‘11–17 maart. Mattheüs 10–12; Markus 2; Lukas 7; 11: “Deze twaalf zond Jezus uit”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘11–17 maart. Mattheüs 10–12; Markus 2; Lukas 7; 11’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019
11–17 maart
Mattheüs 10–12; Markus 2; Lukas 7; 11
‘Deze twaalf zond Jezus uit’
Als u Mattheüs 10–12; Markus 2; en Lukas 7; 11 met uw klasleden in gedachten leest, kan de Heilige Geest u beter over hun behoeften inspireren. Schrijf alle ingevingen die u ontvangt op en lees dit lesschema voor extra inzichten en lesideeën.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Vraag enkele leden zich voor te bereiden om vragen te stellen die zij inzake Mattheüs 11:28–30 hadden. (Voor enkele voorbeeldvragen kijkt u naar het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen.) Welke antwoorden hebben ze gevonden?
In de leer onderwijzen
De Heer geeft zijn dienstknechten macht om zijn werk te doen.
-
De opdracht van de Heiland aan zijn apostelen kan ons in onze eigen taak tot steun zijn. Misschien hebben mensen van de klas al inzichten over dit onderwerp door hun individuele studie. Er is bijvoorbeeld een activiteit voor dit onderwerp in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Vraag ze naar hun bevindingen of voltooi de activiteit in kleine groepjes tijdens de les. Vraag de mensen in de les wanneer ze de macht van de Heiland bij de vervulling van hun roepingen hebben gevoeld.
-
De aanwezigen kunnen Mattheüs 10 ook bestuderen door in het hoofdstuk op te zoeken wat de Heiland van zijn apostelen vroeg. Ze kunnen daar dan een tekening van maken. Ze kunnen hun tekening tonen en vertellen wat ze over de opdracht aan de twaalf apostelen hebben geleerd.
-
Hoe kunnen de deelnemers aan de les de rol van hedendaagse profeten en apostelen beter begrijpen, als ze de opdracht bestuderen die Christus in Mattheüs 10 aan zijn apostelen gaf? Het kan leerzaam zijn de opdracht van de Heiland aan zijn twaalf te vergelijken met de opdracht die in deze bedeling aan het eerste Quorum der Twaalf Apostelen werd gegeven. Die vindt u in ‘Bijkomende leermiddelen’. Wat is de invloed van de bediening door levende apostelen op de leden van de klas? Getuig van de goddelijke roeping van de hedendaagse profeten en apostelen en spoor de anderen aan dat ook te doen.
-
Om aan te tonen dat iedere priesterschapsdrager zijn gezag kan herleiden tot het moment dat Jezus zijn apostelen ordende, vraagt u een priesterschapsdrager zijn gezagslijn te laten zien.
Als we in dienst van de Heer zijn, inspireert Hij ons met de juiste woorden.
-
Mensen zijn soms zenuwachtig als ze anderen in het evangelie onderwijzen of erover vertellen. Maar de Heer beloofde zijn discipelen dat Hij ze de juiste woorden zou ingeven. Hoe kunnen we de beloofde hulp van de Heer zelf ontvangen? Vraag de mensen in de les Mattheüs 10:19–20; Leer en Verbonden 84:85; en Leer en Verbonden 100:5–8 te lezen voor het antwoord. Wanneer heeft de Heilige Geest u laten weten wat u moest zeggen? Vertel eventueel over uw ervaringen en vraag de mensen in de klas naar die van hen.
Mattheüs 12:1–13; Markus 2:23–28
De sabbat is een dag om goed te doen.
-
Om de sabbatdag heilig te houden hadden de Farizeeën strenge regels en door mensen bedachte tradities. Uiteindelijk begrepen ze hierdoor de echte betekenis van de sabbat niet meer. Zouden uw cursisten er voordeel bij hebben als u samen besprak waarom de Heer ons de sabbatdag heeft gegeven? Vraag de leden van de klas de verhalen in Mattheüs 12:1–13 en Markus 2:23–28 te bestuderen en te vertellen wat de Heiland over de sabbat onderwees. (Zie ook Bijbelvertaling van Joseph Smith, Markus 2:26–27 [in de Gids bij de Schriften].) Wat leren we nog meer over de Sabbat uit Exodus 31:16–17; Jesaja 58:13–14; en Leer en Verbonden 59:9–13? Welke tradities of regels kunnen ons van het ware doel van de sabbat afleiden?
