‘Les 74 – Leer en Verbonden 60–62: “Luistert naar de stem van Hem die alle macht bezit”’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)
‘Leer en Verbonden 60–62’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht
In augustus 1831 gaf de Heiland een groep ouderlingen liefdevolle instructie op hun moeilijke reis van Missouri naar Ohio. Zijn raad gaf de ouderlingen inzicht in zijn verwachtingen en verlangens voor hen op hun reis naar huis. Deze les beoogt de cursisten meer inzicht te geven in de verwachtingen en verlangens van de Heiland voor hen.
Mogelijke leeractiviteiten
U kunt aan het begin van de les de volgende situaties tonen:
Stel je voor dat twee van je goede vriendinnen op verschillende manieren worstelen met het nemen van beslissingen. Eén vriendin zoekt zelden hulp of leiding van God en probeert de meeste beslissingen zelf te nemen. Een andere vriendin bidt om leiding en aarzelt om een beslissing te nemen, totdat ze zeker weet dat ze een antwoord van de Heer heeft ontvangen.
Laat de cursisten nadenken over beslissingen die zij moeten nemen en of ze zich in een van deze situaties kunnen inleven. Laat ze tijdens deze les op beginselen letten die ze kunnen helpen bij het nemen van beslissingen.
Om de cursisten de context voor de leringen van vandaag duidelijk te maken, leest u de volgende alinea of vat u die samen.
In augustus 1831 begonnen Joseph Smith en enkele ouderlingen aan een reis van ruim 1200 kilometer naar huis in Kirtland (Ohio). Ze hadden de voorgaande weken in Missouri doorgebracht, waar de Heer ze had opgedragen om de stad Zion op te bouwen. Onderweg naar huis had de groep vragen over hoe en waar ze naartoe moesten reizen. Voor sommige beslissingen spoorde de Heer hen aan om naar hun beste inzicht een eigen keuze te maken. Voor andere beslissingen gaf Hij specifieke instructies en geboden om hen te leiden.
De cursisten kunnen de genoemde teksten aan de hand van het volgende schema bestuderen. Laat de cursisten het schema in hun studiedagboek overnemen. U kunt het ook op het bord zetten en enkele cursisten vragen om hun antwoorden er na het bestuderen van de teksten bij te zetten. U kunt de cursisten in groepjes verdelen en vragen om samen één of alle teksten te bestuderen.
Lees Leer en Verbonden 62:8 en let op de raad van de Heer die ons kan helpen als we zonder specifieke leiding beslissingen moeten nemen.
Vraag de cursisten om een beginsel te noemen dat ze van de raad van de Heer in deze tekst hebben geleerd. Ze kunnen een beginsel als het volgende noemen: de Heer verwacht van ons dat we veel beslissingen nemen op basis van de aanwijzingen van de Geest en ons eigen inzicht.
Laat de cursisten Leer en Verbonden 58:26–29 lezen en leringen opzoeken waardoor ze beter kunnen begrijpen hoe de Heer van ons verwacht dat we beslissingen nemen. U kunt de cursisten vragen om een kruisverwijzing of koppeling tussen deze teksten en Leer en Verbonden 62:8 te maken.
Concentreer u op beginselen van bekering: Zie ‘Concentreer u op waarheden die tot bekering leiden en geloof in Jezus Christus versterken ’ in Verbetering van onderwijsvaardigheden om u daar verder in te oefenen. U kunt deze vaardigheid oefenen en vragen stellen waardoor de cursisten beginselen van bekering leren herkennen en verwoorden.
Waarom denk je dat het belangrijk is om op je eigen inzicht en op de aanwijzingen van de Geest te vertrouwen als je beslissingen moet nemen?
Hoe kan dit beginsel ons helpen bij beslissingen met betrekking tot onze normen en waarden?
