29 augustus–4 september

Spreuken 1–4; 15–16; 22; 31; Prediker 1–3; 11–12

‘De vreze des Heeren is het beginsel van wijsheid’

Hoe komen de leringen in Spreuken en Prediker uw klasleden ten goede? Geef gehoor aan de ingevingen die u bij uw studie en voorbereiding krijgt.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen stimuleren

In Spreuken en Prediker staan veel prachtige en krachtige leringen. Voordat u bepaalde passages gaat bespreken, zoals die hieronder, kunt u de klasleden vragen wat ze bij hun Schriftstudie (individueel of in gezinsverband) deze week is opgevallen.

In de leer onderwijzen

Spreuken 1–4; 15–16; Prediker 1–3; 11–12

Laat ‘je oor acht […] slaan op de wijsheid’.

• Het boek Spreuken staat vol aansporingen om naar wijsheid en inzicht te streven. Hoe kunt u de klasleden aanmoedigen om te delen wat ze tijdens hun studie over wijsheid te weten zijn gekomen? Schrijf bijvoorbeeld wijsheid op het bord. Vraag de klasleden versnummers of zinsneden uit Spreuken of Prediker met inzichten over wijsheid toe te voegen. (Wijs desgewenst op Spreuken 1–4; 15–16; Prediker 1–3; 11–12.) Wat komen we in deze Schriftteksten over wijsheid te weten? Hoe worden we gezegend als we naar wijsheid van God streven?

Spreuken 1:7; 2:5; 3:7; 8:13; 15:33; 16:6; 31:30; Prediker 12:13

‘Wees niet wijs in je eigen ogen: vrees de Heere.’

• Nog een thema in Spreuken en Prediker is ‘de vreze des Heeren’ (Spreuken 1:7; zie ook Spreuken 2:5; 3:7; 8:13; 15:33; 16:6; 31:30; Prediker 12:13). Laat de klasleden enkele van die verzen lezen en vertellen wat de Heer vrezen betekent. In hoeverre is de Heer vrezen anders dan vrezen in andere vormen? Haal desgewenst inzichten van ouderling David A. Bednar in ‘Bijkomende leermiddelen’ aan.

Op de Heer leren vertrouwen, Kathleen Peterson

Spreuken 3:5–7

‘Vertrouw op de Heere met heel je hart.’

• Maak de klasleden met een demonstratie duidelijk wat ‘vertrouw op de Heere met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet’ inhoudt (Spreuken 3:5). Laat iemand bijvoorbeeld steunen op of leunen tegen iets stevigs en stabiels, zoals een muur. Laat hem of haar dan leunen tegen iets wat niet stevig is, zoals een bezem. Hoe kunnen we hierdoor Spreuken 3:5 beter begrijpen? Wat zegt Spreuken 3:5–7 over vertrouwen op de Heer? Waarom is het onverstandig om op ons eigen inzicht te steunen? Hoe heeft de Heer onze paden rechtgemaakt door op Hem te vertrouwen?

Spreuken 15:1–2, 4, 18, 28; 16:24–32

‘Een zacht antwoord keert woede af.’

• Laat de klasleden Spreuken 15:1–2, 18; 16:32 lezen en bespreken hoe ze voor meer vrede en minder onenigheid in hun leven kunnen zorgen. Vraag ze dan naar persoonlijke ervaringen met betrekking tot deze verzen. Wanneer heeft ‘een zacht antwoord’ iemands woede bijvoorbeeld afgekeerd? (Spreuken 15:1.) Wanneer was de Heiland een voorbeeld van wat er in deze verzen staat? (Zie Johannes 8:1–11; 18:1–11.) Hoe kunnen we zijn voorbeeld in onze omgang met anderen volgen?

• Hoewel de schrijvers van het boek Spreuken de vele communicatiemiddelen van tegenwoordig niet kenden, is de raad in Spreuken 15 en 16 op alle vormen van communicatie van toepassing. Laat ieder klaslid een van de volgende Schriftteksten kiezen en lezen om dit duidelijk te maken: Spreuken 15:1–2, 4, 18, 28; 16:24, 27–30. Laat ze hun spreuk vervolgens in eigen woorden weergeven als een advies over de interactie met anderen via sociale media, tekstberichten of online. Er staan nog meer adviezen onder ‘Taalgebruik’ in Voor de kracht van de jeugd (2011), 20–21.

Bijkomende leermiddelen

‘God vrezen betekent Hem liefhebben en vertrouwen.’

Ouderling David A. Bednar heeft gezegd:

‘Godvrezendheid of ontzag voor God komt […] voort uit een juist begrip van de goddelijke natuur en zending van de Heer Jezus Christus, de bereidheid onze wil aan die van Hem te onderwerpen, en het besef dat iedere man en vrouw op de dag des oordeels rekenschap verschuldigd zal zijn van zijn of haar eigen zonden. […]

‘God vrezen betekent Hem liefhebben en vertrouwen. Hoe meer we God vrezen, hoe volmaakter we Hem liefhebben. En “de volmaakte liefde drijft alle vrees uit” (Moroni 8:16). Ik beloof u dat het heldere licht van godvrezendheid de donkere schaduwen van menselijke angsten zal verdrijven (zie Leer en Verbonden 50:25). Maar dan moeten we wel naar de Heiland opzien, ons fundament op Hem bouwen en met toegewijde volharding op zijn verbondspad voorwaarts streven.’ (‘Daarom onderdrukten zij hun vrees’, Liahona, mei 2015, 48–49.)

Ons onderwijs verbeteren

Concentreer u op Jezus Christus. Er is geen betere manier om het geloof van uw klasleden te vergroten dan door de Heiland in uw les centraal te stellen. Moedig de klasleden door uw onderwijs aan ‘op de rots van onze Verlosser, die Christus is, de Zoon van God’ te bouwen (Helaman 5:12).