‘10–16 april. Mattheüs 15–17; Markus 7–9: “U bent de Christus”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2023 (2022)
‘10–16 april. Mattheüs 15–17; Markus 7–9’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2023
10–16 april
Mattheüs 15–17; Markus 7–9
‘U bent de Christus’
Een van uw voornaamste doelen als leerkracht is bij anderen geloof in Jezus Christus opwekken. Houd dit in gedachten bij uw Schriftstudie deze week. Wat hebt u gevonden om de leerlingen dieper in Hem te helpen geloven?
Meedoen stimuleren
U kunt de leerlingen motiveren om de Schriften individueel of in gezinsverband te bestuderen door ze elke week te laten vertellen hoe hun Schriftstudie hen heeft geholpen om openbaring te ontvangen en hoe die hen tot zegen is. Hoe heeft de studie van deze hoofdstukken bijvoorbeeld hun keuzes deze week beïnvloed?
In de leer onderwijzen
We ontvangen door openbaring een getuigenis van Jezus Christus.
-
Heeft een van uw leerlingen al eens moeten uitleggen hoe hij weet dat het evangelie waar is? Wat onderwijst de Heiland in Mattheüs 16:13–17 over hoe we een getuigenis ontvangen? Vertel hoe Alma zijn getuigenis heeft ontvangen (zie Alma 5:45–46) of wat de Heer Oliver Cowdery over openbaring leerde (zie Leer en Verbonden 6:14–15, 22–23; 8:2–3). Wat zouden Petrus, Alma of Oliver Cowdery zeggen als iemand ze vroeg hoe zij weten dat het evangelie waar is?
-
Er zijn in uw klas mogelijk leerlingen die bidden om persoonlijke openbaring, maar die niet herkennen als ze die ontvangen. Op HearHim.ChurchofJesusChrist.org kunt u video’s vinden waarin kerkleiders vertellen hoe zij de stem van de Heer herkennen. U kunt een of meerdere van deze video’s in de les bekijken en bespreken wat wij daaruit leren over het ontvangen van openbaring. Kunnen de leerlingen nog meer leringen of Schriftteksten bedenken waardoor iemand persoonlijke openbaring kan leren herkennen? (Zie bijvoorbeeld 1 Koningen 19:11–12; Galaten 5:22–23; Enos 1:1–8; Leer en Verbonden 6:22–24; 8:2–3; 9:7–9.)
Priesterschapssleutels zijn van wezenlijk belang voor onze verhoging.
-
U kunt een discussie over priesterschapssleutels op gang brengen door de volgende verwijzingen op het bord te schrijven: Mattheüs 16:19; Leer en Verbonden 107:18–20; 128:8–11; 132:18–19, 59; Geschiedenis van Joseph Smith 1:72; en ‘Sleutels van het priesterschap’ in de Gids bij de Schriften (schriften.ChurchofJesusChrist.org). Vraag de leerlingen een of meerdere passages te lezen en te vertellen wat ze daaruit leren over priesterschapssleutels. Waarom hebben we priesterschapssleutels nodig?
-
Om de leerlingen te helpen hun getuigenis van de herstelling van priesterschapssleutels in de laatste dagen te versterken kunt u de helft van de klas vragen Mattheüs 17:1–9 te bestuderen, en de andere helft van de klas Leer en Verbonden 110. Zij kunnen dan aan elkaar vertellen wat ze hebben geleerd en de overeenkomsten tussen de twee verhalen ontdekken. De video ‘Priesterschapssleutels: de herstelling van de priesterschapssleutels’ (KerkVanJezusChristus.org) kan hierbij ook nuttig zijn.
Wanneer we ons geloof willen vergroten, beginnen we met het geloof dat we al hebben.
-
Ouderling Jeffrey R. Holland gebruikt het verhaal van een vader die genezing voor zijn zoon verlangt, om te onderwijzen hoe we dichter tot de Heer kunnen komen als ons geloof beperkt is. (Zie ‘Ik geloof, Heere’, Liahona, mei 2013, 93–95.) Na Markus 9:14–30 klassikaal te hebben gelezen, kunt u de drie waarnemingen van ouderling Holland bespreken (zie ‘Bijkomende leermiddelen’).
Bijkomende leermiddelen
Drie waarnemingen voor een groter geloof.
Nadat hij het verhaal in Markus 9:14–29 had verteld, zei ouderling Jeffrey R. Holland:
‘Het eerste wat ons opvalt in dit verslag is dat de vader, als hij met het probleem van geloof wordt geconfronteerd, eerst zijn kracht naar voren brengt en dan pas zijn beperking toegeeft. Zijn eerste uitspraak is bevestigend en zonder aarzeling: “Ik geloof, Heere.” Tot allen die meer geloof zouden willen hebben, zeg ik: denk aan deze man! In tijden van angst of twijfel of moeilijkheden, houd vast aan wat je al hebt, zelfs al is dat maar weinig. […]
‘Het tweede wat opvalt, is een variatie op het eerste. Als er problemen komen en vragen ontstaan, begin je zoektocht naar geloof dan niet door te zeggen wat je niet hebt, zodat je je als het ware door “ongeloof” laat leiden. […] Ik vraag je niet om geloof voor te wenden dat je niet hebt. Ik vraag je om trouw te zijn aan het geloof dat je wel hebt. […]
‘Het laatste wat opvalt: als twijfel en moeilijkheden zich voordoen, wees dan niet bang om hulp te vragen. Als we even nederig en eerlijk hulp willen als die vader, dan krijgen we die.’ (‘Ik geloof, Heere’ Liahona, mei 2013, 93–94.)