Seminarie en instituut
Les 11: Leer en Verbonden 3


Les 11

Leer en Verbonden 3

Inleiding

Joseph Smith ontvangt de openbaring die in Leer en Verbonden 3 staat opgetekend nadat Martin Harris 116 pagina’s van het manuscript verliest dat Joseph van de gouden platen heeft vertaald. In deze openbaring zegt de Heer dat zijn werk ondanks de goddeloosheid van de mens zal standhouden. De Heer berispt Joseph en waarschuwt hem voor wat er gebeurt als hij zich niet bekeert. Ten slotte legt de Heer uit waarom Hij het Boek van Mormon tevoorschijn heeft laten komen.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 3:1–3

Joseph Smith komt te weten dat het werk van God niet kan worden verijdeld

Laat de cursisten nadenken over situaties waarin ze in de verleiding komen naar een vriend(in) te luisteren in plaats van de geboden of de raad van hun ouders of leiders op te volgen.

  • Waarom is het soms moeilijk om onze vrienden te weerstaan als ze ons willen overtuigen iets verkeerds te doen?

Laat de cursisten vertellen wat ze weten over de gebeurtenissen die ertoe hebben geleid dat 116 pagina’s van het manuscript van het Boek van Mormon verloren zijn gegaan.

Vul de antwoorden van de cursisten aan met de volgende details:

Van midden april tot midden juni 1828 vertaalde Joseph Smith de platen en woonde hij in Harmony (Pennsylvania, VS). Een welvarend boer en zakenman met de naam Martin Harris fungeerde als schrijver terwijl Joseph vertaalde. Martin was 22 jaar ouder dan Joseph en had Joseph en Emma vijftig dollar gegeven (wat in die tijd veel geld was) om hen te helpen met de verhuizing naar Harmony (Pennsylvania, VS), waar de familie van Emma woonde. Zo droeg hij bij aan het onderhoud van Joseph terwijl die de platen vertaalde. In februari 1828 moedigde Joseph Martin aan om afschriften van de tekens op de platen in New York aan enkele geleerden te laten zien (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:63–65). Lucy Harris, de vrouw van Martin, maakte zich steeds meer zorgen over Martins fascinatie voor, en financiële betrokkenheid bij, de vertaling van de platen. Zij en anderen begonnen Martin te vragen om een bewijs dat de platen werkelijk bestonden. Om hen gerust te stellen, vroeg Martin midden juni aan Joseph of hij de 116 pagina’s van het manuscript die op dat moment waren vertaald, mocht laten zien.

Laat de cursisten zich voorstellen in welke moeilijke positie de profeet zich bevond toen Martin Harris vroeg om de manuscriptpagina’s mee te mogen nemen. U kunt een cursist het volgende verslag uit de geschiedenis van de profeet Joseph Smith laten voorlezen om de context duidelijk te maken:

Profeet Joseph Smith

‘[Martin] vroeg of ik door middel van de Urim en Tummim toestemming aan de Heer wilde vragen [om de geschriften mee naar huis te nemen en te laten zien]. Dat deed ik en het antwoord was dat hij ze niet mocht meenemen. Maar hij was niet tevreden met dat antwoord en vroeg of ik het nog een keer wilde vragen. Dat deed ik, en het antwoord was hetzelfde. Maar hij kon zich er niet bij neerleggen en bleef aandringen dat ik het nog een keer moest vragen.’ (In History of the Church, deel 1, 21.)

  • Waarom denk je dat Joseph Smith God hardnekkig dezelfde vraag bleef stellen, ook al had hij een duidelijk antwoord ontvangen?

