Verslaving

3:35

Een verslaving is een aanhoudende afhankelijkheid van schadelijk gedrag of van schadelijke middelen. Bij een verslaving geeft men zich over aan een middel of gedrag en wordt men er afhankelijk van. Een verslaving kan ertoe leiden dat mensen niet meer functioneren op het werk, op school of thuis. Dat kan op zijn beurt leiden tot misleiding en het goedpraten van slechte keuzes. Veel verslaafden voelen zich volkomen wanhopig en hopeloos.

Probeer het te begrijpen

Het kan moeilijk zijn om over een verslaving te praten, en men voelt zich vaak kwetsbaar of beschaamd. Als u met een slachtoffer praat, prijs hem of haar dan voor de moed om hulp in te roepen. Toon uw liefde en medeleven net zoals de Heiland dat zou doen.

Denk onder gebed na of u over de situatie kunt praten, of vragen kunt stellen zoals de volgende, zodat u de verslaving beter kunt begrijpen en de behoeften van de verslaafde beter kunt inschatten.

Vertel eens wat er aan de hand is.
Wanneer is het probleem begonnen?
Wat weerhoudt u er het meest van om deze verslaving te overwinnen?
Welke stappen hebt u al ondernomen om dit probleem te overwinnen? Waardoor bent u geholpen?
Hoe kan de Heer u helpen uw verslaving te overwinnen?
Wie is er nog meer op de hoogte, en hoe helpen zij u?

Die ene helpen

Tips voor uw hulp aan een verslaafde. Wees altijd liefdevol en zorgzaam als u met verslaafden werkt.

Stel samen een actieplan op om verleidelijke situaties waarin hij of zij zich zwak voelt, te vermijden of het hoofd te bieden. Evalueer het plan geregeld.

Zorg dat de verslaafde begrijpt wat keuzevrijheid inhoudt, en dat een verslaving niets verandert aan onze eeuwige identiteit.

Leg uit dat elke verslaving dankzij de verzoening van de Heiland, Jezus Christus, overwonnen kan worden.
Maak de verslaafde duidelijk hoe de Heiland mensen in staat stelt om hun problemen te overwinnen.
Zorg dat de verslaafde de eigen identiteit als kind van God inziet, en beseft wat diens eigen sterke kanten, talenten en vaardigheden zijn.

Maak samen een lijstje van de vaakst voorkomende situaties waarin er meer verleiding is (zoals situaties die gedachten en verlangens met betrekking tot de verslaving oproepen).

Zoek uit welke gevoelens achter die situaties schuilgaan (zoals verveling, eenzaamheid, woede, stress of vermoeidheid).
Bedenk waar, wanneer en hoe die situaties zich voordoen.

Moedig de betrokkene aan om de bijeenkomsten van een plaatselijk verslavingsherstelprogramma bij te wonen, of zich aan te sluiten bij een praatgroep gebaseerd op het twaalfstappenmodel.

Moedig de persoon aan om zijn of haar huwelijkspartner, ouders of andere familieleden openhartig en eerlijk over de verslaving te vertellen.

Zoek samen hulp bij een vertrouwenspersoon.

Het gezin steunen

Een verslaving raakt ook de gezinsleden. Toon uw liefde en medeleven in gesprekken met gezinsleden, net zoals de Heiland dat zou doen. Zoek uit hoe de huwelijkspartner of het gezin erdoor is getroffen, en help ze ermee om te gaan.

Zorg er in de eerste plaats voor dat de gezinsleden zich geliefd en gehoord voelen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Dit is geen makkelijke situatie. Hoe voelt u zich?’

Laat ze hun mogelijke angsten, zorgen, schuldgevoelens en wantrouwen uiten.

U kunt de huwelijkspartner of gezinsleden de beginselen in Support Guide: Help for Spouses and Family of Those in Recovery te bestuderen geven.

Moedig gezinsleden aan om de groepsbijeenkomsten van het verslavingsherstelprogramma voor Steun aan huwelijkspartners en gezinsleden of van een dergelijke praatgroep bij te wonen.

Zorg dat de gezinsleden weten hoe de Heiland ieder van hen persoonlijk kan genezen, zelfs als hun dierbare de verslaving niet weet te overwinnen (zie Alma 7:11; Mattheüs 11:28–30).

Gebruikmaken van hulpbronnen in wijk en ring

U kunt leidinggevenden in de wijk of andere vertrouwenspersonen vragen om blijvende steun, leiding en hulp te bieden. Vraag toestemming aan de betrokkene voordat u de situatie met anderen bespreekt.

De bisschop kan in overleg met de verslaafde een vertrouwenspersoon als mentor aanwijzen, en beiden aanmoedigen om doelen en een actieplan op te stellen.

De mentor moet iemand zijn bij wie de verslaafde zich op zijn of haar gemak voelt, en die idealiter hetzelfde probleem heeft overwonnen.
Als de verslaafde minderjarig is, betrekt de bisschop de ouders bij de keuze van een mentor.

Ga voor meer informatie over het verslavingsherstelprogramma naar https://www.churchofjesuschrist.org/study/life-help/addiction?lang=nld en vraag de ringpresident waar de bijeenkomsten in uw ring worden gehouden. Als er in uw ring nog geen bijeenkomsten zijn, vraag de ringpresident dan of het mogelijk is om ermee te beginnen.

Zoek naar plaatselijke diensten die in overeenstemming met de evangeliebeginselen werken.

Bijvoorbeeld: psychologen of therapeuten, behandelprogramma’s en overheidsprogramma’s.
De verslaafde heeft daarnaast misschien ook medische hulp nodig. Laat de betrokkene eventueel professioneel onderzoeken om de geschiktste vorm van zorg te bepalen.