Jezus predikt tot de mensen aan het meer, James Tissot

25 februari–3 maart

Mattheüs 6–7

‘Hij onderwees hen als gezaghebbende’

Begin uw onderwijs voor te bereiden door uzelf voor te bereiden. Bestudeer Mattheüs 6–7 en schrijf uw ingevingen op. Hierdoor krijgt u openbaring hoe u de behoeften van uw klas het beste kunt vervullen. Kijk daarna in dit lesschema voor ideeën.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen stimuleren

Vraag de deelnemers aan de les welke passages van de Bergrede volgens hen tegenwoordig het hardst nodig zijn. Moedig de deelnemers aan elkaars inzichten aan te vullen.

In de leer onderwijzen

Mattheüs 6–7

Als we naar de leringen van de Heer luisteren en ernaar handelen, krijgen we een vast fundament.

• Welke leringen uit Mattheüs 6–7 zijn in het bijzonder nuttig voor uw klasleden? Schrijf eventueel verschillende Schriftverwijzingen uit Mattheüs 6–7 met deze leringen op het bord. De mensen van de klas kunnen een Schriftverwijzing kiezen, die in stilte bestuderen en dan de geestelijke waarheden die ze hebben geleerd op het bord schrijven. Welke invloed hebben deze leringen op ons gehad?

• De Heiland besloot zijn rede met een gelijkenis waaruit blijkt hoe belangrijk het is om de leringen van de Heiland na te leven (zie Mattheüs 7:24–27; zie ook Helaman 5:12). Om deze gelijkenis aanschouwelijk te maken, laat u de aanwezigen samen een sterk fundament van blokken, bekers of ander materiaal bouwen, en dan de sterkte van hun fundament testen. Misschien kunnen ze ook labels op hun bouwmaterialen kleven waarop staat hoe ze de leringen van de Heiland kunnen toepassen. Hoe kunnen deze zaken ons helpen de stormen van het leven te doorstaan?

Mattheüs 6:5–13

De Heiland heeft ons leren bidden.

• Als de mensen in de les het gebed van de Heer bestuderen, kunnen zij vaststellen hoe zij aan de hand van zijn voorbeeld hun gebeden kunnen verbeteren. U kunt ze vragen pakkende zinsneden uit Mattheüs 6:9–13 (of Lukas 11:1–4) op het bord te schrijven. Als we over de woorden van de Heiland nadenken, wat leren we dan over een goede houding tijdens onze gebeden? Om en over wat voor soort zaken horen we te bidden? Het kan erg leerzaam zijn voor de leden van de klas om enkele uitspraken van de Heiland te parafraseren als iets wat zij in hun eigen gebeden zouden zeggen. Bijvoorbeeld, ‘geef ons heden ons dagelijks brood’ kan ‘help me alstublieft mijn gezin te onderhouden’ worden.

• Uw cursisten vinden het misschien nuttig om andere Schriftgedeelten waarin de Heiland tot zijn Vader bidt, zoals Mattheüs 26:36–42 en Johannes 17, te bestuderen. Vraag ze enkele van deze passages te bestuderen en het antwoord te zoeken op vragen als ‘Wat leren we over gebed door de gebeden van de Heiland?’ en ‘Hoe kunnen onze gebeden meer op die van de Heiland lijken?’ Meer voorbeelden van gebed vindt u in Enos 1:3–17; Alma 31:26–35; en Alma 33:3–11.

• Hebt u ervaringen inzake gebed gehad waarover u kunt vertellen? Als u over uw ervaringen vertelt, zet dat de mensen in de les misschien aan om dat ook te doen. President Thomas S. Monson heeft over verschillende persoonlijke ervaringen inzake gebed verteld in zijn toespraak ‘Denken aan de zegeningen’. (Liahona, november 2012, 86–89.) U kunt beginselen uit deze boodschap en uit de citaten in de ‘Bijkomende leermiddelen’ bespreken. Het lemma ‘Gebed’ in de Gids bij de Schriften kan ook nuttig zijn.

Mattheüs 7:7–11

Onze hemelse Vader verhoort gebeden.

• Om het geloof van de klasleden te versterken dat God hun gebeden hoort en verhoort, kunt u bid, zoek, en klop op het bord schrijven. Vraag de mensen in de klas dan in de Schriften voorbeelden te zoeken van mensen die gevraagd, gezocht, en geklopt hebben (zie bijvoorbeeld 1 Nephi 11:1; Ether 2:18–3:6; Geschiedenis van Joseph Smith 1:11–17). Wat leren we uit deze voorbeelden over antwoorden op onze gebeden krijgen?

