‘25–31 maart. Mattheüs 14–15; Markus 6–7; Johannes 5–6: “Wees niet bevreesd”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘25–31 maart. Mattheüs 14–15; Markus 6–7; Johannes 5–6’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019
25–31 maart
Mattheüs 14–15; Markus 6–7; Johannes 5–6
‘Wees niet bevreesd’
Let bij uw voorbereiding van de les over Mattheüs 14–15; Markus 6–7 en Johannes 5–6 op boodschappen die op de leden van uw klas van toepassing zijn. Vraag u hierbij af hoe u de deelnemers aan de les een betekenisvolle ervaring met de Schriften kunt bezorgen.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
U kunt enkele mensen van de klas van tevoren vragen een hoofdstuk uit de lesstof van deze week te kiezen en in de les te vertellen wat dat hoofdstuk voor hen betekende. Als zij hierover vertellen, kunnen andere leden in de les vragen stellen of hun inzichten toevoegen.
In de leer onderwijzen
Jezus Christus is de geliefde Zoon van onze hemelse Vader.
-
In Johannes 5 verschaft Jezus verschillende inzichten over Zichzelf, zijn Vader, en zijn relatie met zijn Vader. Om deze inzichten te laten ontdekken verdeelt u de klas in groepjes en geeft ze enkele minuten om zoveel mogelijk beginselen uit de verzen 16–47 over het karakter van God en van Jezus Christus, en over hun relatie met elkaar op te schrijven. Vraag de groepen dan beurtelings een beginsel van hun lijst voor te lezen tot elk beginsel op elke lijst is voorgelezen. Hoe dragen deze leringen bij tot een beter begrip van onze hemelse Vader en zijn Zoon? Hoe kunnen we het voorbeeld van Jezus van gehoorzaamheid aan zijn Vader volgen?
-
Een suggestie uit het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen is dat de cursisten tellen hoe vaak Jezus het woord Vader in Johannes 5 gebruikt. Laat enkele mensen in de les vertellen wat ze hierdoor hebben geleerd. Welke inzichten hebben ze over onze hemelse Vader en zijn geliefde Zoon verworven? Wat leren we uit het herstelde evangelie waardoor we beter begrijpen wie onze Vader is en waarom we Hem aanbidden? U kunt in het lemma ‘God’ in de Gids bij de Schriften en in het lemma ‘God de Vader’ in Trouw aan het geloof, 69–71 enkele ideeën vinden. U kunt bij deze bespreking de lofzang ‘O mijn Vader’ (Lofzangen, nr. 190) klassikaal zingen, beluisteren of lezen.
Mattheüs 14:16–21; Markus 6:33–44; Johannes 6:5–14
De Heiland kan ons aanbod vermenigvuldigen om zijn doelen te verwezenlijken.
-
Hoe kunnen de aanwezigen persoonlijke betekenis halen uit het wonder waardoor Jezus de vijfduizend mensen voedt? Vraag hun eventueel hoe hun geloof in het vermogen van de Heiland om ze persoonlijk te zegenen, door dit verhaal toeneemt. Hebben ze ooit het gevoel gehad dat ze niet voldoende middelen of vaardigheden hadden om een doel of een gebod van God te verwezenlijken? Hebben ze ooit het gevoel gehad dat de Heiland hun inspanningen vergrootte of vermenigvuldigde, zodat ze het schijnbaar onmogelijke konden bewerkstelligen?
-
Door de video ‘The Feeding of the 5,000’ (LDS.org) kunnen de deelnemers aan de les beter over het wonder in deze passages nadenken. Door welke details in dit verhaal neemt ons geloof in de Heiland toe? Hoe kan de Heiland ons geestelijk voeden? Wanneer zijn we door Jezus Christus gevoed en ondersteund? Een voorbeeld van een hedendaags wonder dat lijkt op het wonder van de broden en de vissen, kunt u vinden in de video ‘Pure and Simple Faith’ (LDS.org) of in Paul VanDenBerghe, ‘Kracht door gebed’, Liahona, juli 2012, 50–52.
Jezus Christus spoort ons aan onze angsten en twijfels van ons af te zetten, zodat we beter tot Hem kunnen komen.
-
Leden van de klas kunnen door het verhaal in Mattheüs 14:22–33 hun geloof in de Heiland en hun verlangen om Hem te volgen vergroten. Vraag de mensen in de les dit verhaal te lezen en extra aandacht te besteden aan de woorden die Christus, Petrus en de andere apostelen gebruiken. Hoe kreeg Petrus door de woorden van Jezus het geloof om uit de boot te stappen en over het water naar Hem toe te gaan? Hoe zijn de aansporingen van Jezus om ‘goede moed [te hebben]’ en ‘niet bevreesd [te zijn]’ (vers 27) tegenwoordig op ons toepasbaar? Wat leert Petrus ons over de betekenis van discipelschap bij Jezus Christus en vertrouwen in Hem?
