Seminarie en instituut
Les 98: Leer en Verbonden 93:21–53


Les 98

Leer en Verbonden 93:21–53

Inleiding

Dit is de tweede van twee lessen over Leer en Verbonden 93. De profeet Joseph Smith ontvangt deze openbaring op 6 mei 1833. In het laatste gedeelte van de openbaring openbaart de Heer belangrijke beginselen over ons voorsterfelijk bestaan. Toen deze openbaring werd ontvangen, geloofden veel mensen dat ons bestaan bij de bevruchting of de geboorte begon. Dat geloven de meeste mensen tegenwoordig ook. De Heer zei tegen Joseph Smith: ‘De mens was eveneens in het begin bij God’ (LV 93:29). En Hij zei dat onze geest eeuwig is. Hij legde ook uit hoe we licht en waarheid kunnen ontvangen. Hij zei dat de profeet en andere kerkleiders hun huis op orde moesten brengen zodat hun gezinnen gesterkt en beschermd zouden worden.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 93:21–39

De Heer vertelt zijn dienstknechten hoe ze licht en waarheid kunnen ontvangen.

Laat de cursisten opstaan die thuis het eerstgeboren kind zijn.

  • Wat zijn enkele taken van een eerstgeborene?

Vraag de cursisten om te gaan zitten. Laat vervolgens een cursist Leer en Verbonden 93:21–23 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en op te zoeken wat Jezus Christus over Zichzelf zei.

  • Waarin verschilt Jezus Christus volgens vers 21 van alle andere geestkinderen van onze hemelse Vader? (De cursisten moeten de volgende leerstelling weergeven: Jezus Christus is de Eerstgeborene van alle geestkinderen van onze hemelse Vader.)

Leg uit dat Jezus Christus de Eerstgeborene van de Vader is, en dat Hij daarom de ‘Erfgenaam’ is van alles wat de Vader heeft (Hebreeën 1:2). Maar Hij wil dat alle kinderen van onze hemelse Vader in dat erfgoed delen. Wij hebben de kans om ‘mede-erfgenamen van Christus’ te worden (Romeinen 8:17), en deel uit te maken van ‘de kerk van de Eerstgeborene’ (LV 93:22; zie ook LV 76:51–54). Op die manier kunnen wij ook alles ontvangen wat de Vader heeft (zie LV 76:55; 84:37–38).

  • Wat moeten we volgens Leer en Verbonden 93:22 doen om deelgenoot van de heerlijkheid van de Eerstgeborene te worden?

  • Wat houdt het in om door Jezus Christus wedergeboren te worden? (Om geestelijk herboren te worden en door de verzoening van alle zonde gereinigd te worden.)

  • Zie dat Jezus Christus in vers 21 zegt dat Hij ‘in het begin bij de Vader’ was. Wie was volgens vers 23 nog meer in het begin bij de Vader? (Het woord Gij in dit vers verwijst naar alle geestkinderen van onze hemelse Vader. U kunt de cursisten het woord Gij in vers 23 door hun eigen naam laten vervangen en die in de kantlijn van hun Schriften noteren.)

Leg uit dat toen we in het voorsterfelijk bestaan bij onze hemelse Vader leefden, we door de Vader en de Zoon onderwezen werden en de kans kregen om waarheid te aanvaarden of te verwerpen. Laat een cursist Leer en Verbonden 93:24–26 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Heer in deze verzen over waarheid zegt.

  • Wat kunnen we van de definitie van de Heer van waarheid in vers 24 leren?

  • Wie wordt er in vers 25 beschreven? (Satan.)

  • Hoe probeert Satan onze kennis van de waarheid te beïnvloeden? (Uit de woorden ‘wat ook meer of minder is dan dit’ blijkt dat Satan onze kennis van de waarheid probeert te vervormen en te verzwakken.)

  • Wat komen we in vers 26 over Jezus Christus te weten?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 93:36–37 doorlezen en opzoeken wat de Heer nog meer over licht en waarheid heeft geopenbaard.

  • Wat heeft de Heer in deze verzen over licht en waarheid geopenbaard? (Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat licht en waarheid, ook wel intelligentie genoemd, eigenschappen van Jezus Christus en onze hemelse Vader zijn.)

