Les 116
Leer en Verbonden 109:1–46
Inleiding
De heiligen werken bijna drie jaar aan de bouw van de Kirtlandtempel. Als ze klaar zijn, openbaart de Heer het inwijdingsgebed voor de tempel aan de profeet Joseph Smith. De profeet leest het gebed op 27 maart 1836 bij de inwijding voor. Het gebed is in Leer en Verbonden 109 opgetekend. Deze les behandelt het eerste deel van het gebed. Daarin staat een smeekbede of de Heer de tempel wil aanvaarden en zijn beloften aangaande de tempel wil vervullen. Daartoe behoren onder meer bescherming en zegeningen voor wie in de tempel aanbidden.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 109:1–23
Joseph Smith vraagt de Heer de Kirtlandtempel te aanvaarden en te zegenen wie daar aanbidden
Laat een paar platen van tempels zien. Vraag de cursisten of ze weten waar die tempels zich bevinden.
Zet de volgende vraag op het bord: Waarom bouwen we tempels? Deel de klas in koppels op en laat ze die vraag bespreken. Leg na voldoende tijd uit dat we in Leer en Verbonden 109 antwoorden op deze vraag vinden.
Toon de cursisten een plaat van de Kirtlandtempel. (Zie Evangelieplatenboek [2009], nr. 117; zie ook LDS.org en josephsmith.net.) Leg uit dat de heiligen bijna drie jaar lang werkten en offers brachten om de Kirtlandtempel te bouwen. Zij zagen de belofte van de Heer in vervulling gaan: als ze zijn geboden onderhielden, zouden ze ‘de macht hebben om [de tempel] te bouwen’ (LV 95:11). De heiligen woonden op 27 maart 1836 de inwijdingsdienst voor de tempel bij. Joseph Smith sprak het inwijdingsgebed uit. De woorden van het gebed waren hem vóór de inwijdingsdienst geopenbaard. Het gebed is in Leer en Verbonden 109 opgetekend.
Leg uit dat er bijna duizend Heiligen der Laatste Dagen bij de inwijding van de Kirtlandtempel aanwezig waren. Veel anderen die erbij wilden zijn, pasten niet in het gebouw. De profeet Joseph Smith zorgde ervoor dat ze in een ander gebouw bijeen konden komen. De inwijdingsdienst werd enkele dagen later voor hen herhaald.
Laat de cursisten zich voorstellen dat ze aan de inwijdingsdienst van de Kirtlandtempel meedoen. Tijdens het openingslied van een koor zijn ze vol verwachting. Vervolgens houdt Sidney Rigdon een toespraak. Na een korte pauze krijgen ze de gelegenheid om hun kerkleiders steun te verlenen. Dan staat de profeet Joseph Smith op en leest het inwijdingsgebed voor.
Laat een cursist Leer en Verbonden 109:1–4 staand voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op de eerste reden waarom de heiligen de Kirtlandtempel gebouwd hadden.
-
Wat was de eerste reden waarom de heiligen de Kirtlandtempel gebouwd hadden? (De heiligen bouwden de tempel omdat de Heer dat geboden had. Zet het volgende op het bord: De Heer gebiedt ons om tempels te bouwen.)
Laat een andere cursist Leer en Verbonden 109:5 staand voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten welke offers de heiligen voor de tempelbouw hadden gebracht.
-
Welke zinsneden vallen jullie op? (Mogelijke antwoorden: ‘onder grote beproeving’, ‘in onze armoede’ en ‘van ons bezit gegeven’.)
Geef de cursisten meer inzicht in de offers die de heiligen voor de bouw van de Kirtlandtempel gebracht hadden. Vraag een cursist daartoe de volgende samenvatting voor te lezen:
Tussen juni 1833 en maart 1836 offerden kerkleden hun tijd, geld en bezittingen voor de bouw van een huis voor de Heer op. De mannen werkten vrijwillig aan de bouw mee. De vrouwen maakten kleding en zorgden voor onderdak. Toen veel mannen met het Zionskamp vertrokken waren, zetten enkele vrouwen het werk aan de tempel voort. Sommige Heiligen der Laatste Dagen, zoals John Tanner en Vienna Jacques, schonken veel van hun rijkdom voor de bouw van de tempel. Anderen zetten hun vaardigheden in. Zo had Brigham Young een zekere Artemus Millet in Canada gedoopt. Broeder Millet gaf zijn baan als metselaar bij de Canadese overheid op zodat hij met zijn gezin naar Kirtland kon verhuizen. Daar werkte hij als hoofdopzichter voor de bouw van de tempel. De tempel kostte al met al zo’n zestigduizend Amerikaanse dollar. Dat was een enorm bedrag voor die tijd, vooral in het licht van de armoede onder de heiligen. Dat bedrag zou op dit moment meer dan een miljoen Amerikaanse dollar waard zijn.
-
Wat spreekt je in de offers van de heiligen voor de bouw van de tempel aan?
Laat de cursisten vers 5 nog eens doorlezen. Laat ze daarbij opletten waarom de heiligen zoveel opofferden om de tempel te bouwen.
-
Waarom wilden de heiligen de tempel bouwen? (De cursisten dienen te verwoorden dat de Heer Zich in de tempel aan ons bekend kan maken. Zet dit beginsel op het bord.)
