‘9–15 januari. Mattheüs 2; Lukas 2: Wij zijn gekomen om Hem te aanbidden’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2023 (2022)
‘9–15 januari. Mattheüs 2; Lukas 2’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2023
9–15 januari
Mattheüs 2; Lukas 2
Wij zijn gekomen om Hem te aanbidden
Bestudeer Lukas 2 en Mattheüs 2 en schrijf uw ingevingen op vóór u de ideeën in dit schema leest. Hierdoor krijgt u openbaring hoe u de behoeften van uw klas het beste kunt vervullen.
Meedoen stimuleren
Hoe kunt u de leerlingen aanmoedigen om hun inzichten en ervaringen bij hun individuele en gezinsstudie van deze Schriftteksten te bespreken? Hoewel ze de verhalen van de geboorte van de Heiland in Mattheüs 2 en Lukas 2 waarschijnlijk al kennen, kunnen ze nog altijd nieuwe geestelijke inzichten krijgen. Vraag eventueel enkele leerlingen te vertellen over iets in Lukas 2 of in Mattheüs 2 wat dit keer indruk op hen maakte.
In de leer onderwijzen
Er zijn vele getuigen van de geboorte van Christus.
-
Laat de leerlingen naar aanleiding van de verslagen van aanbidders in Mattheüs 2:1–12 en Lukas 2:1–38 overdenken hoe zij hun liefde voor de Heiland tonen. Bekijk de tabel in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Sommige leerlingen hebben door deze activiteit mogelijk nieuwe inzichten opgedaan die ze willen bespreken. U zou de activiteit ook klassikaal kunnen doen. Waarom is het belangrijk dat die getuigen van Christus uit verschillende rangen en standen kwamen? Hoe kunnen we hun voorbeeld volgen?
-
Vóór deze getuigen het Kindje Jezus aanbaden, zochten zij naar Hem. Opdat de leerlingen van hun voorbeeld leren, schrijft u de volgende kopjes op het bord: Herders, Anna, Simeon, en de wijzen. Vraag leerlingen daarna om in Mattheüs 2 en Lukas 2 na te gaan wat deze mensen deden om de Heiland te zoeken, en laat ze dat op het bord schrijven. Hoe kunnen we Christus volgens deze verhalen zoeken?
Ouders kunnen openbaring ontvangen om hun gezin te beschermen.
-
Om een bespreking op gang te brengen over hoe Jozef en Maria in hun rol van ouders van de Heiland door hun hemelse Vader geleid werden, vraagt u de leerlingen enkele gevaren waar we tegenwoordig mee te maken krijgen op het bord te schrijven. Wat leert Mattheüs 2:13–23 ons over bescherming tegen deze gevaren zoeken? Hoe heeft persoonlijke openbaring ons geholpen om ons gezin en andere dierbaren tegen gevaar te beschermen? Welke raad hebben de profeten en apostelen ons gegeven om geestelijke veiligheid te verkrijgen?
Jezus was er zelfs in zijn jeugd op gebrand om zijn Vaders wil te doen.
-
Het verhaal waarin Jezus als 12-jarige in de tempel onderwees, kan van grote betekenis zijn voor jongeren die zich afvragen wat zij aan het werk van God kunnen bijdragen. U kunt de klas opdelen in koppels om samen Lukas 2:40–52 te lezen (zie het inzicht uit de Bijbelvertaling van Joseph Smith, Lukas 2:46 in het aanhangsel van de tripelcombinatie). Elk koppel kan enkele minuten met elkaar bespreken wat hen in dit verhaal inspireert. Wanneer zijn we in de gelegenheid om over onze kennis van het evangelie te spreken? Over welke ervaringen kunnen we vertellen?
-
Wat leren we uit Lukas 2:40–52 over hoe Jezus in zijn jeugd was? Het patroon voor persoonlijke groei in Lukas 2:52 kan een bespreking inspireren over wat we doen om meer als Christus te worden. U kunt voorstellen dat de leerlingen overwegen hoe zij in wijsheid (verstandelijk), grootte (lichamelijk), genade bij God (geestelijk), en genade bij anderen (sociaal) kunnen toenemen. Zij kunnen doelen stellen voor één of meerdere van deze gebieden. Als u de bespreking over meer zoals Christus worden op deze gebieden wilt voorzetten, vooral als u jongeren onderwijst, kunt u het citaat in ‘Bijkomende leermiddelen’ gebruiken.
Bijkomende leermiddelen
Kinderen en jongeren helpen toe te nemen ‘in wijsheid en in grootte en in genade bij God en de mensen’.
President Steven J. Lund beschreef het programma Kinderen en jongeren, dat gedeeltelijk op Lukas 2:52 is gebaseerd, op deze manier:
‘Met behulp van Kinderen en jongeren kan ieder jeugdwerkkind en iedere jongere een betere discipel worden en een gelovige visie op de weg van geluk ontwikkelen. Ze kunnen met verlangen gaan uitkijken naar de tussenstations en wegwijzers langs het verbondspad, waar ze gedoopt worden, de gave van de Heilige Geest ontvangen, en spoedig bij quorums en jongevrouwenklassen gaan horen. Daar voelen ze dan de vreugde die voortvloeit uit anderen steeds helpen en dienen in navolging van Christus. Ze gaan kleine en grote doelen stellen, die voor een evenwichtig leven zorgen terwijl ze meer als de Heiland worden.’ (‘Vreugde in Christus vinden’, Liahona, november 2020, 36–37.)