‘Les 76 – Leer en Verbonden 63:57–64: Eerbied voor de heilige naam van Jezus Christus’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)
‘Leer en Verbonden 63:57–64’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht
Les 76: Leer en Verbonden 60–63
Eerbied voor de heilige naam van Jezus Christus
In de openbaring in Leer en Verbonden 63 zegt de Heiland dat Hij wil dat zijn volgelingen ‘oppassen hoe zij [zijn] naam op hun lippen nemen’ (Leer en Verbonden 63:61 ). In deze les kunnen de cursisten inzien hoe belangrijk het is om de naam van de Heiland met eerbied te gebruiken.
Mogelijke leeractiviteiten
Nauwgezet in plaats van nonchalant
Zet de woorden Nauwgezet in plaats van nonchalant op het bord. Laat de cursisten dan de volgende vragen bespreken:
Zuster Rebecca L. Craven van het algemeen jongevrouwenpresidium heeft de volgende vraag gesteld:
Letten we op ons taalgebruik? Of springen we losjes om met ruwe, vulgaire taal? (Rebecca L. Craven, ‘Nauwgezet versus nonchalant ’, Liahona , mei 2019, 10.)
In welke situaties zou je met oneerbiedige taal jegens God of andere heilige zaken te maken kunnen krijgen?
Laat de cursisten zich afvragen hoe ze zich voelen als ze daarmee te maken krijgen. Moedig ze aan om bij hun studie leringen op te zoeken waardoor ze beter begrijpen hoe belangrijk het is om voorzichtig over heilige zaken te spreken, vooral als ze de naam van hun hemelse Vader en Jezus Christus gebruiken.
Eerbied voor de naam van Jezus Christus
De volgende uitleg kan de cursisten de context van Leer en Verbonden 63 duidelijker maken.
Ten tijde van de openbaring in Leer en Verbonden 63 hadden enkele heiligen in Kirtland (Ohio) de naam van de Heer zonder het juiste priesterschapsgezag gebruikt (zie Leer en Verbonden 63:62 ). De Heer veroordeelde dat en leerde de heiligen hoe ze zijn naam moesten gebruiken.
Lees Leer en Verbonden 63:58–64 en zoek op wat de Heer wilde dat de heiligen over Hem begrepen.
Wat leren deze verzen je over Jezus Christus?
Hoe moeten we de naam van de Heiland volgens vers 61–64 gebruiken?
Een waarheid die de cursisten uit deze verzen kunnen noemen, is dat de naam van Jezus Christus heilig is en zorgvuldig moet worden gebruikt .
Wat betekent het volgens jou om de naam van de Heiland zorgvuldig te gebruiken?
Welke vragen heb je over wat je in deze verzen leert?
Als de cursisten vragen hebben over wat het betekent om ‘de naam van de Heer […] ijdel [te] gebruiken’ (vers 62 ), leg dan uit dat het kan betekenen dat we oneerbiedig over onze hemelse Vader en Jezus Christus spreken. (Zie Dallin H. Oaks, ‘Reverent and Clean ’, Ensign , mei 1986, 49–50.) Het kan ook inhouden dat we het priesterschapsgezag van de Heiland onwaardig gebruiken. (Zie Neil L. Andersen, ‘Macht in het priesterschap ’, Liahona , november 2013, 93.) Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat het gepast is om over de Heiland te spreken, in gesprekken over het evangelie of alledaagse zaken, als we dat met liefde en respect doen.
Voordat u de volgende vraag stelt, kunt u de cursisten zich laten voorstellen dat iemand die ze kennen, niet begrijpt hoe belangrijk het is om eerbied voor de naam van de Heiland te hebben. Ze kunnen hem of haar bij de bespreking in gedachten houden.
Meer liefde en eerbied voor Jezus Christus
Leg uit dat we meer liefde en eerbied voor Jezus Christus kunnen hebben als we beter begrijpen wat Hij voor ons heeft gedaan.
Voordat u de volgende studieactiviteit introduceert, kunt u de cursisten vragen wat ze hebben meegemaakt of uit de Schriften hebben geleerd dat ze motiveert om eerbiedig over Jezus Christus te denken en spreken. U kunt ook een voorbeeld uit uw eigen leven aanhalen.