U kunt de cursisten laten vertellen over momenten waarop ze beslissingen hebben genomen op basis van hun eigen inzicht en de aanwijzingen van de Geest. Laat ze vertellen hoe de Heer hen in die situaties heeft gezegend. U kunt ook zelf iets vertellen.
De Heiland spreekt over Zichzelf
Op de reis naar Ohio ondervonden de ouderlingen onzekerheid, vermoeidheid en zelfs beangstigende situaties. Ze hadden ook meningsverschillen en ruzies. De Heiland hielp ze door ze veel belangrijke dingen over Hemzelf te leren. Door deze leringen kunnen we beter begrijpen wie Hij is en wat Hij voor ons kan doen.
Om de cursisten zich goed te laten voorbereiden op hun studie van de volgende teksten, kunnen ze midden op een pagina in hun studiedagboek Jezus Christus schrijven. U kunt dat ook op het bord zetten. Bij hun studie van de volgende Schriftteksten kunnen de cursisten rondom de naam van de Heiland woorden en zinnen opschrijven die de Heiland beschrijven.
Lees Leer en Verbonden 60:1–4 ; 61:1–2, 36–39 ; 62:1–3, 9 . Let op wat je uit deze teksten over Jezus Christus leert. Noteer je inzichten in je studiedagboek.
Geef de cursisten de kans om te vertellen wat ze door deze studieactiviteit over Jezus Christus hebben geleerd of gevoeld. Ze kunnen vragen als de volgende klassikaal, in koppels of groepjes bespreken.
Moedig de cursisten tot slot aan om na te denken over mogelijke ingevingen van de Heilige Geest die ze op basis van hun studie en besprekingen vandaag hebben ontvangen. Moedig ze aan om hun gedachten en indrukken in hun studiedagboek op te schrijven.
Ouderling Richard G. Scott (1928–2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Als [God] ons niet antwoordt , wil Hij dat we vooruitgang maken door geloof in Hem, gehoorzaamheid aan zijn geboden en de bereidheid om naar de waarheid te handelen. Hij verwacht van ons dat wij verantwoordelijkheid aanvaarden door zonder voorafgaande bevestiging te handelen naar een beslissing die in overeenstemming is met zijn leringen. Wij worden niet geacht passief af te wachten noch te morren omdat de Heer niets heeft gezegd. Wij moeten iets ondernemen.
Meestal is datgene wat we verkozen hebben te doen goed. Hij zal onze keuzes bevestigen op zijn manier. Die bevestiging komt meestal in de vorm van kleine hulppakketjes die we hier en daar op ons pad vinden. We ontdekken die door geestelijk ingesteld te zijn. Ze zijn als briefjes met de goedkeuring van een liefhebbende Vader. Als we in vertrouwen begonnen zijn aan iets wat niet goed is, zal Hij het ons laten weten voor we te ver gaan. Hij doet dat door ons een onbehaaglijk gevoel te geven. (Richard G. Scott, ‘Keuzevrijheid en antwoorden: openbaring herkennen ’, Liahona , juni 2014, 50.)
Ouderling Gary E. Stevenson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
13:15
Als lid van de kerk hebben we de gelegenheid om formeel ons getuigenis in kerkbijeenkomsten te geven of informeel in persoonlijke gesprekken met familieleden, vrienden en anderen.
U kunt ook door rechtschapen gedrag uw getuigenis geven. Uw getuigenis van Jezus Christus is niet alleen wat u zegt – het is ook wie u bent.
Elke keer dat u hardop uw getuigenis geeft of door uw handelingen uw toewijding aan het volgen van Jezus Christus toont, nodigt u anderen uit om tot Christus te komen [Moroni 10:32 ]. (Gary E. Stevenson, ‘Uw getuigenis voeden en geven ’, Liahona , november 2022, 112.)