-
Terwijl de Farizeeën de nadruk legden op talloze regels inzake de sabbat, onderwees de Heiland een eenvoudig beginsel: ‘Het [is] geoorloofd op de sabbatdagen goed te doen’ (Mattheüs 12:12). Wie dit beginsel naleven, hebben vaak geen problemen de sabbat te heiligen. Welke andere beginselen zijn ons tot steun om de sabbatdag heilig te houden? Waarom is beginselen onderwijzen doeltreffender voor de ontwikkeling van geestelijke zelfredzaamheid dan regels geven? (Zie de uitspraak van de profeet Joseph Smith in ‘Bijkomende leermiddelen’.) Zijn er nog meer beginselen waardoor we beter de geboden van God kunnen gehoorzamen? Met welke beginselen kunnen ouders hun kinderen bijvoorbeeld motiveren om het woord van wijsheid na te leven of familiehistorisch onderzoek te verrichten?
-
De toespraak van president Russel M. Nelson ‘De sabbat is een verlustiging’ (Liahona, mei 2015, 129–132) en de video’s met ouderling Jeffrey R. Holland in ‘Bijkomende leermiddelen’ kunnen aan een bespreking van de sabbatdag bijdragen.
-
Misschien vinden de deelnemers het zinvol om ‘Zondagsheiliging’ in Voor de kracht van de jeugd te bestuderen. Ze kunnen een rollenspel spelen waarin ze aan een andersgelovige uitleggen waarom ze de sabbat heiligen.
Als we vergeving voor onze zonden krijgen, groeit onze liefde voor de Heiland.
-
Wat leren we uit het voorbeeld van de vrouw en de leringen van de Heiland in Lukas 7:36–50 over vergeving van onze eigen zonden? Hoe versterkt bekering onze relatie met Christus? Hoe kunnen we met dit verhaal iemand leren wat vergeving zoeken betekent?
Thuisstudie stimuleren
U kunt de leden van de klas aanmoedigen de gelijkenissen in Mattheüs 13 en Lukas 8; 13 te lezen en in de volgende les over een inzicht te vertellen dat ze daardoor gekregen hebben.
Bijkomende leermiddelen
De zegeningen door sabbatheiliging.
Ouderling Jeffrey R. Holland onderwijst in deze drie video’s hoe de sabbat heiligen ons tot zegen is: ‘Upon My Holy Day—Getting Closer to God’, ‘Upon My Holy Day—Honoring the Sabbath’, and ‘Upon My Holy Day—Rest and Renewal’ (LDS.org).
Een opdracht aan hedendaagse apostelen.
Toen enkelen van de eerste leden van het Quorum der Twaalf Apostelen in deze tijd werden geroepen, gaf Oliver Cowdery hun een opdracht die heel sterk leek op de opdracht van Jezus Christus in Mattheüs 10. Hij zei:
‘U zult de strijd aan moeten gaan met alle vooroordelen van alle naties. […] Ik wil u daarom aansporen om diepe nederigheid te ontwikkelen, want ik ken de trots van ons menselijk hart. Pas op dat de wereldse vleiers u niet verhogen. Pas op dat uw verlangens niet door wereldse voorwerpen worden gevangen. Zet uw bediening op de eerste plaats. […] [Het] is belangrijk dat u voor uzelf een getuigenis van de hemel krijgt, zodat u van de waarheid kunt getuigen. […]
‘U moet deze boodschap uitdragen aan wie zich wijs beschouwt. En zij vervolgen u misschien; ze staan u naar het leven. De tegenstander is altijd uit geweest op het leven van de dienstknechten van God. Wees daarom altijd bereid om uw leven op te offeren, als God dat voor de vooruitgang en opbouw van zijn werk vereist. […]
‘Hij nam ze daarna een voor een bij de hand en zei: “Neemt u met volle overtuiging deel aan deze bediening, om het evangelie samen met uw broeders ijverig te verkondigen, overeenkomstig de strekking en bedoeling van de opdracht die u hebt ontvangen?” Ze stemden allemaal in.’ (In Joseph Smith Papers, Documents, Volume 4: April 1834–September 1835, red. Matthew C. Godfrey et al [2016], 243–244, 247.)
Juiste beginselen onderwijzen.
Iemand heeft eens aan de profeet Joseph Smith gevraagd hoe hij in staat was om zoveel mensen in Nauvoo doeltreffend te besturen. De profeet antwoordde: ‘Ik leer hun de juiste beginselen, en zij besturen zichzelf.’ (Zie Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 306.)