Les 82
Leer en Verbonden 77
Inleiding
In februari en maart 1832 gaat Joseph Smith verder met zijn geïnspireerde vertaling van het Nieuwe Testament. Als hij met het boek Openbaring bezig is, vraagt hij zich af wat de betekenis van bepaalde verzen is. Hij vraagt de Heer om uitleg van sommige symbolen en gebeurtenissen die Johannes de Openbaarder beschrijft. In antwoord op de vragen van Joseph Smith over de hoofdstukken 1–11 in het boek Openbaring geeft de Heer de openbaring in Leer en Verbonden 77.
Noot: hoewel in deze les de inhoud van het boek Openbaring wordt behandeld, gaat de les niet over dat boek. Besteed de meeste lestijd aan de leerstellingen en beginselen in Leer en Verbonden 77, niet aan het boek Openbaring.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 77:1–15
De Heer beantwoordt Joseph Smiths vragen over het boek Openbaring
Laat de cursisten zich afvragen wat ze de afgelopen dagen van hun persoonlijke Schriftstudie hebben geleerd. Laat enkele cursisten vertellen wat ze hebben geleerd. Laat ze vervolgens vertellen wat voor vragen ze tijdens of na hun Schriftstudie hadden. Dat kunnen vragen zijn over de betekenis van een woord of zinsnede, de historische achtergrond van wat ze hebben gelezen, of wat het belang van een bepaald vers is. (Het doel van deze oefening is niet om de vragen van de cursisten over de Schriften te beantwoorden, maar om duidelijk te maken hoe belangrijk het is om bij onze studie vragen te stellen.) Als enkele cursisten iets hebben verteld, stelt u de volgende vraag:
-
Waardoor hebben jullie antwoord op je vragen gevonden, en waardoor zijn jullie de Schriften beter gaan begrijpen?
Om de cursisten een beter begrip van de context van Leer en Verbonden 77 bij te brengen, laat u ze de inleiding tot deze afdeling doorlezen en opzoeken wat de profeet Joseph Smith aan het doen was toen hij deze openbaring ontving. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. U kunt uitleggen dat de woorden ‘naar aanleiding van de vertaling van de Schriften’ op het gebod van de Heer slaat dat Joseph Smith een geïnspireerde herziening van de Bijbel moest maken. Deze herziening wordt de Bijbelvertaling van Joseph Smith genoemd. Leg uit dat toen Joseph Smith met het boek Openbaring bezig was, hij de Heer om opheldering vroeg betreffende sommige verzen. Zijn vragen en de geopenbaarde antwoorden van de Heer staan in Leer en Verbonden 77. Moedig de cursisten aan om in Leer en Verbonden 77 inzichten op te zoeken waardoor ze een beter begrip van de Schriften krijgen.
Laat de cursisten Leer en Verbonden 77 opslaan en uitleggen in welk opzicht de opzet van deze afdeling van de andere afdelingen in de Leer en Verbonden verschilt. Ze moeten de woorden Vraag en Antwoord in elk vers opmerken. Leg uit dat elke vraag een vraag van Joseph Smith inluidt, en dat elk antwoord het antwoord van de Heer inluidt.
Vraag de cursisten of ze het boek Openbaring weleens gedeeltelijk of helemaal hebben gelezen.
-
Waarom kan het moeilijk zijn om het boek Openbaring te lezen? (Als de cursisten niet noemen dat het boek Openbaring vanwege het symbolisme moeilijk te begrijpen kan zijn, noemt u dat.)
Om een voorbeeld te geven van de symboliek in het boek Openbaring, laat u enkele cursisten beurtelings een vers uit Openbaring 4:2–8 voorlezen. Laat de klas meelezen en in deze verzen symbolen opzoeken. Laat de klas deze symbolen benoemen. Vraag een cursist om ze op het bord te zetten. (Mogelijke antwoorden: een regenboog rondom een troon, vierentwintig tronen, gouden kronen, zeven vurige fakkels, een glazen zee en vier dieren.)
Laat een cursist de vraag van Joseph Smith in Leer en Verbonden 77:1 voorlezen. Laat een cursist op het bord het symbool omcirkelen waar Joseph Smith een vraag over stelde (de glazen zee). Laat een andere cursist de uitleg van de Heer in Leer en Verbonden 77:1 voorlezen.
-
Hoe kunnen we door dat antwoord Openbaring 4:6 beter begrijpen?
Deel de cursisten op in groepjes van twee. Laat elk groepje Leer en Verbonden 77:2–5 doorlezen en de andere vragen opzoeken die Joseph Smith over de symbolen in Openbaring 4 stelde, evenals de antwoorden van de Heer op die vragen. Na voldoende tijd laat u enkele cursisten vertellen wat ze van de antwoorden van de Heer op de vragen van Joseph Smith hebben geleerd om de symbolen in Openbaring 4:2–8 beter te begrijpen.
