ze vlug kunnen gehoorzamen.
Het evangelie is voor iedereen.
De mensen in Ninevé bekeerden zich toen Jona de boodschap van de Heer aan ze verkondigde. Wanneer zijn de kinderen in de gelegenheid om het evangelie uit te dragen?
Mogelijke activiteiten
-
Speel delen van Jona 3:3–8 met de kinderen na, zoals naar de stad Ninevé gaan, de boodschap van de Heer verkondigen en een bevel van de koning aan zijn volk schrijven. Toon een afbeelding van zendelingen (zie Evangelieplatenboek, nr. 109, 110). Wat doen zendelingen? In welk opzicht was Jona een zendeling? Bedenk samen met de kinderen hoe ze het evangelie aan anderen kunnen uitdragen, zoals een geloofsartikel delen of van Jezus Christus getuigen.
-
Vertel over een keer dat u met anderen over het evangelie van Jezus Christus sprak. Of vraag iemand vooraf om in uw klas te komen vertellen over een keer dat hij of zij met anderen over het evangelie sprak, of dat iemand met hem of haar over het evangelie sprak. Vraag de betrokkene om zo mogelijk foto’s te laten zien. Bedenk samen manieren waarop de kinderen nu al een zendeling kunnen zijn.
Jezus Christus werd geboren in Bethlehem.
Micha profeteerde dat een toekomstige ‘Heerser […] in Israël’ in Bethlehem geboren zou worden. Leg de kinderen uit dat deze profetie met de geboorte van Jezus Christus in vervulling ging.
Mogelijke activiteiten
-
Laat afbeeldingen zien van gebeurtenissen rondom de geboorte van Jezus Christus (zie Evangelieplatenboek, nr. 28, 29, 30, 31). Laat de kinderen kort bespreken wat er in elke afbeelding gebeurt. Lees Micha 5:1 voor en laat de kinderen opstaan wanneer ze het woord ‘Bethlehem’ horen. Getuig dat Jezus’ geboorte zo belangrijk was, dat profeten er vóór zijn geboorte van wisten.
-
Laat de kinderen een tekening van Jezus’ geboorte maken. Vraag ze hun tekening te tonen en te vertellen waarom ze dankbaar zijn voor Jezus Christus.
Grote kinderen in de leer onderwijzen
Bekering houdt in dat ik mijn zonden inzie en om vergeving vraag.
Jona’s voorbeeld kan de kinderen ertoe brengen om zich tot de Heer te wenden wanneer ze gezondigd hebben.
Mogelijke activiteiten
-
Maak samen met de kinderen een lijst op het bord van enkele basisstappen in het bekeringsproces (zie Gids bij de Schriften, Bekeren (zich), bekering’, schriften.ChurchofJesusChrist.org). Neem met de klas het verhaal van Jona door en vraag welke bewijzen van bekering ze bij Jona zien (zie bijvoorbeeld Jona 1:10–12; 2:1–4, 9; 3:1–5). Hoe kunnen we aan de Heer laten zien dat onze bekering oprecht is?
-
Zing met de klas een liedje over bekering, zoals ‘Bekering’ (Liahona, oktober 2004, K16). Vraag welke woorden of zinsneden uit het lied ze met Jona zouden delen om hem tot bekering te bewegen.
Jona 2:7–10; 3:10; 4:2; Micha 7:18–19
De Heer is barmhartig en goedertieren jegens allen die zich tot Hem keren.
Als de kinderen beseffen dat de Heer barmhartig en goedertieren is, zullen ze zich tot Hem wenden als ze barmhartigheid nodig hebben.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen een definitie van de woorden goedertierenheid en barmhartigheid opzoeken in een woordenboek of in de Gids bij de Schriften (schriften.ChurchofJesusChrist.org). Waarom had Jona barmhartigheid nodig? Waarom hadden de mensen in Ninevé barmhartigheid nodig? (Zie Jona 1:1–3.) Stel dat de kinderen Jona vragen konden stellen. Wat voor bewijs zou Jona dan kunnen geven dat de Heer barmhartig en goedertieren is? (Zie bijvoorbeeld Jona 2:7–10; 3:10; 4:2.) Hoe is de Heer jegens ons barmhartig geweest?
-
Laat de kinderen dingen op het bord schrijven waarin ze ‘vreugde vinden’, zoals hobby’s, zegeningen van de Heer enzovoort. Laat ze in Micha 7:18–19 opzoeken waarin de Heer vreugde vindt. Wat staat er in deze verzen waardoor we minder tegen bekering hoeven op te zien?
-
Bedenk samen wanneer de Heiland barmhartig was jegens anderen, zoals in Markus 2:3–12; Lukas 23:33–34 en Johannes 8:1–11. Laat indien mogelijk afbeeldingen van die gebeurtenissen zien. Laat de kinderen vertellen hoe ze barmhartig en goedertieren kunnen zijn in hun omgang met anderen.
De Heer wil dat ik recht doe, goedertierenheid liefheb en ootmoedig met Hem wandel.
Micha 6:8 voorziet in een patroon voor een rechtschapen levenswandel. Hoe laat u de kinderen de leringen in dit vers ontdekken en naleven?
Mogelijke activiteiten
-
Lees met de kinderen Micha 6:8 en maak ze duidelijk wat het betekent om ‘recht te doen’, ‘goedertierenheid lief te hebben’ en ‘ootmoedig te wandelen met uw God’. Laat de kinderen een tekening van zichzelf maken waarin ze iets doen wat met dit vers te maken heeft.
-
Schrijf op het bord ‘Wat vraagt de Heere van u?’ Laat de kinderen het antwoord opzoeken in Micha 6:8. Als we de geboden van de Heer gehoorzamen, hoe voldoen we dan aan de vraag van de Heer in dit vers?
Thuisstudie stimuleren
Schrijf voor ieder kind een belangrijke zinsnede uit een van de besproken Schriftteksten op een strookje papier. Laat ze proberen die zinsnede uit het hoofd te leren en een familielid naar zijn of haar gedachten erover vragen.