Leg uit dat Joseph na herhaalde smeekbeden van Martin de vraag een derde keer aan de Heer stelde, waarop de Heer Martin de toestemming gaf om het manuscript ‘onder bepaalde voorwaarden’ mee te nemen (History of the Church, deel 1, 21). Martin beloofde dat hij het manuscript alleen zou laten zien aan zijn vrouw en aan enkele andere familieleden. Martin keerde met het manuscript naar New York terug. Niet lang na het vertrek van Martin beviel Emma van een jongetje, Alvin, dat kort na de geboorte stierf. Ook Emma zweefde op het randje van de dood, en Joseph week gedurende twee weken niet van haar zijde. Intussen was Martin al drie weken weg en had hij niets van zich laten horen. Emma, die langzaam herstelde, moedigde Joseph aan om naar New York te gaan en uit te zoeken waarom Martin niets van zich liet horen. Joseph reisde naar het huis van zijn ouders en daar liet hij Martin ontbieden. Martin arriveerde pas tegen het einde van de ochtend. Hij ging met het gezin Smith mee aan tafel maar liet meteen zijn bestek vallen. Toen hem werd gevraagd of alles in orde was, schreeuwde hij het uit en gaf uiteindelijk toe dat hij de 116 pagina’s van het manuscript was kwijtgeraakt. (Zie History of Joseph Smith by His Mother, red. Preston Nibley [1958], 124–129 voor meer details over dit verslag.)

  • Sta eens stil bij de moeilijke omstandigheden waarin de profeet Joseph Smith zich nu bevond. Hoe zou jij je in deze situatie voelen?

Vertel de cursisten dat Joseph Smith zonder de 116 manuscriptpagina’s naar Harmony terugkeerde en daar om vergeving bad. Omdat Joseph ‘de Heer had gesmeekt of Martin Harris de geschriften mee mocht nemen’ (History of the Church, deel 1, 21) had Moroni de Urim en Tummim weggenomen en was Joseph de gave van vertalen kwijt. Moroni beloofde Joseph echter dat hij ze terug zou krijgen als hij ‘nederig en boetvaardig’ was (History of Joseph Smith by His Mother, 134). Enige tijd later ontving Joseph de openbaring die we nu kennen als Leer en Verbonden 3.

Laat een cursist Leer en Verbonden 3:1–3 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de Heer wilde dat Joseph Smith begreep.

  • Hoe zou je de boodschap van de Heer aan Joseph Smith in deze verzen samenvatten? (Maak de cursisten bij de bespreking van hun ideeën de volgende leerstelling duidelijk: de doeleinden van God kunnen niet worden verijdeld. U kunt de cursisten in overweging geven om die waarheid in vers 1 te markeren. Leg eventueel uit dat het woord verijdeld in Leer en Verbonden 3:1 hetzelfde betekent als verhinderd, tegengehouden.)

  • Hoe kan deze waarheid Joseph Smith hebben geholpen in deze moeilijke periode? Waarom is het voor ieder van ons belangrijk dat we dit begrijpen?

Leer en Verbonden 3:4–15

De Heer berispt Joseph Smith en vermaant hem zich te bekeren

Leg uit dat hoewel God had gezegd dat zijn werk niet kon worden verijdeld, Hij ook wilde dat de profeet zou begrijpen welke fouten hij had gemaakt en wat de gevolgen van deze fouten waren. Laat een cursist Leer en Verbonden 3:4–6 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op woorden en zinsneden die een harde les voor Joseph Smith waren. Vraag enkele cursisten welke woorden en zinsneden ze hebben gekozen en waarom.

  • In welk opzicht had Joseph ‘gehoor [gegeven] aan de overredingen van mensen’? (LV 3:6.)

Laat een cursist Leer en Verbonden 3:12–15 voorlezen. Laat de klas meelezen en zinsneden zoeken die aangeven waarom de daden van Joseph zo ernstig waren. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Laat een cursist Leer en Verbonden 3:7 voorlezen. Laat de klas nagaan wat Joseph Smith volgens de Heer had moeten doen toen Martin Harris hem onder druk zette. (Leg voordat de cursist gaat lezen uit dat de mens naar alle mensen verwijst.) Laat de cursisten de raad van de Heer verwoorden en zet vervolgens dit beginsel op het bord: Wij moeten God meer vrezen dan de mens. (U kunt de cursisten aanmoedigen om de woorden of zinsneden in vers 7 te markeren waarin dit beginsel wordt vermeld.)

