‘25–31 juli. Esther: “Jij [bent] juist voor een tijd als deze […] gekomen”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Oude Testament 2022 (2021)
‘25–31 juli. Esther’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2022
25–31 juli
Esther
‘Jij [bent] juist voor een tijd als deze […] gekomen’
Hoe goed kent u uw klasleden? Probeer iedere week een lid van uw klas beter te leren kennen. Zo kunt u bij het voorbereiden van de les beter rekening houden met hun behoeften. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 7.)
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Laat de klasleden met iemand die vlak bij ze zit uitwisselen wat de Geest ze geleerd heeft, wat ze beter zijn gaan begrijpen of wat ze relevant voor hun eigen leven vonden toen ze het boek Esther lazen. Vraag daarna enkelen hun bevindingen aan de klas te vertellen.
In de leer onderwijzen
De Heer plaatst ons in situaties waar we anderen tot zegen kunnen zijn.
-
De klasleden hebben misschien gekeken hoe de Heer Esther in staat stelde om de Joden te redden, volgens de suggestie in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Vraag ze naar hun bevindingen. U kunt ook samen enkele voorbeelden opzoeken (zie Esther 2:21–23; 3:10–14; 4:14–16). Hoe kunnen we de hand van God in ons eigen leven leren herkennen? Het citaat van ouderling Neil L. Andersen in de ‘Bijkomende leermiddelen’ geeft antwoord op die vraag.
-
Laat de klasleden Esther 4:10–17 lezen en zich afvragen hoe de Heer ze ‘juist voor een tijd als deze’ heeft voorbereid (Esther 4:14). Hoe zouden Mordechais woorden aan Esther haar geholpen hebben met haar besluit om voor haar volk op te komen? God plaatste Esther in een positie waarin ze de Joden kon redden. In welke situaties plaatst Hij ons zodat we anderen tot zegen kunnen zijn? Hoe kunnen we een beter werktuig in zijn handen zijn? Het citaat van zuster Virginia U. Jensen in de ‘Bijkomende leermiddelen’ herinnert klasleden misschien aan momenten dat zij zich een werktuig voor de Heer voelden. Vraag ze daarnaar, zoals de Geest u ingeeft.
Door te vasten, laten we onze afhankelijkheid van de Heer zien.
-
Bespreek aan de hand van Esther 4 de zegeningen die uit vasten voortvloeien. Laat iemand in de klas de gebeurtenissen doornemen die Esther en de andere Joden tot vasten bewogen. Waarom wilden ze vasten? Waarom willen wij vasten? Lees eventueel samen nog enkele Schriftteksten over vasten, zoals Jesaja 58:6–12 en Mattheüs 4:1–4; 17:14–21 (zie ook de Gids bij de Schriften, ‘Vasten’, schriften.ChurchofJesusChrist.org). Vraag enkele klasleden of vertel zelf hoe we door vasten de macht van de Heer naar ons toetrekken.
Het juiste doen, vergt vaak veel moed.
-
Door de inspirerende verhalen van Mordechai en Esther die moedig voor rechtvaardigheid opkwamen, kunnen klasleden de moed scheppen om het juiste te doen. Laat de ene helft van de klas over Mordechai lezen (zie Esther 3:1–11) en de andere helft over Esther (zie Esther 4:10–17; 5:1–4). Als Mordechai en Esther nu onder ons waren, hoe zouden ze ons dan aanmoedigen om in moeilijke omstandigheden toch het juiste te doen? Vraag de klasleden wanneer zij weleens moedig moesten handelen. Vertoon desgewenst de video ‘Moed’ (ChurchofJesusChrist.org), of zing of lees met de klas de woorden van een lied over pal staan voor waarheid, zoals ‘Strijd voor het recht’ (Lofzangen, nr. 161). Bespreek vervolgens wat de video of het lied over moed duidelijk maakt.
Bijkomende leermiddelen
De hand van God.
Ouderling Neil L. Andersen heeft gezegd:
‘Soms zien we de hand van de Heer wel in het leven van anderen, maar vragen we ons af hoe we zijn hand beter in ons eigen leven kunnen zien. […]
‘Als u de geboden onderhoudt en in geloof bidt om de hand van de Heer in uw leven te zien, zal Hij uw geestelijke ogen verder opendoen en zult u duidelijker inzien dat u niet alleen staat.’ (Zie ‘Uw koninkrijk kome’, Liahona, mei 2015, 121–122.)
‘Juist voor een tijd als deze’
Zuster Virginia U. Jensen heeft gezegd: ‘Ik geloof niet dat u en ik hier in deze unieke tijd bij toeval zijn. Ik geloof dat we, net als Esther vanouds, “juist voor een tijd als deze tot [het koninkrijk] gekomen” zijn [Esther 4:14]. Nu kunnen onze invloed, ons voorbeeld, onze kracht als bolwerk tegen de stortvloed aan kwaad staan die onze woningen, onze gezinnen en onze dierbaren overspoelt.’ (‘Creating Places of Security’, Ensign, november 1997, 89.)