De woorden van de Heer in Leer en Verbonden 61:5–19 verbieden heiligen der laatste dagen niet om over het water te reizen of te zwemmen. Het kan zijn dat de Heer bij zijn beschrijving van de wateren in de laatste dagen naar passages in het boek Openbaring verwees, waarin de apostel Johannes beschrijft welke verwoesting er vóór de wederkomst van Jezus Christus op de wateren zal plaatsvinden (zie Openbaring 8:8–11 ; 16:1–6 ). In Leer en Verbonden 61 verwijst de Heer specifiek naar het gevaar op ‘deze wateren’, namelijk de rivier de Missouri (zie Leer en Verbonden 61:5, 18 ).
President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft gezegd:
15:54
Onze Heiland onderging en doorstond alle menselijke moeilijkheden in volle omvang ‘naar het vlees’, zodat Hij ‘naar het vlees’ kon weten hoe zijn volk ‘te hulp te komen naargelang hun zwakheden’ [Alma 7:12 ]. Hij kent dus onze worstelingen, ons hartzeer, onze verzoekingen en ons lijden, want Hij heeft die als essentieel onderdeel van zijn verzoening allemaal zelf ondervonden. En daardoor stelt zijn verzoening Hem in staat om ons te hulp te komen – om ons de kracht te geven alles te dragen. (Dallin H. Oaks, ‘Gesterkt door de verzoening van Jezus Christus ’, Liahona , november 2015, 61–62.)
Leg uit dat toen de ouderlingen van de kerk het eerste gebod kregen om hun huis in Ohio te verlaten en naar Missouri te reizen, ze het gebod kregen om het evangelie onderweg te prediken (zie Leer en Verbonden 52:9–10, 21–23, 25–27 ).
Laat de cursisten Leer en Verbonden 60:1–3 lezen en nagaan wat de Heiland tegen enkele van deze mannen zei.
Om de cursisten te laten inzien hoe ze deze leringen op zichzelf kunnen toepassen, kunt u vragen als de volgende stellen:
Wat kan het voor ons moeilijk maken om onze mond open te doen om het evangelie van de Heiland te delen?
Hoe kan de Heiland ons helpen om die obstakels te overwinnen?
Op welke manieren kunnen we tegenwoordig onze mond opendoen om anderen over het evangelie te vertellen?
De cursisten kunnen baat hebben bij een bespreking over het gebod van de Heer om ‘uw tijd niet [te] verbeuzelen’ (Leer en Verbonden 60:13 ).
Leg uit dat een deel van de raad van de Heer in Leer en Verbonden 60 gericht was tot de mensen die naar Missouri gingen om de stad Zion op te bouwen.
Laat de cursisten Leer en Verbonden 60:13 lezen en nagaan wat Hij sommige heiligen gebood. Het kan nuttig zijn om uit te leggen dat het woord verbeuzelen betekent dat je je tijd aan onbeduidende zaken verspilt.
U kunt de cursisten een paar andere Schriftteksten laten bestuderen waarmee ze beter kunnen begrijpen hoe de Heer wil dat we onze tijd gebruiken. Bijvoorbeeld: Alma 34:32–33 ; Leer en Verbonden 58:27 ; 75:3–4 ; 88:124 .
Laat de cursisten zich afvragen in welke opzichten ze hun tijd verbeuzelen en een doel stellen om dat te verbeteren.
Het kan nuttig zijn als de cursisten bekijken wat de Heiland in Leer en Verbonden 62:1 zei over Zichzelf en zijn vermogen om ons te helpen. U kunt de cursisten vragen om deze tekst te lezen en een kruisverwijzing met Alma 7:11–13 te maken. U kunt ze even de tijd geven om in stilte te overdenken hoe de Heer hen of hun dierbaren te hulp is gekomen. Moedig ze aan om hun ervaringen en gevoelens in hun dagboek te beschrijven. Geef ze ook de uitspraak van president Dallin H. Oaks in ‘Aanvullende bronnen’. Laat enkele cursisten vertellen hoe de Heiland hen in hun zwakheden en beproevingen sterkt en steunt.