Les 141
Leer en Verbonden 133:1–35
Inleiding
Op 3 november 1831, twee dagen nadat de Heer Joseph Smith opdracht heeft gegeven om het Boek der geboden te publiceren, ontvangt de profeet de openbaring in Leer en Verbonden 133. Deze openbaring staat in afdeling 100 in de uitgave van de Leer en Verbonden van 1835, en is daarin als aanhangsel opgenomen. De mensen die aan het manuscript werken, willen de openbaring eerst aan het einde van het boek opnemen, met afdeling 1 tot en met de openbaringen in de uitgave van 1835. De openbaring wordt in twee lessen behandeld. In deze les wordt het gebod van de Heer behandeld dat zijn volk zichzelf en anderen op zijn wederkomst moeten voorbereiden. Er worden ook profetieën behandeld over gebeurtenissen die bij zijn wederkomst en millenniaanse regering zullen plaatsvinden.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 133:1–3
De Heer beschrijft zijn wederkomst
Zet vóór de les de volgende uitspraak op het bord. (Deze uitspraak kunt u vinden in ‘Voorbereiding op de wederkomst’, Liahona, mei 2004, 7.)
Begin de les met het stellen van de volgende vragen:
-
Ben je ooit op school geschrokken omdat je je niet op een proefwerk had voorbereid? Zo ja, hoe voelde je je toen?
-
Wat voor gevoel krijg je als je weet dat je je goed op een proefwerk hebt voorbereid?
Vestig de aandacht van de cursisten op de uitspraak op het bord. Laat een cursist de uitspraak voorlezen. Stel dan de volgende vraag:
-
Over welke gebeurtenis heeft ouderling Oaks het?
Vraag een cursist Leer en Verbonden 133:1–3 voor te lezen. Laat de klas meelezen en de gebeurtenis opzoeken waar we ons op moeten voorbereiden. Laat ze zich afvragen waarom we ons daarop moeten voorbereiden. (Voordat de cursist begint te lezen, wilt u wellicht uitleggen dat de woorden ‘zijn heilige arm […] ontbloten’ betekent dat de Heer zijn kracht en macht aan de wereld zal laten zien.)
-
Naar welke gebeurtenis verwijst de Heer in deze verzen? (Als de cursisten hulp nodig hebben, kunt u ze op voetnoot a in vers 2 wijzen. Maak dan de uitspraak van ouderling Oaks op het bord af met de woorden de wederkomst van de Heer.)
-
Wat zal er volgens vers 2 bij de wederkomst met de goddelozen gebeuren? (De cursisten moeten de volgende leerstelling weergeven: Jezus Christus zal bij zijn wederkomst de goddelozen oordelen. U kunt de cursisten in overweging geven om die leerstelling naast vers 2 in hun Schriften te noteren.)
Leer en Verbonden 133:4–16
De Heer gebiedt zijn volk om zich op zijn wederkomst voor te bereiden.
Om de cursisten de context van deze openbaring duidelijk te maken, laat u een cursist de inleiding tot Leer en Verbonden 133 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe deze openbaring oorspronkelijk in de Leer en Verbonden was opgenomen. Als ze vertellen wat ze hebben gevonden, vraagt u op welke datum deze openbaring werd gegeven. Leg uit dat deze openbaring niet in chronologische volgorde in de Leer en Verbonden staat omdat die aanvankelijk als aanhangsel was opgenomen. Deze openbaring en afdeling 1 waren het begin en het eind van de Leer en Verbonden.
Laat de cursisten in vers 4 opzoeken wat de Heer zijn volk betreffende zijn wederkomst gebiedt.
-
Wat gebiedt de Heer zijn volk? (Zich voorbereiden en Zion vergaderen.)
Zet de volgende onvolledige uitspraak op het bord: helpt ons bij de voorbereiding op de wederkomst van Jezus Christus.
Deel de cursisten op in groepjes van twee. Laat de groepjes Leer en Verbonden 133:4–16 samen doorlezen en woorden en zinsneden opzoeken waaruit blijkt hoe we ons op de wederkomst van de Heiland moeten voorbereiden.
Laat elk groepje vertellen wat ze hebben gevonden. Vraag een cursist om de uitspraak op het bord met de antwoorden van de cursisten af te maken.
Om de cursisten duidelijk te maken hoe we ons op de wederkomst van de Heer kunnen voorbereiden, maakt u een kopie van de volgende activiteit voor elke cursist. Laat de cursisten in hun groepje de volgende activiteit doen en zich voorbereiden om aan de klas verslag uit te brengen. (U kunt de cursisten aanmoedigen om hun antwoorden op te schrijven voordat ze verslag uitbrengen.)