  • Wat denk je dat het betekent om God meer te vrezen dan de mens?

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen om te verduidelijken wat het betekent om God meer te vrezen dan de mens:

Ouderling D. Todd Christofferson

‘Er zijn in de Schriften heel wat teksten waarin de mens gezegd wordt dat hij God dient te vrezen. In onze tijd interpreteren we dat woord vrezen als ‘respect’, ‘eerbied’ of ‘liefde’, wat dus inhoudt dat God vrezen betekent dat we God liefhebben of dat we Hem en zijn wet respecteren. Dat is vaak misschien wel een juiste interpretatie, maar ik vraag me af of vrezen soms niet gewoon vrezen betekent, zoals wanneer de profeten het hebben over de vrees om God te beledigen door zijn geboden te overtreden. […]

‘We zouden Hem zo moeten liefhebben en eerbiedigen dat wij zouden vrezen iets in zijn ogen verkeerd te doen, wat ook de mening van anderen is, of hoe zij ons ook onder druk zetten.’ (‘A Sense of the Sacred’ [CES-devotional voor jongvolwassenen, 7 november 2004], 6–7, LDS.org; zie ook speeches.byu.edu.)

  • Wat betekent het volgens ouderling Christofferson om God te vrezen?

  • Hoe kan God vrezen ons volgens ouderling Christofferson helpen om de juiste beslissingen te nemen als we onder druk van leeftijdgenoten staan?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 3:8 in stilte lezen en nagaan wat God zou hebben gedaan als Joseph Smith naar het eerste antwoord op het verzoek van Martin had geluisterd. Laat de cursisten samenvatten wat we uit dit vers kunnen leren. De cursisten kunnen andere woorden gebruiken, maar zie erop toe dat ze begrijpen dat de Heer ons in moeilijke tijden steunt als wij trouw zijn geboden onderhouden. U kunt dit beginsel eventueel op het bord zetten.

Laat de cursisten denken aan een moment in hun leven dat ze de geboden van de Heer hebben gehoorzaamd in plaats van de overredingen of de invloed van andere mensen te volgen. Laat enkele cursisten vertellen hoe ze voor hun gehoorzaamheid met de steun van de Heer zijn beloond.

Wijs de cursisten erop dat u ze bij het begin van de les hebt gevraagd na te denken over situaties waarin ze in de verleiding kunnen komen naar een vriend(in) te luisteren in plaats van te gehoorzamen. Wijs de cursisten vervolgens op de waarheid die u op het bord hebt gezet.

  • Hoe kan deze waarheid jou helpen als je door een vriend(in) wordt verleid om iets te doen wat niet goed is?

Vraag de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te noteren hoe ze deze waarheid in hun huidige relatie met vrienden en familieleden gaan toepassen.

Geef ze voldoende tijd en laat een cursist daarna Leer en Verbonden 3:9–10 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke belofte de Heer aan Joseph Smith deed ondanks de ernst van zijn fouten. (Laat ze hun bevindingen desgewenst markeren.)

  • Welke belofte heeft de Heer aan Joseph Smith gegeven? Hoe is deze belofte op ons van toepassing? (De cursisten kunnen verschillende beginselen noemen, maar zorg ervoor dat ze begrijpen dat wij de genade van de Heer ontvangen als wij ons van onze zonden bekeren.)

  • Als je in gedachten houdt wat de Heer in Leer en Verbonden 3:4–6 tegen Joseph zei, hoe zou jij je voelen als je in Josephs schoenen stond en deze belofte van de Heer hoorde?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 3:9, 11 in stilte lezen en nagaan welke waarschuwingen de Heer aan de profeet Joseph Smith gaf.

  • Waarom is het belangrijk om deze waarschuwingen te onthouden als we ons van onze zonden bekeren en naar de genade van de Heer streven?