-
In Mattheüs 14:22–33 staan woorden en zinsneden die de klasleden kunnen inspireren om een groter geloof in de Heiland te oefenen. Vraag hun naar zulke inspirerende woorden en zinsneden te zoeken, schrijf ze dan op het bord en bespreek ze. Kunnen de aanwezigen zich in de ervaring van Petrus inleven? Motiveer ze naar ervaringen waarbij ze, net zoals Petrus, handelden om de Heiland te volgen, zelfs als het resultaat niet zeker was. en erover te vertellen. Wat hebben ze van die ervaringen geleerd? Hoe is Jezus Christus hen te hulp geschoten toen ze bang waren of twijfelden?
Als discipelen van Christus moeten we bereid zijn de waarheid te geloven en aanvaarden, zelfs wanneer dat moeilijk is.
-
De gebeurtenissen in Johannes 6 bieden een goed perspectief als mensen aan de leer, geschiedenis of het beleid van de kerk van Christus twijfelen. In dit hoofdstuk weigerden sommige van de volgelingen van Jezus zijn leer te aanvaarden dat Hij het Brood des levens was en dat zij alleen door zijn offer van vlees en bloed konden worden gered. Om dit verhaal op uw klasleden toepasbaar te maken, kunt u de volgende vragen op het bord schrijven en ze de antwoorden laten opzoeken in de verzen 22–71: Wat verwachtte het volk? (Zie vers 26.) Wat bood Christus hen echter aan? (Zie vers 51.) Wat begreep het volk niet? (Zie verzen 41–42, 52.) Op wat voor manieren kunnen we besluiten met Christus te wandelen, zelfs als we twijfels hebben? Spoor de leden in uw les aan om over de vraag van de Heiland en het antwoord van Petrus in verzen 67–69 na te denken. Wat zijn enkele voorbeelden van leer, verordeningen, of ‘woorden van eeuwig leven’ die alleen in de herstelde kerk van Christus te vinden zijn? Vraag de mensen in de klas hoe deze leer en verordeningen hen en hun gezin tot zegen zijn geweest. Om de inzichten van een hedendaagse apostel te laten horen vraagt u een klaslid de uitspraak van ouderling M. Russell Ballard in ‘Bijkomende leermiddelen’ voor te lezen.
Thuisstudie stimuleren
U zou de leden van de klas kunnen motiveren om de passages voor de volgende week te lezen, als u erop wijst dat de gebeurtenissen waarover ze lezen hun ervaring met de algemene conferentie kunnen verrijken. Moedig ze aan om tijdens de volgende les over hun inzichten te vertellen.
Bijkomende leermiddelen
‘Wilt u ook niet weggaan?’
Nadat ouderling M. Russell Ballard Johannes 6:68–69 had aangehaald, zei hij:
‘Voor sommigen is de uitnodiging van Christus om te geloven en te blijven nog altijd moeilijk te aanvaarden. Sommige discipelen worstelen met een beleid of leerstelling van de kerk. Anderen hebben moeite met onze geschiedenis of de onvolmaaktheden van sommige leden en leiders uit verleden en heden. Weer anderen hebben problemen met een godsdienst die zoveel van hen vraagt. Ten slotte zijn sommigen “moe [geworden] goed te doen” (LV 64:33). Om deze en andere redenen wankelen sommige kerkleden in hun geloof en vragen zich af of zij misschien diegenen achterna moeten gaan die zich “terugtrokken en niet meer met Jezus meegingen.”
‘Als een van u wankelt in uw geloof, stel ik u dezelfde vraag die Petrus stelde: “Naar wie [zult u] heen gaan?” […]
‘Dus voordat u de geestelijk risicovolle keus maakt om weg te gaan, spoor ik u aan om even stil te staan en goed na te denken voordat u afstand doet van wat het ook was dat u in de eerste plaats uw getuigenis van de herstelde Kerk van Jezus Christus heeft gegeven. Sta even stil en denk na over wat u hier heeft gevoeld en waarom u dat heeft gevoeld. Denk terug aan de momenten dat de Heilige Geest tot u van eeuwige waarheid getuigde.’ (‘Naar wie zullen wij heengaan?’, Liahona, november 2016, 90–91.)