  • Wat hebben we eraan als we licht en waarheid ontvangen? (De cursisten kunnen uiteenlopende antwoorden geven. Zorg ervoor dat ze het volgende beginsel goed begrijpen: als we licht en waarheid ontvangen, kunnen we meer op Jezus Christus en onze hemelse Vader gaan lijken.)

licht en waarheid

Kopieer het volgende schema op het bord, maar laat de uitspraken in de twee vakjes weg. De cursisten zullen die beginselen gedurende de les leren kennen. U kunt de cursisten vragen om het schema in hun aantekenschrift of Schriftendagboek over te nemen.

Laat een cursist Leer en Verbonden 93:26–28 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat we moeten doen om licht en waarheid te ontvangen.

  • Wat moeten we doen om licht en waarheid te ontvangen? (De cursisten moeten het volgende beginsel weergeven: we ontvangen licht en waarheid als we de geboden onderhouden. Zet dit beginsel in het vakje aan de rechterzijde van het schema op het bord.)

  • Hoe kunnen we door gehoorzaamheid aan de geboden licht en waarheid ontvangen?

  • Hebben jullie weleens gemerkt dat je door gehoorzaamheid aan de geboden licht en waarheid ontving?

Leg uit dat we, toen we in het voorsterfelijk bestaan bij God leefden, keuzevrijheid hadden – het vermogen om zelf te kiezen en te handelen. Laat een cursist Leer en Verbonden 93:29–32 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe we door het gebruik van onze keuzevrijheid licht en waarheid kunnen ontvangen. Vraag de cursisten vervolgens naar hun bevindingen.

  • Wat is volgens de verzen 31–32 het gevolg als we het licht niet aanvaarden? (Dan komen we onder veroordeling te staan. Dat houdt in dat we onze geestelijke vooruitgang belemmeren omdat we het beschikbare licht weigeren.

Laat de cursisten over de volgende vragen nadenken:

  • Kunnen we reeds ontvangen licht en waarheid kwijtraken? (Voor een antwoord op die vraag kunt u ze Leer en Verbonden 93:39 laten bestuderen. U kunt ze ook aanmoedigen om Alma 12:10–11 te bestuderen.)

  • Waardoor kunnen we licht en waarheid kwijtraken? (De cursisten moeten het volgende beginsel weergeven: door ongehoorzaamheid en valse overleveringen kunnen we licht en waarheid kwijtraken. Zet dit beginsel in het vakje aan de linkerzijde van het schema op het bord.)

  • Wat zijn enkele voorbeelden van overleveringen, of wat veel mensen doen, waardoor wij het licht en de waarheid van onze hemelse Vader kunnen kwijtraken?

handout iconMet behulp van de volgende activiteit kunt u aantonen wat voor invloed onze gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid aan Gods geboden heeft op ons vermogen om licht en waarheid te ontvangen of kwijt te raken. Zet de volgende informatie op het bord of maak er een uitreikblad voor elke cursist van. Vraag een cursist om de eerste alinea voor te lezen. Laat de klas uitleggen hoe en waarom de keuzen van Maria zo’n grote invloed hadden op haar vermogen om licht en waarheid te ontvangen. Als de cursisten iets over hun bevindingen hebben gezegd, herhaalt u dat proces met de alinea’s 2–4.

  1. Maria bidt elke ochtend en avond. Ze helpt graag andere mensen, ze leeft haar verbonden na en bestudeert dagelijks de Schriften. Ze roept geregeld het gezin bij elkaar om samen de Schriften te bestuderen en te bidden. Ze kijkt er elke week naar uit om in de kerk aan het avondmaal deel te nemen.

  2. Maria bidt en bestudeert de Schriften geregeld, maar niet elke dag. Ze gaat meestal naar de kerk en luistert doorgaans naar de sprekers en leerkrachten. Ze gaat naar de activiteiten van de jongevrouwen als ze weet dat haar vriendinnen er zijn.

  3. Ze bidt als ze niet te moe is of teveel haast heeft. Ze doet haar taken thuis met tegenzin en doet alleen aan de Schriftstudie van het gezin mee als het haar uitkomt. Ze gaat meestal niet naar de kerk of naar de activiteiten van de jongevrouwen. Soms houdt ze zich niet helemaal aan het woord van wijsheid.

