Jezus in de wildernis

De wildernis in, Eva Koleva Timothy

30 januari–5 februari

Mattheüs 4; Lukas 4–5

‘De Geest van de Heere is op Mij’

Schrijf uw ingevingen bij de studie van Mattheüs 4 en Lukas 4–5 op. Daardoor kunt u openbaring krijgen hoe u de behoeften van uw klas het beste kunt vervullen. U kunt ook Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen en dit lesschema gebruiken om aanvullende ideeën op te doen.

meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Deze week hebben we ook deze uitspraak gelezen: ‘En zij stonden versteld van zijn onderricht, want zijn woord was met gezag’ (Lukas 4:32; zie ook Markus 1:22). Vraag de leerlingen door welke verzen uit Mattheüs 4 en Lukas 4–5 zij deze leerstellige kracht voelden.

onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Mattheüs 4:1–11; Lukas 4:1–13

Onze hemelse Vader heeft ons de kracht en de middelen gegeven om verleiding te weerstaan.

• Door het verslag over de Heiland die Satan weerstond, kunnen leerlingen de manieren herkennen waarop Satan hen probeert te verleiden. De leerlingen kunnen een verleiding uit Mattheüs 4:1–11 of Lukas 4:1–13 kiezen en dan aan een hedendaagse vergelijkbare verleiding denken (de citaten in ‘Bijkomende leermiddelen’ zijn hierbij misschien nuttig). Hoe helpt de kennis dat de Heiland vergelijkbare verleidingen kreeg als wij nu hebben? Waarom kon Christus verleiding weerstaan? Voor andere Schriftuurlijke voorbeelden van mensen die Satan weerstaan, bekijkt u Genesis 39:7–20; 2 Nephi 4:16–35; en Mozes 1:10–22.

• Hoe kan uw klas beter verleiding weerstaan? Vraag ze om opnieuw Mattheüs 4:1–11 of Lukas 4:1–13 te lezen en te onderzoeken hoe de Heiland door zijn kennis van de Schriften beter Satan het hoofd kon bieden, zoals Hij deed door te zeggen: ‘Er staat geschreven.’ Geef ze de tijd om in de Gids bij de Schriften naar het lemma ‘Verzoeken, verzoeking’ te gaan en naar Schriftteksten te zoeken waar ze kracht uit kunnen putten als ze worden verleid.

Lukas 4:16–32

Jezus Christus is de geprofeteerde Messias.

• Leg uit dat de titels Messias en Christus beide ‘de gezalfde’ betekenen, zodat de leerlingen het verslag in Lukas 4:16–32 beter begrijpen. Vraag de leerlingen bij het lezen van Lukas 4:18–21 te overwegen wat het betekent dat Jezus de Christus, de Messias of de Gezalfde is. Misschien hebben ze er iets aan als ze het lemma ‘Gezalfde, de’ in de Gids bij de Schriften lezen. Hoe vertelt Jezus tegenwoordig dat hij de Messias is? De leerlingen kunnen vertellen hoe zij hebben ontdekt dat Jezus Christus hun Heiland is.

• Als we onderzoeken waarom de mensen uit Nazareth Jezus niet als de geprofeteerde Messias aanvaardden, kunnen we daar misschien veel van leren. Welke redenen worden bijvoorbeeld gesuggereerd in Lukas 4:22–24? De leerlingen kunnen deze houdingen vergelijken met die van de weduwe van Zarfath en Naäman, mensen die geen Israëlieten waren (zie Lukas 4:25–27). U kunt vooraf met enkele leerlingen contact opnemen en hun vragen ieder een samenvatting van een van deze verhalen voor te bereiden (zie 1 Koningen 17:8–24; 2 Koningen 5:1–17; Lukas 4:16–30). Wat kunnen we uit deze verslagen over geloof in Jezus Christus leren? Vinden we boodschappen aan ons in de woorden van de Heiland aan het volk van Nazareth?

Mattheüs 4:18–22; Lukas 5:1–11

Jezus Christus volgen betekent onze eigen wil verzaken en zijn wil aanvaarden.

• Soms lijkt de leiding die de Heer ons geeft in eerste instantie onzinnig. Laat de mensen in de klas in Lukas 5:1–11 opzoeken wat de Heiland Petrus vroeg en waarom Petrus aan zijn instructies had kunnen twijfelen. Hoe heeft die ervaring de mening van Petrus over de Heiland en zichzelf beïnvloed? Vraag de leerlingen naar eigen ervaringen waarbij ze hun geloof in goddelijke leiding toonden, ondanks dat ze het niet volledig begrepen. Wat was het resultaat toen zij hun geloof oefenden?

  Jezus roept Petrus en Andreas aan het meer

  ‘Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken’ (Mattheüs 4:19).

• Net zoals de vissers alles achterlieten om Jezus Christus te volgen (Lukas 5:11), zijn er zaken die wij moeten achterlaten om zijn discipel te worden. Wat leren we uit Mattheüs 4:18–22 over de houding en het geloof van Petrus, Andreas, Jakobus en Johannes? U kunt een visnet meenemen naar de les. Vraag de leerlingen zaken op te schrijven die ze bereid zijn op te geven of al hebben opgegeven om Jezus Christus te volgen. Leg hun blaadjes papier dan in het net. Vraag eventueel aan enkele leerlingen of ze willen vertellen wat er in hun leven veranderd is, toen ze ervoor kozen alles achter te laten om de Heiland te volgen.

leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Soorten verleidingen.

President David O. McKay heeft gesproken over de verzoekingen van de Heiland in de woestijn en daarna vastgesteld dat er drie soorten verleidingen zijn:

‘(1) Verleiding van begeerte of hartstocht;

‘(2) Toegeven aan hoogmoed, modegrillen of ijdelheid;

‘(3) Verlangen naar wereldse rijkdom of macht en heerschappij over landen of aardse bezittingen.’ (Leringen van kerkpresidenten: David O. McKay [2003], 88.)

Ons onderwijs verbeteren

Bedank de leerlingen. ‘Verlies uzelf niet in die mate in uw les dat u vergeet de aanwezigen voor hun bijdragen te bedanken. Zij dienen te weten dat u hun bereidheid om anderen in hun inzichten en getuigenis te laten delen apprecieert.’ (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 33.)