Laat de helft van de klas Leer en Verbonden 109:10–11 doorlezen. Laat ze daarbij opletten wat Joseph Smith de Heer vroeg te doen zodat het volk de zegeningen van de tempel kon ontvangen. Laat de andere helft Leer en Verbonden 109:12–13 doorlezen. Laat ze daarbij opletten hoe de Heer Zich in de tempel aan ons bekendmaakt. Stel de eerste groep na voldoende tijd de volgende vragen:
-
Wat vroeg de profeet Joseph Smith aan de Heer zodat het volk de zegeningen van de tempel kon ontvangen? (Om ze met zijn genade bij te staan zodat ze waardig in zijn ogen konden zijn.)
-
Waarom hebben we de genade van de Heer nodig om de tempel waardig te betreden?
Stel de tweede groep de volgende vraag:
-
Hoe maakt de Heer Zich in de tempel aan ons bekend? (U kunt de cursisten in overweging geven om de zinsneden die hun klasgenoten aanhalen te markeren.)
Vraag de cursisten in koppels of klassikaal over een ervaring te vertellen waarbij ze de Heer in de tempel dichtbij voelden. Wijs ze erop dat sommige ervaringen te heilig of persoonlijk zijn om over te praten. Vertel desgewenst iets wat u zelf hebt meegemaakt.
-
Hoe beïnvloedt je gevoel van nabijheid van de Heer in de tempel je leven buiten de tempel?
Laat de cursisten Leer en Verbonden 109:14–23 zelfstandig doorlezen. Laat ze daarbij letten op nog meer zegeningen die de Heer beloofde aan wie in de tempel aanbidden.
-
Welke bijkomende zegeningen heeft de Heer beloofd aan wie in de tempel aanbidden? (Er worden in deze verzen veel zegeningen genoemd. Zet die zegeningen desgewenst op het bord.)
Wat zijn volgens de verzen 22–23 enkele gevolgen als we in de tempel aanbidden? (Maak de cursisten het volgende duidelijk: ontvangen we de tempelzegens, dan worden we met macht en met de hulp van de Heer bewapend. Zet dit op het bord. Laat de cursisten dit eventueel ook in hun Schriften noteren.)
-
Wat betekent het volgens jullie om met de macht van de Heer gewapend te zijn?
Maak de cursisten duidelijk wat gewapend zijn met de macht van de Heer betekent. Laat een cursist daartoe het volgende citaat van ouderling Joseph B. Wirthlin van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:
‘Trouwe leden kunnen in het huis van de Heer ‘met macht uit den hoge’ begiftigd worden [D&C 95:8]. Met die macht kunnen we verleiding weerstaan; verbonden nakomen; de geboden van de Heer gehoorzamen, en vurig en onbevreesd tot familie, vrienden en buren van het evangelie getuigen.’ (‘Cultivating Divine Attributes’, Ensign, november 1998, 27.)
-
Hoe zou die macht jullie en jullie familie tot zegen zijn? Hoe zou die macht voltijdzendelingen tot zegen zijn?
Leer en Verbonden 109:24–46
Joseph Smith vraagt de Heer om te beschermen en te zegenen wie in de tempel aanbidden en wie het evangelie prediken
Teken een troffel en een zwaard op het bord. Leg desgewenst uit dat men met een troffel specie tussen (bak)stenen aanbrengt. Vraag de cursisten hoe beide instrumenten bij de bouw van een tempel van pas kunnen komen.
Leg uit dat benden de Kirtlandtempel tijdens de bouw dreigden te vernielen. President Brigham Young sprak over ‘werklieden op de muren, met in de ene hand een zwaard om zich tegen het gepeupel te beschermen, terwijl ze met de andere hand stenen plaatsten en de troffel gebruikten’. (Discourses of Brigham Young, samengesteld door John A. Widtsoe [1954], 415.) De mannen die overdag aan de bouw van de tempel werkten, moesten die soms in de nacht bewaken.
Leg uit dat de heiligen naast hun eigen inspanningen de Heer ook om bescherming vroegen. Laat een cursist Leer en Verbonden 109:24–28 voorlezen. Laat de klas letten op de bescherming die Joseph Smith de Heer na de bouw van de tempel vroeg.
-
Om wat voor bescherming bad Joseph?
-
Wat kunnen we volgens vers 24 doen om die bescherming te genieten?
-
Wat komen wij uit deze verzen over bescherming tegen het kwaad te weten? (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als het volk van de Heer waardig is en Hem in de tempel aanbidt, zal het kwaad niet de overhand op hen krijgen.)
Vat Leer en Verbonden 109:29–46 samen. Leg uit dat de profeet bad dat wie leugens over de heiligen verspreidden, tot verwarring gebracht zouden worden. Ook bad hij dat de kerkleden zich zouden kunnen verheffen en het werk van de Heer doen. Hij vroeg de Heer eveneens de tempel met zijn heerlijkheid te vervullen, en zijn dienstknechten met het getuigenis en de macht te begiftigen om het evangelie te kunnen verkondigen.
Spoor de cursisten tot slot aan altijd een geldige tempelaanbeveling te hebben, zelfs als ze niet in de buurt van een tempel wonen. Lees desgewenst het volgende citaat van president Howard W. Hunter voor:
‘De Heer verlangt echt dat zijn volk zich door de tempel laat motiveren. Het diepste verlangen van mijn hart is dat ieder lid van de kerk waardig is om naar de tempel te gaan. […] Laten we de tempel bezoeken en liefhebben. Laten we zo vaak naar de tempel gaan als onze tijd, middelen en persoonlijke omstandigheden dat toelaten.’ (‘The Great Symbol of Our Membership’, Ensign, oktober 1994, 5.)