Vraag de cursisten na verloop van tijd hun antwoorden aan de klas te vertellen. (Om iedereen te laten deelnemen, laat u verschillende groepjes andere vragen beantwoorden.) Terwijl de cursisten vers 15 bespreken, moeten ze een beginsel als het volgende vinden: als we tot goddeloosheid en oude zonden terugkeren, zullen we niet op de wederkomst van Jezus Christus zijn voorbereid.
Verwijs de cursisten naar de lijst op het bord met wat we kunnen doen om ons op de wederkomst van Jezus Christus voor te bereiden. Leg uit dat de Heer verwacht dat alle mensen zich op zijn wederkomst voorbereiden. Laat de cursisten in Leer en Verbonden 133:4–15 verzen opzoeken waarin staat hoe we het evangelie moeten verkondigen en anderen aanmoedigen om tot Christus te komen.
-
Uit welke verzen blijkt dat we het evangelie moeten verkondigen en anderen moeten aanmoedigen om tot Christus te komen? (De cursisten moeten de verzen 8–10 noemen.)
-
Wat kunnen we van deze verzen over zendingswerk leren? (De strekking van de woorden van de cursisten moet het volgende beginsel omvatten: als we het evangelie verkondigen, helpen we anderen om zich op de wederkomst van Jezus Christus voor te bereiden. U kunt de cursisten in overweging geven om dat beginsel in hun Schriften te noteren.)
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen om dit beginsel te verduidelijken: Laat de klas opletten wat volgens ouderling Andersen onze taak is en hoe we die taak kunnen vervullen.
‘Een van je belangrijke taken is bijdragen aan de voorbereiding van de wereld op de wederkomst van de Heiland. […]
‘Je zending is een heilige gelegenheid om anderen tot Christus te brengen en bij te dragen aan de voorbereiding op de wederkomst van de Heiland. […]
‘De wereld wordt voorbereid op de wederkomst van de Heiland, in grote mate door het werk van de Heer dat de zendelingen verrichten.’ (‘De wereld op de wederkomst voorbereiden’, Liahona, mei 2011, 49, 50, 51).
-
Waarom is het niet voldoende om alleen onszelf op de wederkomst voor te bereiden?
-
Hoe word je zelf op de wederkomst voorbereid als je anderen er ook op voorbereidt?
Laat de cursisten zich afvragen wie hen heeft geholpen om dichter bij Christus te komen. Laat enkele cursisten vertellen hoe anderen hen hebben beïnvloed en geholpen.
Laat de cursisten Leer en Verbonden 133:16 doorlezen en opzoeken wat alle mensen van God moeten doen om zich op hun ontmoeting met Hem voor te bereiden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
-
Wat vindt je in vers 16 dat met zendingswerk te maken heeft?
-
Welk beginsel kunnen we in vers 16 vinden om ons op de wederkomst van de Heiland voor te bereiden? (De cursisten kunnen dit beginsel als volgt verwoorden: als we ons bekeren, bereiden we ons op onze ontmoeting met de Heer voor.)
-
In welke opzichten kunnen we ons door bekering op de wederkomst van Jezus Christus voorbereiden?
Zet de volgende onvolledige uitspraken op het bord:
Om ertoe bij te dragen dat de cursisten de beginselen die ze vandaag geleerd hebben ook toepassen, laat u ze in hun aantekenschrift of Schriftendagboek de uitspraken op het bord afmaken.
Leer en Verbonden 133:17–35
De Heer openbaart sommige gebeurtenissen betreffende zijn wederkomst en millenniaanse regering.
Leg uit dat toen de Heer had uitgelegd hoe we ons op zijn wederkomst kunnen voorbereiden, Hij ons gebood om dat ook daadwerkelijk te doen.
Deel de klas op in groepjes van twee (andere groepjes dan eerder in de les). Laat de helft van de groepjes Leer en Verbonden 133:17–25 doorlezen en gebeurtenissen opzoeken die met de wederkomst van Jezus Christus te maken hebben. Laat de andere helft van de groepjes aan de hand van Leer en Verbonden 133:26–35 hetzelfde doen. Na verloop van tijd laat u elk groepje vertellen wat ze hebben geleerd.
-
Wat moeten we volgens vers 17 doen om ons op de wederkomst voor te bereiden? Waarom is dat zo belangrijk? (Om de cursisten die vraag te laten beantwoorden, kunt u ze Alma 7:9, 14–19 laten lezen. Leg uit dat de woorden ‘maakt zijn paden recht’ betrekking hebben op onze verantwoordelijkheid om ons te bekeren en het evangelie aan anderen te verkondigen, zodat ook zij zich kunnen bekeren en de gave van de Heilige Geest ontvangen.)
Getuig tot slot hoe belangrijk het is om ons te bekeren als we ons op zijn wederkomst voorbereiden. Moedig de cursisten aan om rechtschapen te leven zodat ze de vervulling van de beloften van de Heer mogen ervaren.