  4. Maria bidt nooit, bestudeert de Schriften niet en gaat niet naar de kerk. De bisschop wilde met haar praten, maar dat wilde ze niet. Ze overtreedt geregeld het woord van wijsheid. Ze heeft thuis vaak ruzie. Ze voelt zich ver bij haar hemelse Vader vandaan.

  • Hoe zouden jullie aan de hand van die voorbeelden samenvatten hoe belangrijk onze dagelijkse beslissingen en de gevolgen daarvan zijn op het ontvangen van licht en waarheid?

Leer en Verbonden 93:40–53

De Heer moedigt zijn dienstknechten aan om hun huis in orde te brengen

Laat de cursisten de volgende vraag met een medecursist bespreken:

  • Hoe kan de omgang met je ouders en andere gezinsleden ertoe leiden dat je meer licht en waarheid ontvangt?

Als de cursisten de vraag hebben beantwoord, kunt u enkelen van hen iets over hun antwoord laten zeggen. Vraag een cursist om Leer en Verbonden 93:40 voor te lezen. Laat de klas meelezen en de verantwoordelijkheid opzoeken die God aan ouders heeft gegeven.

  • Welke verantwoordelijkheid heeft God aan ouders gegeven?

  • Hoe kunnen ouders hun kinderen ‘in licht en waarheid’ grootbrengen?

Vat Leer en Verbonden 93:41–48 samen door uit te leggen dat de Heer tegen Frederick G. Williams, Sidney Rigdon en Joseph Smith jr. had gezegd dat ze hun kinderen in licht en waarheid moesten grootbrengen en hun gezin in orde moesten brengen. Laat een cursist Leer en Verbonden 93:49–50 voorlezen. Laat de klas meelezen en een waarschuwing opzoeken die tegenwoordig op het gezin van toepassing is.

  • Welke waarschuwing geeft de Heer in deze verzen? (Zorg ervoor dat de cursisten het volgende beginsel goed begrijpen: we moeten altijd bidden en thuis ijverig en meer betrokken zijn, anders zal de boze macht over ons krijgen.)

  • Wat betekent het volgens jullie om ‘ijveriger en meer betrokken’ te zijn?

Leg uit dat deze waarschuwing wel aan vaders werd gegeven, maar dat die uiteraard op het hele gezin van toepassing is. Vraag de cursisten hoe jongeren thuis ijveriger en meer betrokken kunnen zijn. Laat een cursist de reacties van de cursisten op het bord zetten.

Sluit de les af met uw getuigenis van de leerstellingen en beginselen die de cursisten vandaag geleerd hebben. Zet de volgende vragen op het bord en laat de cursisten er een van in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden:

  1. Kies een gebod uit dat je beter kunt gehoorzamen zodat je in licht en waarheid zult toenemen. Hoe ga je dat gebod beter onderhouden?

  2. Hoe kun je thuis ijveriger en meer betrokken zijn? Schrijf op hoe je dat gebod de komende week beter gaat onderhouden.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 93:40–50. Kinderen in licht en waarheid grootbrengen

Het Eerste Presidium heeft de volgende raad gegeven:

‘Wij vragen de ouders hun uiterste best te doen om hun kinderen de beginselen van het evangelie bij te brengen en in de kerk groot te brengen. In het gezin krijgt een rechtschapen leven vorm. Het gezin kan dan ook door niets of niemand worden vervangen, omdat alleen daar de noodzakelijke en door God gegeven taken kunnen worden uitgevoerd.

‘Wij raden ouders en kinderen aan de hoogste prioriteit te geven aan gezinsgebed, gezinsavond, evangeliestudie en -onderwijs, en opbouwende gezinsactiviteiten. Hoe belangrijk andere zaken of activiteiten ook zijn, ze mogen niet de plaats innemen van de door God gegeven taken die alleen ouders en gezinnen kunnen verrichten.’ (Brief van het Eerste Presidium, 11 februari 1999, geciteerd in Handboek 2: de kerk besturen [2010], 1.4.1.)