Leer en Verbonden 3:16–20

De Heer legt zijn doeleinden met betrekking tot het Boek van Mormon uit

Laat de cursisten Leer en Verbonden 3:16–20 in stilte lezen en nagaan welke doeleinden de Heer met het Boek van Mormon voor ogen had.

  • Waarom was het werk dat Joseph Smith en Martin Harris deden zo belangrijk voor God en zijn volk?

Laat tot slot enkele cursisten vertellen wat ze vandaag hebben geleerd en gevoeld, en hoe ze de geleerde waarheden gaan toepassen. Getuig dat de Heer ons genadig is als wij ons van onze zonden bekeren. U kunt de cursisten ook vertellen dat ze in de volgende les zullen leren hoe de Heer het verlies van de 116 manuscriptpagina’s wist goed te maken.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 3. Lucy Harris

Lucy Mack Smith heeft opgetekend dat de vrouw van Martin Harris, Lucy, ‘een heel vreemde vrouw was, iemand die van nature erg jaloers was […] en als ze niet precies kon horen wat er werd gezegd, dacht ze dat het een geheim was dat opzettelijk voor haar verborgen werd gehouden’. Lucy Harris wantrouwde Joseph Smith en was vastbesloten om de platen te zien. Toen Martin naar Joseph ging om naar het vertaalwerk te informeren, ging Lucy Harris mee. Ze ondervroeg Joseph over de platen en eiste ze te mogen zien. Hij zei dat ze dat niet mocht, ‘omdat hij ze aan niemand anders mocht laten zien dan alleen aan degenen die de Heer zou aanwijzen om ervan te getuigen’.

De daaropvolgende nacht had Lucy Harris een droom die ze ‘s ochtends aan het gezin Smith vertelde: ‘Een persoon verscheen en zei dat ze de dienstknecht van de Heer had bestreden, […] ze had gedaan wat niet goed was in de ogen van de Heer. Daarop zei hij tot haar: “Zie, hier zijn de platen, kijk ernaar en geloof”.’ Lucy vertelde Joseph vervolgens dat ze wilde helpen met de vertaling.

Helaas was haar verandering van hart van korte duur, en al gauw eiste ze opnieuw tastbaar bewijs van de platen. Vlak nadat Joseph en Emma naar Harmony (Pennsylvania) waren verhuisd, volgde Martin hen zonder dat aan zijn vrouw te vertellen. Toen ze het ontdekte, was ze boos omdat haar man haar zo lang achterliet en bezorgd dat de familie Smith hem zou oplichten.

Martin keerde gauw naar New York terug, maar toen hij zich klaarmaakte om weer naar Harmony te gaan, stond Lucy Harris erop hem te vergezellen. Toen ze bij het huis van Joseph en Emma arriveerden, verklaarde ze dat ze pas weer weg zou gaan als ze de platen had gezien. Ze doorzocht het hele huis maar vond ze niet. Van toen af beweerde ze dat haar man door ‘een grote oplichter’ was bedrogen. Na twee weken nam Martin haar weer mee naar huis. Ondanks haar pogingen om het hem uit het hoofd te praten, ging hij weer naar Harmony om Joseph te helpen. Toen Martin weer weg was, bleef Lucy ‘van huis tot huis haar beklag doen en verkondigen dat Joseph Smith een bedrieger was.’ (Zie History of Joseph Smith by His Mother, red. Preston Nibley [1958], 114–122.)

Leer en Verbonden 3. Smart om het verloren manuscript

Niet lang na het vertrek van Martin Harris met de 116 manuscriptpagina’s beviel Emma Smith van een zoontje, Alvin, dat dezelfde dag nog stierf. Ook Emma zweefde op het randje van de dood, en Joseph week gedurende twee weken niet van haar zijde. Intussen was Martin al drie weken weg en had hij niets van zich laten horen. Joseph maakte zich zorgen om het manuscript maar zei niets tegen Emma om haar zwakke gezondheid te sparen.

