Far West

Far West, Al Rounds

11–17 oktober

Leer en Verbonden 115–120

‘Zijn offer zal Mij heiliger zijn dan zijn toename’

Bedenk bij uw voorbereiding van de les wat uw voornaamste doel is: bij anderen geloof in Jezus Christus opwekken.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Voordat u beginselen in de afdelingen 115–120 behandelt die u aanspraken, doet u er goed aan om de klasleden te vragen wat hen aansprak. U kunt de klasleden bijvoorbeeld vragen om deze zin af te maken: ‘Ik ben dankbaar dat ik de afdelingen 115–120 heb gelezen, omdat …’

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Leer en Verbonden 115:4–6

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is een bescherming en een toevlucht.

• Laat de klasleden in president Russell M. Nelsons toespraak ‘De correcte naam van de kerk’ (Liahona, november 2018, 87–90) naar inzichten zoeken die de verzen 4–6 verduidelijken. Waarom is het belangrijk dat we de correcte naam van de kerk gebruiken?

• Lees samen Leer en Verbonden 115:4–6 en bespreek in welk opzicht de kerk en de leden als een licht en een standaard zijn. Toon een afbeelding van een vuurtoren in een storm en vraag wat die met de boodschap van de verzen 5–6 te maken heeft. Hoe is de vergadering naar ‘Zion, en […] zijn ringen’ voor u ‘een toevlucht voor de storm’ (vers 6)?

  vuurtoren

  We kunnen ons licht laten schijnen zodat anderen een toevlucht in de kerk vinden.

Leer en Verbonden 117

Onze offers zijn heilig voor de Heer.

• Laat de klasleden zich inbeelden dat ze Newel K. Whitney of zijn vrouw, Elizabeth, zijn. Ze hadden een goedlopende winkel in Kirtland, maar de Heer vroeg hun alles achter te laten en naar Missouri te verhuizen. Laat ze vervolgens de verzen 1–11 lezen en aangeven wat de Heer heeft gezegd waardoor ze dat offer wel willen brengen.

• Maak de klasleden met visuele hulpmiddelen duidelijk wat het betekent dat we soms eerder de ‘druppel’ dan de ‘gewichtigere zaken’ begeren (vers 8). Denk bijvoorbeeld aan een druppel water naast een fles water, of een hagelslagkorrel naast een chocoladereep. Vraag de klasleden naar meer voorbeelden. Schrijf druppel en gewichtigere zaken op het bord. Vraag de klasleden naar voorbeelden van zaken die we misschien moeten laten gaan (zie vers 5) opdat we Gods ‘overvloed’ kunnen ontvangen (vers 7).

• Vraag wat de woorden van de Heer over Oliver Granger in de verzen 12–15 bij de klasleden oproepen. Waarom zouden onze offers voor de Heer heiliger zijn dan onze toename?

Leer en Verbonden 119–120

Wij dragen met onze tiende bij aan de opbouw en heiliging van ‘het land Zion’.

• Stel u de geestelijke kracht voor die vrijkomt als klasleden met elkaar de zegeningen bespreken die ze door hun gehoorzaamheid aan de wet van tiende ontvangen hebben. Ze kunnen ook Leer en Verbonden 119:6 lezen en bespreken hoe deze wet ‘het land Zion […] heiligt’ en onze wijk of gemeente tot een ‘land Zion voor [ons]’ maakt. Ze kunnen ook Maleachi 3:8–12 lezen en de zegeningen benoemen die de Heer belooft als we onze tiende betalen.

• In afdeling 120 en in de ‘Bijkomende leermiddelen’ staat hoe het tiendegeld wordt gebruikt. (Ouderling David A. Bednar beschrijft dit ook in ‘De vensters van de hemel’ [Liahona, november 2013, 19–20].) Hoe kunnen we bij anderen het geloof in de wet van tiende van de Heer aanwakkeren?

Bijkomende leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

De raad van tiendebesteding.

Ouderling Robert D. Hales heeft gezegd:

‘Een raad die bestaat uit het Eerste Presidium, het Quorum der Twaalf Apostelen en de Presiderende Bisschap beslist, zoals door openbaring voorgeschreven, hoe het tiendegeld besteed wordt. De Heer verklaart specifiek dat het werk van de raad “door [z]ijn eigen stem tot hen” [Leer en Verbonden 120:1] geleid wordt. Deze raad wordt de raad van tiendebesteding genoemd.

‘Het is treffend om te zien hoe deze raad naar de stem van de Heer luistert. Elk lid van de raad is zich bewust van alle beslissingen en is erbij betrokken. Men komt pas tot een beslissing als de raad unaniem is in zijn oordeel. Alle tiendegelden worden besteed aan de doelen van de kerk, waaronder welzijnszorg – de zorg voor de armen en behoeftigen – de bouw en het onderhoud van tempels, kerken en andere gebouwen, onderwijs, leermiddelen – kortom: het werk van de Heer. […]

‘Ik getuig van de raad van tiendebesteding. Ik heb nu zeventien jaar zitting in deze raad, eerst als presiderende bisschop van de kerk en nu als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen. Zonder enige uitzondering worden de gelden van de kerk voor Gods doeleinden gebruikt.’ (‘Tiende: een geloofstoets met eeuwige zegeningen’, Liahona, november 2002, 28.)

Ons onderwijs verbeteren

Spoor de leerlingen aan elkaar te onderwijzen. ‘Vaak is het een goed idee dat leerlingen elkaar helpen om antwoorden op hun vragen te vinden. Als de Geest u dat ingeeft, kunt u daartoe besluiten, ook als u denkt het antwoord zelf te weten.’ (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 24.)