‘9–15 mei. Numeri 11–14; 20–24: “Kom tegen de Heere niet in opstand, en […] wees niet bevreesd”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Oude Testament 2022 (2021)
‘9–15 mei. Numeri 11–14; 20–24’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2022
9–15 mei
Numeri 11–14; 20–24
‘Kom tegen de Heere niet in opstand, en […] wees niet bevreesd’
Er is een goede manier om erachter te komen wat u tijdens de les vooral moet behandelen: klasleden gewoon vragen wat ze aan hun Schriftstudie hebben gehad. Zo weet u wat ze belangrijk vinden en waar ze meer over willen leren.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Soms hoeft u alleen maar te vragen wat de Heilige Geest de klasleden leerde toen ze deze week in de Schriften lazen. Dat stimuleert ze om opgedane inzichten te verwoorden. Geef ze dan wel de tijd om na te denken en te reageren.
In de leer onderwijzen
De profeet van de Heer bekritiseren, mishaagt de Heer.
-
Numeri 12 kan de klasleden laten inzien hoe ernstig het is om kritiek op de profeet van de Heer te uiten. Laat de klasleden dit hoofdstuk lezen en bespreken hoe de Heer tegen zijn dienstknechten aankijkt. Wat houdt het volgens vers 1–2 in om de profeet van de Heer te bekritiseren? Wat zijn de gevaren daarvan? Wat steken we van de daden van Mozes en de Israëlieten in vers 13 en 15 op?
‘Mozes was zeer zachtmoedig.’
-
Sommigen zijn misschien verrast dat zo’n machtige leider als Mozes, die voor de farao stond en met de macht van de Heer verbluffende wonderen verrichtte, ook ‘zeer zachtmoedig’ was. Bespreek aan de hand van Numeri 12:3 wat ware zachtmoedigheid is. Verwijs eventueel naar de definitie in ‘Zachtmoedig, zachtmoedigheid’ in de Gids bij de Schriften (schriften.ChurchofJesusChrist.org). Let als klas eventueel op aanwijzingen van Mozes’ zachtmoedigheid in Numeri 12.
-
Welke blijken van Mozes’ zachtmoedigheid houden nog meer een les voor ons in? (Zie bijvoorbeeld Exodus 18:13–25; Numeri 11:26–29; Hebreeën 11:24–27; Mozes 1:10–11.) Lees en bespreek ook hoe de Heiland zachtmoedigheid aan de dag legde (zie Mattheüs 11:29; 27:11–14; Lukas 22:41–42; Johannes 13:4–5). Wat leren we uit de voorbeelden van Mozes en de Heiland – of anderen die we kennen – over zachtmoedigheid? Waarom wil God dat we zachtmoedig zijn?
We kunnen met geloof in de Heer hoop op de toekomst koesteren.
-
Bespreek het verhaal over de twaalf Israëlitische verkenners in het beloofde land, en hun bevindingen. Vraag de klasleden hoe dit verhaal op hun eigen situatie van toepassing kan zijn. Laat ze bijvoorbeeld dingen uit Numeri 13:23–33 opschrijven die een raakvlak met iets in ons leven hebben. Het beloofde land stelt misschien iets voor wat de Heer voor ons heeft weggelegd, de druiventrossen zegeningen, de reuzen de moeilijkheden die ons aanstaren enzovoort. Vraag de klasleden wat de Heer ze naar hun idee met dit verhaal duidelijk wil maken.
Als we met geloof naar Jezus Christus opzien, kan Hij ons geestelijk genezen.
-
Breng met vragen als de volgende op het bord een bespreking over Numeri 21:4–9 op gang om het geloof van de klasleden in de Heiland te versterken: Waar staat de koperen slang symbool voor? Waar staan de slangenbeten symbool voor? Waarom weigerden sommigen om naar de koperen slang te kijken? Hoe kunnen wij er nu ‘naar kijken’? Laat ze bijvoorbeeld in Numeri 21:4–9; 1 Nephi 17:40–41; Alma 33:18–22; en Helaman 8:13–15 naar antwoorden zoeken. Welke eenvoudige dingen kunnen we volgens de Heiland doen om zijn genezing te ontvangen? Waarom zijn eenvoudige dingen soms toch moeilijk om te doen? (Zie de ‘Bijkomende leermiddelen’ voor enkele gedachten hieromtrent.) Vraag de klasleden hoe ze de macht van de Heiland hebben ervaren door die dingen te doen.
Bijkomende leermiddelen
‘Kleine, eenvoudige dingen.’
Ouderling L. Whitney Clayton heeft eens verteld over een bisschop die wijkleden met uiteenlopende moeilijkheden van raad voorzag:
‘Hij raadde de leden in zijn wijk vaak eenvoudige geloofsdaden aan, zoals het Boek van Mormon bestuderen[,] tiende betalen en trouw in de kerk dienen. Ze reageerden echter vaak sceptisch: “[…] Wat hebben die dingen te maken met de problemen die ik heb?”
‘[…] Wie de “kleine en eenvoudige dingen” [Alma 37:6] doelbewust doet, en dus op schijnbaar kleine manieren gehoorzaamt, [ontvangt] na een tijd veel meer geloof en kracht dan hij voor die daden verwacht. [Het lijkt soms] zelfs alsof die zegeningen er niets mee te maken hebben.’ (‘Wat Hij ook tegen u zal zeggen, doe het’, Liahona, mei 2017, 98.)