‘Enkele dagen later bracht [Emma] het onderwerp echter weer ter sprake en verzocht ze haar echtgenoot om haar moeder te gaan ophalen, die dan bij haar zou blijven. Zo kon hij naar Palmyra (New York) reizen en uitzoeken waarom meneer Harris maar niet terugkwam en niets van zich liet horen. Eerst protesteerde Joseph, maar toen hij zag dat ze opgewekt was en bereid om hem te laten vertrekken, gaf hij ten slotte toe.

‘Hij nam de eerstvolgende postkoets richting Palmyra en onderweg begon hij na te denken over het gedrag van Martin en het risico dat hij (Joseph) had gelopen door het manuscript uit handen te geven […] en dat hij door zijn hardnekkige vragen aan de Heer wellicht in overtreding was vervallen en zo het manuscript was kwijtgeraakt.’

Hij stapte uit en liep ‘s nachts de laatste 32 kilometer, waarna hij eindelijk bij het huis van zijn ouders in Manchester arriveerde. ‘Toen Joseph wat genuttigd had, […] verzocht hij ons om meteen meneer Harris te ontbieden. Dat deden we onmiddellijk. […] We begonnen het ontbijt voor te bereiden voor het gezin, en we veronderstelden dat meneer Harris met ons mee zou eten, aangezien hij altijd meteen kwam wanneer hij werd ontboden. Om acht uur zetten we het eten op tafel, omdat hij nu wel gauw zou komen. We wachtten tot negen uur, maar hij kwam niet – tot tien uur, maar hij was er nog steeds niet – tot elf uur, en nog vertoonde hij zich niet. Pas om half twaalf zagen we hem langzaam en aarzelend naar het huis lopen, peinzend naar beneden starend. Hij bleef bij het hek staan, ging op de omheining zitten en bleef daar maar zitten, met zijn hoed over zijn ogen getrokken. Uiteindelijk kwam hij binnen. Niet lang daarna gingen we aan tafel en at meneer Harris met ons mee. Hij pakte zijn mes en vork alsof hij zou gaan eten, maar liet ze onmiddellijk weer vallen. Toen Hyrum dat zag, zei hij: “Martin, waarom eet je niet? Ben je ziek?” Mr. Harris drukte zijn handen tegen zijn slapen en riep diep bedroefd uit; “O, ik heb mijn ziel verloren! Ik heb mijn ziel verloren!”

Joseph, die tot dan zijn angsten niet onder woorden had gebracht, sprong op en riep uit: “Martin, ben je dat manuscript kwijt? Heb je je eed verbroken en mij en jezelf onder veroordeling gebracht?”

Martin antwoordde somber: “Ja, het is weg, en ik weet niet waar het is.” […]

Joseph zei: […] “Alles is verloren, verloren! Wat moet ik doen? Ik heb gezondigd. Ik heb Gods toorn uitgelokt. Ik had tevreden moeten zijn met het eerste antwoord dat ik van de Heer had ontvangen; want Hij zei dat het niet veilig was om het geschrift uit handen te geven.” Hij huilde en kreunde, en liep te ijsberen.

‘Uiteindelijk zei hij tegen Martin dat hij terug moest gaan om verder te zoeken.

Martin zei: “Nee, dat heeft geen zin; ik heb zelfs matrassen en kussens opengereten [op zoek naar het manuscript], en ik weet dat het er niet is.”

‘Joseph zei: “Dan moet ik met dit verhaal teruggaan? Dat durf ik niet. En hoe kan ik voor de Heer verschijnen? Wat voor berisping verdien ik van de engel van de Allerhoogste?” […]

‘De volgende ochtend vertrok hij weer naar huis. Met een bezwaard hart namen we afscheid, want alles waar we met veel vreugde naar hadden uitgekeken, alles wat een bron van geheime voldoening was geweest, was in één klap voorgoed verdwenen.’ (Lucy Mack Smith, History of Joseph Smith by His Mother, red. Preston Nibley [1958], 125–129.)