Laat de cursisten zich afvragen hoe zij het geleerde in Leer en Verbonden 77 zouden gebruiken om de beschrijving van Johannes in Openbaring 4:2–8 samen te vatten. Laat enkele cursisten iets over hun samenvatting vertellen. Stel dan de volgende vraag:
-
Wat kunnen we van Leer en Verbonden 77 leren over de rol die een profeet speelt om ons de betekenis van de Schriften bij te brengen? (De woorden van de cursisten dienen de volgende leerstelling te omvatten: de Heer openbaart de juiste uitleg van de Schriften aan zijn profeten. U kunt de cursisten in overweging geven om die leerstelling in hun Schriften te noteren.)
Om de cursisten meer begrip van deze leerstelling bij te brengen, stelt u de volgende vraag:
-
Waarom is het volgens jullie belangrijk om te weten wat profeten hebben gezegd over wat wij in de Schriften bestuderen?
Om de cursisten meer inzicht in deze vraag te geven, laat u een cursist het volgende citaat van ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:
‘Profeten hebben de Schriften gegeven, en profeten moeten die uitleggen. Heilige mannen vanouds hebben openbaringen van de Heilige Geest ontvangen en die in de Schriften opgenomen. Nu moet de mens dezelfde Heilige Geest hebben om de betekenis van de Schriften te openbaren. Anders zijn er veel uitleggingen en daardoor veel verschillende kerken die het niet met elkaar eens zijn. En dat is nu ook het geval in de godsdienstige wereld.’ (Conference Report, oktober 1964, 38.)
-
Waarom hebben we volgens ouderling McConkie een profeet nodig om de juiste betekenis van de Schriften uit te leggen?
-
Waar kunnen we de leringen van de profeten vinden over de betekenis van wat we in de Schriften lezen? (Mogelijke antwoorden: we vinden die leringen in conferentietoespraken, en in tijdschriften en andere publicaties van de kerk.)
Als de cursisten deze vraag beantwoorden, legt u uit dat er in Leer en Verbonden 77 staat dat de woorden van de profeten in de Schriften andere teksten kunnen uitleggen. Door de woorden van een profeet in de Schriften worden vaak openbaringen in andere teksten uitgelegd. Leg uit dat de voetnoten in de Schriften vaak verwijzingen naar die nuttige teksten bevatten.
Om dat duidelijk te maken, laat u de cursisten Openbaring 5:1 doorlezen en opletten wat Johannes in de hand van de persoon op de troon zag. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Als de cursisten een exemplaar van de Engelstalige Bijbel van de kerk hebben, kunt u ze de tekst in voetnoot b in Openbaring 5:1 laten opzoeken (LV 77:6). Als de cursisten die Engelstalige Bijbel van de kerk niet hebben, laat ze dan Leer en Verbonden 77:6 opzoeken nadat ze hebben beschreven wat ze in Openbaring 5:1 hebben gevonden.
Laat een cursist Leer en Verbonden 77:6–7 voorlezen. Laat de klas meelezen en de vragen opzoeken die Joseph Smith over Openbaring 5:1 stelde, evenals de antwoorden van de Heer. (Het is wellicht nuttig om uit te leggen dat de zevenduizend jaar naar de tijd sinds de val van Adam en Eva verwijst. Die jaren verwijzen niet naar de daadwerkelijke leeftijd van de aarde, waaronder de scheppingsperioden.)
Laat de cursisten in hun eigen woorden de vragen en antwoorden samenvatten. Vertel ze na de activiteit dat gebruik van de voetnoten bij onze Schriftstudie nuttig kan zijn om te ontdekken wat profeten hebben gezegd over de teksten die we lezen.
Leg uit dat hoewel alleen de profeten het gezag hebben om de Schriften aan de wereld uit te leggen, wij er bij onze studie van de Schriften naar moeten streven om ze te begrijpen en ze te leren toepassen.
-
Hoe kunnen we wat Joseph Smith deed bij zijn studie van het boek Openbaring met onze eigen Schriftstudie vergelijken? (De cursisten kunnen het volgende beginsel noemen: als we de hulp van de Heer inroepen, kan Hij ons meer begrip van de Schriften geven.)
-
Waarom is het belangrijk om naar de juiste betekenis van de Schriften te zoeken en ze dan proberen toe te passen?
Laat de cursisten aan een moment in hun leven denken waarop ze de Heer om hulp hebben gevraagd om de Schriften beter te begrijpen, en hoe ze de leringen daarin in hun eigen omstandigheden konden toepassen. Laat enkele cursisten over een ervaring vertellen.
Leg uit dat de rest van Leer en Verbonden 77 meer vragen van Joseph Smith over het boek Openbaring en de antwoorden van de Heer op die vragen bevat. Vat Leer en Verbonden 77:8–15 samen door te vertellen dat Joseph Smith door deze openbaring in staat werd gesteld om iets te leren over de gebeurtenissen die vóór de wederkomst van de Heiland zullen plaatsvinden.
Zeg tegen de cursisten dat als ze in de toekomst het boek Openbaring bestuderen, ze door de antwoorden van de Heer in Leer en Verbonden 77 de betekenis van de symboliek in dat boek beter zullen begrijpen.
Sluit de les af met uw getuigenis van de leerstellingen en beginselen die in deze les zijn behandeld. U kunt ook over een ervaring vertellen waarbij u de Heer om hulp had gevraagd om de Schriften beter te begrijpen.