Les 68
Leer en Verbonden 63:22–66
Inleiding
Op 30 augustus 1831 ontvangt Joseph Smith de openbaring die in Leer en Verbonden 63 staat. Deze les beslaat Leer en Verbonden 63:22–66, waarin de Heer zegeningen belooft aan de getrouwe heiligen in de laatste dagen, waarschuwt voor hoogmoed, en zijn dienstknechten aanmoedigt om zijn heilige naam te gedenken en met eerbied over heilige zaken te spreken.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 63:22–54
De Heer belooft zegeningen aan de getrouwen in de laatste dagen
Zet vóór de les de volgende vraag op het bord: Waarom zouden mensen zich zorgen maken over het leven in de laatste dagen?
Nodig de cursisten bij het begin van de les uit om deze vraag met de klas of in groepjes te bespreken.
Leg uit dat de Heer in de openbaring in Leer en Verbonden 63 sprak over de verwoesting die in de laatste dagen over de goddelozen zou komen. Maar Hij deed de heiligen ook krachtige beloften. Bovendien gebood Hij de heiligen in die tijd om in Missouri grond te kopen voor de vestiging van Zion, dat een toevluchtsoord zou worden (zie LV 45:66–69).
Om de cursisten duidelijk te maken welke openbaringen er in Leer en Verbonden 63 staan, zet u de volgende verklaringen op een werkblaadje. Verdeel de klas in groepjes van twee. Laat hen met behulp van de desbetreffende tekstverwijzing nagaan of de bewering waar of niet waar is. Laat de cursisten de waarheden die op dit werkblaadje aan bod komen, in hun Schriften markeren.
-
____1. In de laatste dagen zullen goddeloze mensen elkaar in oorlogen vernietigen. (Zie LV 63:32–33.)
-
____2. De rechtvaardige heiligen zullen met gemak ontkomen aan de verwoestingen van de laatste dagen. (Zie LV 63:34.)
-
____3. Bij zijn wederkomst zal Jezus Christus alle goddelozen op aarde vernietigen. (Zie LV 63:34.)
-
____4. Wie getrouw is, zal uiteindelijk alle beproevingen van het sterfelijke leven overwinnen. (Zie LV 63:47–48.)
-
____5. Rechtschapen mensen die voor de wederkomst overlijden, zullen bij de komst van de Heiland herrijzen. (Zie LV 63:49.)
-
____6. Rechtschapen mensen die op aarde leven bij de wederkomst zullen nooit sterven. (Zie LV 63:50–51.)
Laat de cursisten het werkblaadje invullen en vraag dan wat ze op de eerste twee vragen hebben geantwoord. (De eerste bewering is juist, de tweede bewering is fout.) Bespreek hun antwoorden en laat de cursisten de Schrifttekst na elke uitspraak nog een keer doornemen. Bij de bespreking van de tweede bewering laat u een cursist de volgende verklaring van de profeet Joseph Smith voorlezen:
‘Het [is] een verkeerde veronderstelling dat de heiligen aan alle oordelen zullen ontkomen terwijl de goddelozen lijden; alle vlees is onderworpen aan lijden, en “de heiligen zullen nauwelijks ontkomen”; […] veel rechtvaardigen zullen ten prooi vallen aan ziekte, pestilentie enz., wegens de zwakte van het vlees, en toch in het koninkrijk van God gered worden.’ (History of the Church, deel 4, 11; zie ook Journals, Volume 1: 1832–1839, deel 1 van de serie Journals van The Joseph Smith Papers [2008], 352–353.)
-
Waarom zou het belangrijk zijn om te weten dat rechtschapen mensen de beproevingen van de laatste dagen niet worden bespaard?
Vraag de cursisten wat ze bij beweringen drie tot en met zes hebben geantwoord. (Beweringen drie tot en met vijf zijn juist, bewering zes is fout.) Laat een cursist Leer en Verbonden 63:47–48 voorlezen. Laat de andere cursisten meelezen en naar een belofte van de Heer zoeken. Laat de cursisten bedenken hoe ze de belofte van de Heer in de vorm ‘als – dan’ kunnen verwoorden.
-
Hoe kun je deze belofte van de Heer in de vorm ‘als – dan’ verwoorden? (De cursisten dienen te zeggen: als wij getrouw zijn en volharden, dan kunnen wij de wereld overwinnen. Zet dit beginsel op het bord.)
-
Hoe kan de Heer ons helpen om in ons dagelijkse leven ‘de wereld te overwinnen’?
-
Hoe kan de Heer ons helpen om na onze dood ‘de wereld te overwinnen’?