Neem de tijd om de door God aangewezen bronnen te doorzoeken waardoor je meer liefde voor Jezus Christus kunt ontwikkelen en het verlangen kunt krijgen om eerbiedig over Hem te spreken. Je kunt zoeken naar Schriftteksten, uitspraken van kerkleiders, lofzangen of andere nuttige bronnen die beschrijven wie Hij is of wat Hij heeft gedaan. Noteer je ingevingen en gevoelens in je studiedagboek.
De cursisten kunnen zelfstandig of als koppel naar bronnen zoeken. U kunt ze zo nodig wijzen op enkele bronnen die ze kunnen raadplegen, zoals lofzangen over de heilige aard van Jezus Christus of enkele van de volgende Schriftteksten: Mattheüs 8:23–27 ; 2 Nephi 25:13 ; Leer en Verbonden 18:23–25 ; 35:1–2 ; 110:1–5 .
Vraag de cursisten na verloop van tijd wat ze van hun studie hebben geleerd of gevoeld. Als de cursisten betekenisvolle lofzangen hebben gevonden, kan de klas er een of meer samen zingen. U kunt de cursisten ook vragen om een gevonden Schrifttekst te lezen en te vertellen waarom ze die bijzonder vinden.
Met behulp van de volgende vragen kunnen de cursisten over hun inzichten vertellen:
U kunt de tweede vraag uitgebreider bespreken door de cursisten in groepjes te verdelen en ze te laten bespreken hoe bepaalde aspecten van hun leven kunnen worden beïnvloed door meer eerbied voor hun hemelse Vader en Jezus Christus te hebben. Ze kunnen onder andere de volgende aspecten bespreken:
De keuzes die ze maken met betrekking tot mediagebruik.
Hun omgang met anderen.
Hun bereidheid om het evangelie te delen.
De manier waarop ze tot hun hemelse Vader bidden.
Het op je leven toepassen
Laat de cursisten ten minste een van de volgende vragen in hun studiedagboek beantwoorden om over hun leerproces na te denken:
Hoe verandert wat je vandaag van de Geest of van je medecursisten hebt geleerd, hoe je je over de Heiland voelt of hoe je naar Hem kijkt?
Wat wil je nu beter of anders doen naar aanleiding van wat je vandaag hebt geleerd?
Laat enkele cursisten vertellen wat ze hebben opgeschreven, als ze dat willen. Getuig aan het einde van de les van onze hemelse Vader en Jezus Christus, en leg uit waarom hun naam voor u heilig is.
President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft gezegd:
Er zijn geen heiliger of gewichtiger woorden in onze hele taal dan de namen van God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus. […]
Als de namen van God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, met eerbied en gezag worden gebruikt, roepen die een macht op die het menselijk begrip te boven gaat.
Het moet voor iedere gelovige vanzelfsprekend zijn dat deze machtige namen – waarmee wonderen worden verricht, waarmee de wereld werd gevormd, waarmee de mens is geschapen en waarmee wij kunnen worden gered – heilig zijn en met de grootste eerbied moeten worden behandeld. We lezen in hedendaagse openbaring: ‘Bedenk dat hetgeen van boven komt heilig is, en dat u er behoedzaam en gedrongen door de Geest over moet spreken’ (Leer en Verbonden 63:64 ). (Dallin H. Oaks, ‘Reverent and Clean ’, Ensign , mei 1986, 50, 51.)
Zuster Jean B. Bingham, voormalig algemeen ZHV-presidente, heeft gezegd:
2:3
Blijvende vreugde vinden we door ons op de Heiland, Jezus Christus, te richten en het evangelie zo na te leven als Hij heeft voorgedaan en geleerd. Hoe meer we over Jezus Christus leren, op Hem vertrouwen en zijn voorbeeld proberen na te volgen , des te beter begrijpen we dat Hij de bron van alle genezing, gemoedsrust en eeuwige vooruitgang is. (Jean B. Bingham, ‘Opdat uw blijdschap volkomen zal worden ’, Liahona , november 2017, 85.)