• U kunt belangrijke context voor Mattheüs 7:7–11 in de Bijbelvertaling van Joseph Smith, Mattheüs 7:12–17 (in de Gids bij de Schriften) vinden. In deze verzen bedenken de discipelen van Jezus wat redenen zijn waarom sommige mensen geen waarheid bij hun hemelse Vader zoeken. U kunt de leden in de les vragen zich een vriend voor te stellen die huiverachtig staat tegenover leiding of zegeningen aan onze Heer te vragen. Hoe kunnen ze zo’n vriend aanmoedigen? Hoe kunnen ze de woorden van de Heiland in Mattheüs 7:7–11 daarbij gebruiken?

Mattheüs 7:15–20

We kunnen ware en valse profeten aan hun vruchten herkennen.

• In uw klas zijn er leden die aan valse denkbeelden en andere misleidingen door de tegenstander zijn blootgesteld, of dat nu op het internet of via andere bronnen was. Ze hebben misschien ook anderen de dienaren van de Heer horen bekritiseren. Hoe leert u hun onderscheid tussen valse profeten en leringen van ware profeten maken? U kunt verschillende vruchten tonen en vragen wat we kunnen aannemen over de bomen die ze hebben voortgebracht. Hoe verduidelijkt deze oefening Mattheüs 7:15–20? U kunt ook klassikaal enkele recente boodschappen van de hedendaagse profeten lezen. Welke ‘vruchten’ of gevolgen mogen we verwachten als we aan hun raad gehoor geven?

  

  We kunnen ware profeten aan hun vruchten herkennen.

• Door de studie van Mattheüs 7:15–20 kunnen deelnemers aan de les hun geloof in de goddelijke zending van de profeet Joseph Smith versterken. Wat zijn de vruchten van wat Joseph Smith heeft bewerkstelligd? Zie voor extra ideeën de boodschap van ouderling Neil L. Andersen: ‘Joseph Smith’ (Liahona, november 2014, 28–31). Hoe kunnen we de vergelijking van de Heiland in Mattheüs 7:15–20 gebruiken om van de profeet Joseph tot onze vrienden en familie te getuigen?

Thuisstudie stimuleren

Vertel de klasleden dat ze deze week veel van de wonderen die de Heiland heeft verricht zullen bestuderen. Vraag ze daarbij na te denken over hedendaagse wonderen, of die nu klein of groot waren, die ze hebben ervaren of waar ze over gehoord hebben.

Bijkomende leermiddelen

Mattheüs 6–7

Lofzangen voor gebruik in de les.

• Welke beginselen inzake gebed leren de mensen van de klas uit de tekst van ‘Wat is ’t gebed?’ (Lofzangen, nr. 100)?

• ‘Ere de man’, Lofzangen, nr. 24 lezen, zingen of beluisteren, kan ervoor zorgen dat de aanwezigen aan enkele van de vruchten denken waardoor we weten dat Joseph Smith een profeet van God was. (Zie ook LV 135:3; ‘Joseph Smith’, Evangeliethema’s, topics.lds.org.)

Verhalen over gebed.

President Boyd K. Packer heeft over een gezinsgebed gesproken dat hij met zijn gezin had voordat hij op reis naar Californië (VS) vertrok. Een dierenarts had hun verteld dat hun koe die dag zou overlijden. ‘Onze kleine jongen sprak het gebed uit. Toen hij onze hemelse Vader gevraagd had om “papa op zijn reis te zegenen en ons allemaal te zegenen”, vervolgde hij met een ernstig verzoek. Hij bad: “Hemelse Vader, wilt u Bossy de koe zegenen, zodat zij weer beter zal worden.”’

‘In Californië besprak ik het incident en zei: “Hij moet nog leren dat we niet alles waar we om bidden zomaar krijgen.”

‘Er moest een les geleerd worden, maar ik was het die de les leerde, niet mijn zoontje. Toen ik zaterdagavond thuiskwam, was Bossy weer helemaal de oude.’ (‘Gebeden en ingevingen’, Liahona, november 2009, 45.)

Broeder Mangal Dan Dipty, een kerklid uit India, heeft gezegd: ‘Als kind ging ik geregeld naar de Duitse lutherse kerk. We trokken vaak de bergen in, waar we samen baden. Op zekere dag regende het pijpenstelen; iedereen in de gebedsgroep was kletsnat. Een van de predikanten sprak een vurig gebed uit waarin hij de Heer vroeg om het te laten ophouden met regenen. Tot onze verbazing stopte het met regenen. Vanaf dat moment begon ik in God en de kracht van het gebed te geloven.’ (‘Mijn pioniersreis uit India’, Liahona, juli 2016, 21.)

Voor meer verhalen over gebed zie de rubriek Ervaringen van heiligen der laatste dagen in de Liahona.

Ons onderwijs verbeteren

Wees niet bang voor stiltes. ‘Goede vragen vergen tijd om te beantwoorden. Zij vereisen overdenking, onderzoek en inspiratie. De tijd die u wacht op een antwoord op een vraag kan een heilig moment van overpeinzing zijn. Weersta de verleiding deze wachttijd te vroeg te beëindigen door zelf uw vraag te beantwoorden of verder te gaan met de les.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 31.)