Thuisseminarieles
Leer en Verbonden 60–64 (unit 14)
Inleiding
In de zomer van 1831 hield de profeet Joseph Smith toezicht bij de wijding van het land waar de heiligen Zion moeten bouwen, in Independence (Missouri). In afwezigheid van de profeet keerden sommige kerkleden in Ohio zich van de geboden van de Heer af en begingen ze ernstige zonden. Deze les gaat over enkele geboden die de Heer beklemtoonde nadat Joseph Smith naar Ohio terugkeerde. Het gebod om begeerte te vermijden en anderen te vergeven viel daar ook onder.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 63:1–21
De Heer waarschuwt de heiligen voor de gevolgen van goddeloosheid en opstandigheid
Zet de volgende vraag op het bord: Waarom denk je dat het voor ons als leden van de kerk van Jezus Christus belangrijk is om naar onze overtuiging te leven? Laat de cursisten hun antwoorden met de klas bespreken.
Leg uit dat Joseph Smith en andere kerkleiders in de zomer van 1831 in Missouri waren om het land en de bouwplaats van de tempel in Zion te wijden. Intussen begingen sommige kerkleden in het geheim ernstige zonden. Eenmaal terug in Ohio ontving de profeet de openbaring in Leer en Verbonden 63.
Laat een cursist Leer en Verbonden 63:1 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten hoe de Heer de kerkleden in dit vers aanspreekt. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
-
Wat is het verschil tussen ons het volk van de Heer noemen en het volk van de Heer zijn? (Terwijl de cursisten deze vraag bespreken, kunt u erop wijzen dat veel heiligen meer deden dan zich simpelweg het volk van de Heer noemen. Zij bleven getrouw.)
Laat de cursisten vers 1 nog eens doornemen en opletten welk gebod de Heer geeft aan wie zich zijn volk noemen.
-
Wat verwacht de Heer van zijn volk? (Vat de antwoorden van de cursisten samen door het volgende beginsel op het bord te schrijven: Als wij het volk van de Heer willen zijn, moeten wij ons hart openstellen en naar zijn woord en zijn wil voor ons luisteren.)
-
Wat betekent je hart openstellen volgens jou?
-
In welk opzicht zijn wij beter voorbereid om de stem van de Heer te horen als wij ons hart openstellen?
-
Wat kun je zoal doen om je hart open te stellen?
Vat Leer en Verbonden 63:2–21 samen. Leg uit dat de Heer terechtwees wie ongelovig waren, naar tekens hadden gezocht, overspel hadden gepleegd of andere ernstige zonden hadden begaan. Laat een cursist Leer en Verbonden 63:16 voorlezen. Laat de klas meelezen en op een waarschuwing van de Heer letten.
-
Welke waarschuwing geeft de Heer in vers 16?
-
Wat betekent het om anderen aan te zien om hen te begeren? (Het woord begeren betekent ‘een ongepast sterk verlangen naar iets’ of iemand hebben [Gids bij de Schriften, ‘Begeerte’, scriptures.lds.org]. Anderen aanzien om hen te begeren, betekent dat je naar iemands lichaam kijkt op een ongepaste manier of op een manier die seksuele gevoelens opwekt. Naar pornografie kijken, hoort daar ook bij.)
-
Welk beginsel zie je in de waarschuwing van de Heer in vers 16? (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Als we anderen aanzien om hen te begeren, hebben we de Geest niet bij ons en verloochenen wij ons geloof. U kunt de cursisten aanmoedigen om dit beginsel in hun Schriften te markeren.)
-
Hou zou het komen dat je de Geest verliest als je anderen aanziet om hen te begeren?
-
Hoe kunnen we de verleiding overwinnen om anderen te begeren?
Bij deze bespreking kunt u de cursisten de volgende raad van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen geven. Vraag enkele cursisten de alinea’s beurtelings voor te lezen. Laat de klas na elke alinea uitleggen hoe die raad ons kan helpen de verleiding tot begeerte te overwinnen.
Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd:
‘Neem allereerst afstand van mensen, materialen en omstandigheden die je kunnen schaden. […]
‘Als een tv-programma onfatsoenlijk is, zet het uit. Als een film grof is, loop weg. Als een relatie zich op ongepaste wijze ontwikkelt, maak het uit. Veel van deze invloeden zijn, in het begin althans, strikt genomen misschien niet slecht. Maar ze kunnen ons oordeelsvermogen aantasten, onze geestelijke instelling afstompen en leiden tot iets dat wél slecht kan zijn.
‘Vervang wellustige gedachten door hoopgevende beelden en vreugdevolle herinneringen; denk aan het gezicht van mensen die je liefhebben en die er kapot van zouden zijn als je hen teleurstelde. […] Wat voor gedachten u ook hebt, zorg ervoor dat die alleen ‘op uitnodiging’ welkom zijn in uw hart.
‘Ontwikkel een band met de Geest van de Heer en ga daarheen waar die is. Zorg ervoor dat je eigen woning daar ook onder valt, wat invloed zou moeten hebben op de kunst, de muziek en de lectuur die je daar hebt.’ (Zie ‘Geen plaats voor de vijand van mijn ziel’, Liahona, mei 2010, 45, 46.)
Vraag of er cursisten zijn die willen getuigen van de zegeningen doordat ze zich aan de wet van kuisheid houden.
Leer en Verbonden 64:8–19
De Heer gebiedt zijn dienstknechten om elkaar te vergeven
Herinner de cursisten aan de opdracht van dag 3 in deze unit: ze moesten proberen Leer en Verbonden 64:9–11, een kerntekst, uit het hoofd te leren. Laat de klas die verzen samen opzeggen. (De cursisten mogen hun Schriften raadplegen.) Vraag wie deze verzen alleen voor de klas zou willen opzeggen. Zet het volgende gebod op het bord: De Heer gebiedt ons om alle mensen te vergeven.
-
Waarom zou het belangrijk zijn om alle mensen te vergeven, of ze zich nu voor hun fouten verontschuldigen of niet?
-
Hoe helpt het ons als wij God laten oordelen over wie ons gekwetst hebben?
-
Wanneer heb je je gezegend gevoeld omdat je iemand vergaf?
Wijs erop dat we anderen soms wel willen vergeven, maar moeite hebben om onszelf te vergeven.
-
Waarom moeten wij onszelf vergeven?
Wijs op het eerste beginsel dat u aan het begin van de les op het bord zette: Als wij het volk van de Heer willen zijn, moeten wij ons hart openstellen en naar zijn woord en zijn wil voor ons luisteren. Laat de cursisten zich afvragen of hun hart bij het bestuderen van de Schriften openstond voor influisteringen of ingevingen. Moedig ze aan te handelen naar de influisteringen en ingevingen die ze van de Heer ontvangen. Getuig dat ze op die manier bij het volk van God horen.
Volgende unit (Leer en Verbonden 65–71)
Laat de cursisten eventueel het volgende overdenken om ze op hun studie de komende week voor te bereiden: Hoe kan een steen voortrollen tot deze de hele aarde heeft vervuld? Hoe goed kent de Heer ons persoonlijk? Waarom voelen ouders sterk de plicht om hun kinderen in het evangelie te onderwijzen? Wat zijn de gevolgen voor de ouders als ze dat niet doen? Vertel de cursisten dat ze de komende week bij hun Schriftstudie antwoord op deze vragen zullen vinden.