Ouderling Ulisses Soares van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
13:25
Als we werkelijk ontzag hebben voor Jezus Christus en zijn evangelie, zijn we gelukkiger en enthousiaster over Gods werk. Ook herkennen we de hand van de Heer in alle dingen. Bovendien is onze studie van Gods woorden dan zinvoller. Onze gebeden zijn doelbewuster, onze aanbidding eerbiediger, ons dienstbetoon in Gods koninkrijk ijveriger. Dat alles draagt ertoe bij dat we de invloed van de Heilige Geest vaker ondervinden. Zo wordt ons getuigenis van de Heiland en zijn evangelie sterker. (Ulisses Soares, ‘Met ontzag voor Christus en zijn evangelie ’, Liahona , mei 2022, 115.)
Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
14:56
Onwaardig het avondmaal bedienen of ronddienen, de zieken zalven of deelnemen aan andere priesterschapsverordeningen is, zoals ouderling David A. Bednar heeft gezegd, de naam van God ijdel gebruiken. [Zie David A. Bednar, Act in Doctrine (2012), 53.] Als iemand niet waardig is, mag hij niet officiëren in priesterschapsverordeningen en moet hij na gebed met zijn bisschop spreken als eerste stap van zijn bekering en het weer onderhouden van de geboden. (Neil L. Andersen, ‘Macht in het priesterschap ’, Liahona , november 2013, 93.)
Wanneer u bespreekt hoe belangrijk eerbied en respect voor de naam van Jezus Christus zijn, kunt u het volgende verhaal uit het leven van president Spencer W. Kimball (1895–1985) gebruiken:
‘In St. Mark’s Hospital in Salt Lake City ging [president Spencer W. Kimball] volledig onder narcose en werd hij geopereerd. Vervolgens werd hij terug naar zijn kamer gereden. Nog onder invloed van de narcose voelde Spencer dat ze bij een lift stopten. Hij hoorde de verpleeghulp ergens om vloeken. Half bij bewustzijn zei hij met moeite: “Zeg dat alstublieft niet. Ik heb Hem meer lief dan wat ook ter wereld. Alstublieft.” Er heerste absolute stilte. Toen antwoordde de verpleeghulp zachtjes: “Dat had ik niet mogen zeggen. Het spijt me.”’ (Edward L. Kimball en Andrew E. Kimball jr., Spencer W. Kimball: Twelfth President of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints [1977], 264 .)
Als u het verhaal hebt verteld, vraagt u de cursisten wat hen is opgevallen.
De cursisten kunnen baat hebben bij een bespreking over de leringen van de Heiland in Leer en Verbonden 63:47 over het overwinnen van de wereld. Na dit vers samen te hebben gelezen, kunt u de cursisten aanmoedigen om de woorden ‘de wereld overwinnen’ in hun Schriften te markeren. Laat de cursisten vervolgens de volgende vragen in hun studiedagboek noteren, met ruimte onder elke vraag om een antwoord op te schrijven.
De cursisten kunnen de toespraak ‘De wereld overwinnen en rust vinden ’ van president Russell M. Nelson in de algemene oktoberconferentie 2022 (Liahona , november 2022, 95–98) bestuderen om antwoord op deze vragen te vinden. Laat de cursisten hun antwoorden in hun studiedagboek noteren en na hun studie vertellen wat ze hebben geleerd.
De cursisten kunnen naast de bespreking over eerbied voor de naam van de Heiland ook bespreken hoe ze de raad van de Heer in Leer en Verbonden 63:64 nog meer kunnen toepassen. De volgende vragen kunnen daarbij van pas komen:
U kunt de cursisten laten nadenken over situaties waarin ze zien of horen dat er lichtvaardig of respectloos met heilige zaken wordt omgegaan. Ze kunnen bijvoorbeeld met ongepaste gesprekken onder hun leeftijdgenoten te maken krijgen, of worden blootgesteld aan ongepaste video’s, muziek of berichten op sociale media.
Laat de cursisten bedenken wat ze kunnen doen om dergelijke situaties te vermijden of ermee om te gaan. Ze kunnen bijvoorbeeld van ongepaste gesprekken weglopen, ongepaste accounts op sociale media ontvolgen, of voorzichtig zijn met de soorten video’s of muziek die ze bekijken of beluisteren.