Laat een cursist Leer en Verbonden 63:49 voorlezen om de cursisten duidelijk te maken welke eeuwige zegeningen we kunnen ontvangen waardoor we de wereld kunnen overwinnen. Laat de klas meelezen en nagaan welke zegeningen de Heer aan de rechtvaardigen belooft.
U kunt uw getuigenis geven over de zegeningen die wij ontvangen, zowel in dit leven als in het volgende, als wij getrouw zijn en volharden.
Leer en Verbonden 63:55–56
De Heer drukt zijn mishagen over de hoogmoed van Sidney Rigdon uit
Laat een cursist de volgende situaties voorlezen. Laat de klas telkens bedenken hoe iemand in die situatie geneigd kan zijn om op een hoogmoedige of arrogante manier te reageren.
-
Je mag tijdens een grote jeugdconferentie voor een grote groep jongeren je getuigenis geven.
-
Sommige klasgenoten van je quorum of je jongevrouwenklas klagen over de activiteiten die jij mee hebt georganiseerd.
-
Je hebt veel zangtalent en je mag tijdens een avondmaalsdienst een lied zingen.
Leg uit dat Sidney Rigdon van de Heer een belangrijke opdracht kreeg maar op een hoogmoedige manier reageerde. De Heer gebood hem dat hij ‘een beschrijving van het land Zion op schrift moet stellen en een uiteenzetting van de wil van God, zoals die hem door de Geest zal worden bekendgemaakt’ (LV 58:50). Deze beschrijving was bedoeld om de heiligen die ver van Independence (Missouri) woonden, duidelijk te maken hoe het land eruitzag, aangezien foto’s toen nog niet bestonden. Het was ook bedoeld om de heiligen ertoe aan te zetten om voor de aankoop van grond geld te geven (zie LV 58:51).
Laat een cursist Leer en Verbonden 63:55–56 voorlezen. Laat de klas meelezen en naar bewijs van de hoogmoed van Sidney Rigdon zoeken toen hij zijn opdracht vervulde om een beschrijving van Zion te schrijven.
-
Welke woorden wijzen erop dat hij hoogmoedig was? (Hij ‘heeft zich in zijn hart verheven en geen raad aangenomen’.)
-
Wat was het gevolg van Sidneys hoogmoed? (Hij bedroefde de Geest en de Heer aanvaardde zijn schrijven niet. U kunt uitleggen dat ‘de Geest bedroeven’ betekent dat wij zo leven dat de Heilige Geest zich van ons terugtrekt.)
-
Wat leren we uit vers 55? (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: de Geest is bedroefd als wij in het werk van de Heer hoogmoedig zijn. Zet die waarheid op het bord.)
Laat enkele cursisten bovenstaande situaties nog een keer voorlezen. Laat de klas telkens bedenken hoe iemand in die situatie nederig en niet hoogmoedig kan reageren. Laat de cursisten antwoorden en wijs er vervolgens op dat de Heer Sidney Rigdon de mogelijkheid gaf om een andere beschrijving van Zion op te stellen (zie LV 63:56). Sidney bekeerde zich en stelde een andere beschrijving van het land Zion op. Deze beschrijving was wel aanvaardbaar voor de Heer.
Leer en Verbonden 63:57–66
Jezus Christus gebiedt zijn dienstknechten om de heiligheid van zijn naam te herinneren en met eerbied over heilige zaken te spreken
Lees het volgende verhaal uit het leven van president Spencer W. Kimball voor of vat het samen. Laat de cursisten luisteren en nagaan wat op hen indruk maakt.
‘In St. Mark’s Hospital in Salt Lake City ging [president Spencer W. Kimball] volledig onder narcose en werd hij geopereerd. Vervolgens werd hij terug naar zijn kamer gereden. Nog onder invloed van de narcose voelde Spencer dat ze bij een lift stopten. Hij hoorde de verpleeghulp ergens om vloeken. Half bewusteloos zei hij met moeite: “Zeg dat alstublieft niet. Ik heb Hem meer lief dan wat ook ter wereld. Alstublieft.” Er heerste absolute stilte. Toen antwoordde de verpleeghulp zachtjes: “Dat had ik niet mogen zeggen. Het spijt me.”’ (Edward L. Kimball en Andrew E. Kimball jr., Spencer W. Kimball: Twelfth President of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints [1977], 264.)
-
Wat maakte in dit verhaal de meeste indruk op jou?
-
In welk opzicht verschilt de eerbied die president Kimball voor de naam van de Heer toonde van de manier waarop mensen in deze tijd vaak de naam van de Heer gebruiken?
Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 63:59–64 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke woorden en zinsneden aangeven hoe de Heer wil dat we zijn naam beschouwen en hoe Hij wil dat we over heilige zaken spreken.
-
Hoe dienen wij de naam van de Heer te gebruiken? (Bij de bespreking van vers 64 laat u de cursisten het eerste gedeelte van dat vers samenvatten. Zorg ervoor dat het volgende beginsel aan bod komt: de naam van Jezus Christus is heilig en moet zorgvuldig gebruikt worden. Zet dit beginsel op het bord.)
Laat een cursist naar het bord komen. Laat de klas situaties noemen waarin we de naam van Jezus Christus op gepaste wijze gebruiken en laat de cursist ze op het bord schrijven. Mogelijke antwoorden: we gebruiken de naam van de Heiland in gebeden, toespraken, evangelielessen en priesterschapsverordeningen. We kunnen ook in alledaagse gesprekken over de Heiland praten, maar dan moeten we dat met eerbied doen.
-
Waarom moeten we de naam van de Heiland met eerbied gebruiken?
-
Hoe maakt Leer en Verbonden 63:62 duidelijk wat het betekent om de naam van de Heer ijdel te gebruiken? Wat heeft dit vers met priesterschapsverordeningen te maken?
-
Hoe kunnen wij eraan denken dat de naam van de Heiland heilig is en zorgvuldig gebruikt moet worden?
Wijs erop dat dit niet alleen voor de naam van de Heiland geldt.
-
Welke andere woorden of zaken komen ‘van boven’ en zijn dus heilig? Hoe kunnen we daar ‘zorgvuldig’ over spreken?
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:
‘Er zijn geen heiliger of gewichtiger woorden in onze hele taal dan de namen van God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus.’ (‘Eerbiedig en rein’, De Ster, juni 1986, 48.)
-
Waarom is de naam van God de Vader en Jezus Christus heilig voor jou?
Getuig van onze hemelse Vader en Jezus Christus, en leg uit waarom hun naam voor u heilig is. Laat de cursisten bedenken hoe ze de naam van hun hemelse Vader en Jezus Christus met meer eerbied kunnen gebruiken, en moedig ze aan dat ook te gaan doen.
Toelichting en achtergrondinformatie
Leer en Verbonden 63:25–27. ‘Ik, de Heer, [geef] de keizer de dingen die van de keizer zijn.’
In Lukas 20:19–26 lezen we hoe de overpriesters en schriftgeleerden probeerden Jezus in de val te lokken met de vraag of het de joden was geoorloofd de Romeinse keizer, Caesar, belasting te betalen. Zij wisten dat de joden Hem zouden verwerpen als hij ‘ja’ antwoordde, omdat ze de Romeinse overheersers haatten. Als Jezus ‘nee’ antwoordde, konden ze Hem aan de Romeinen aangeven wegens verraad aan de Romeinse wet. Jezus liet hen een penning zien met een afbeelding van de keizer op, en zei: ‘Geef dan aan de keizer wat van de keizer is en aan God wat van God is’ (vers 25).
In de tijd van Joseph Smith maakte de verwijzing naar dit verhaal duidelijk dat de heiligen de grond dienden aan te kopen voor de bouw van de stad Zion, ook al behoort de hele aarde de Heer toe. Deze aankoop was nodig zodat de heiligen de wettelijke eigenaars van het land waren en zo eventuele betwisting vermeden.
Leer en Verbonden 63:50–51. Wat betekent ‘de leeftijd van een mens’ en wat betekent het dat mensen ‘in een oogwenk worden veranderd’?
De profeet Jesaja zei over het millennium het volgende: ‘Daar zal niet meer zijn een zuigeling die maar enkele dagen leeft, of een oude man die zijn dagen niet zal volmaken, want een jonge man zal sterven als een honderdjarige’ (Jesaja 65:20).
President Joseph Fielding Smith heeft eveneens gezegd: ‘De mensen op aarde zullen sterfelijk zijn, maar zij zullen een verandering ondergaan zodat ze ziekte, kwalen en de dood kunnen overwinnen. De dood zal niet meer bestaan op aarde, want de mensen zullen de leeftijd van een boom bereiken, te weten honderd jaar oud (zie [LV] 63:50–51), en zij zullen sterven op de leeftijd van een mens, maar deze dood zal in een oogwenk gebeuren en sterfelijkheid zal plotseling in onsterfelijkheid overgaan. Er zullen geen graven zijn, en de rechtvaardigen zullen een glorierijke opstanding ondergaan.’ (Church History and Modern Revelation, 2 delen [1953], deel 1, 461.)