Les 134
Leer en Verbonden 127; 128:1–11
Inleiding
Leer en Verbonden 127 bevat een brief van de profeet Joseph Smith van 1 september 1842 waarin hij de heiligen de opdracht geeft om verslagen bij te houden van de dopen die ze voor de doden verrichten. Ongeveer een week later schrijft Joseph nog een brief over de doop voor de doden.Die brief staat in Leer en Verbonden 128 en legt uit waarom we verslagen van heilsverordeningen bijhouden.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 127:1–4
Joseph Smith roemt in vervolging en beproeving
Laat een grote, doorzichtige bak zien met het opschrift sterfelijk leven en een kan water met het opschrift beproevingen. Vraag de cursisten welke beproevingen ze hebben doorgemaakt of anderen hebben zien doormaken. Telkens als ze een beproeving noemen, giet u wat water uit de kan in de doorzichtige bak.
Vraag een cursist Leer en Verbonden 127:1 voor te lezen. Laat de klas meelezen en vaststellen welke beproevingen Joseph Smith in 1842 in Nauvoo doormaakte. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
Leg uit dat Lilburn W. Boggs, de voormalige gouverneur van Missouri die het uitroeiingsbevel tegen de heiligen uitvaardigde, in mei 1842 verwond werd door een onbekende die hem wilde vermoorden. De autoriteiten in Missouri beschuldigden Joseph Smith ervan dat hij iemand had gestuurd om Boggs te vermoorden. Ze probeerden de profeet in Missouri voor de rechter te brengen. Joseph Smith was jaren eerder uit Missouri vertrokken en woonde op dat moment in Nauvoo (Illinois). De profeet wist dat hij gedood zou worden als hij naar Missouri terugkeerde en ontliep de autoriteiten uit Missouri een tijd, zodat hij niet illegaal gearresteerd werd. In januari 1843 werd vastgesteld dat de gerechtelijke actie tegen Joseph Smith om hem te arresteren en aan Missouri over te leveren illegaal was.
Leg uit dat Leer en verbonden 127 een brief is die Joseph Smith aan de leden van de kerk schreef toen hij de autoriteiten uit Missouri probeerde te ontlopen. De brief werd enkele dagen later aan de heiligen in Nauvoo voorgelezen.
Laat twee balletjes zien die ongeveer even groot zijn, waarvan er een blijft drijven en het andere niet. (U kunt bijvoorbeeld een pingpongbal en een golfbal gebruiken.) Leg beide balletjes in de bak met water en vraag:
-
Hoe kunnen deze twee balletjes de verschillende manieren vertegenwoordigen waarop mensen op beproevingen reageren?
Vraag een cursist Leer en Verbonden 127:2 voor te lezen. Laat de klas nagaan hoe Joseph op beproevingen reageerde.
-
Welk balletje stelt Joseph Smiths reactie op beproevingen het beste voor? Waarom?
-
Hoe wist Joseph dat hij over beproevingen en gevaar zou zegevieren?
-
Wat helpt ons volgens Joseph om beproevingen te doorstaan? (Laat de cursisten antwoorden en vat hun antwoorden samen door dit beginsel op het bord te zetten: Door op onze hemelse Vader te vertrouwen, kunnen we beproevingen doorstaan.)
Laat de cursisten denken aan iemand die beproeving doorstaan heeft omdat hij of zij op onze hemelse Vader vertrouwde. Vraag enkele cursisten aan wie ze gedacht hebben en hoe zijn of haar vertrouwen in onze hemelse Vader die persoon geholpen heeft om beproeving te doorstaan.
Laat een cursist Leer en Verbonden 127:3–4 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de profeet tegen de heiligen zei. Vraag de cursisten welke zinsneden ze interessant vinden.
Leer en Verbonden 127:5–12
De profeet Joseph Smith geeft de heiligen de raad om verslagen bij te houden van de dopen die ze voor de doden verrichten
Herinner de cursisten eraan dat de Heer de heiligen ongeveer anderhalf jaar vóór deze brief opgedragen had om in de tempel dopen voor de doden te verrichten (zie LV 124:30). De Heer stond de heiligen echter toe om gedurende een korte periode in de nabijgelegen rivier en stroompjes dopen voor de doden te verrichten. De Heer zei dat als de tempel klaar was de doop voor de doden alleen in de tempel geldig zou zijn. De heiligen begonnen in november 1841 in de Nauvootempel dopen voor de doden te verrichten.
Laat de cursisten terugdenken aan de laatste keer dat ze dopen voor de doden gedaan hebben. Vraag ze om die ervaring te beschrijven, en informeer of er tijdens de dopen iemand naast de doopvont zat.
Laat een cursist Leer en Verbonden 127:5–9 voorlezen. Laat de klas meelezen en vaststellen wie aanwezig moet zijn als er dopen voor de doden gedaan worden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
-
Waarom is het volgens vers 7 belangrijk dat de schrijver een ooggetuige van de dopen is?
Zet de volgende onvolledige zin op het bord: De tempelverordeningen die we op aarde verrichten, zijn …
Vraag de cursisten de zin op basis van de verzen 5–9 te vervolledigen. (De cursisten dienen met hun eigen woorden deze leerstelling te vinden: De tempelverordeningen die we op aarde verrichten, zijn in de hemel bindend.)
-
Wat betekent het dat tempelverordeningen in de hemel bindend zijn?
-
Hoe motiveert deze leerstelling je om je taak te vervullen en je voor jouw doden te laten dopen?
Vat Leer en Verbonden 127:10–12 samen met de uitleg dat Joseph Smith de heiligen meer over de doop voor de doden wilde leren, maar dat hij dat niet kon omdat hij zich schuilhield. Hij beloofde de heiligen meer brieven over de doop voor de doden en andere belangrijke onderwerpen te schrijven.
Leer en Verbonden 128:1–11
Joseph Smith legt uit waarom we verslagen van heilsverordeningen bijhouden
Ongeveer een week nadat hij de brief in Leer en Verbonden 127 geschreven had, schreef Joseph nog een brief over de doop voor de doden aan de heiligen. Die brief staat in Leer en Verbonden 128.
Vat Leer en Verbonden 128:1–5 samen met de uitleg dat Joseph leerde dat plaatselijke schrijvers de doop voor de doden moesten vastleggen en er getuige van moesten zijn. Hij zei ook dat er een algemene schrijver aangesteld moest worden om de plaatselijke verslagen in een algemeen kerkverslag bijeen te brengen.
Toon de cursisten een paspoort (of een afbeelding van een paspoort). Vraag wat de houder van een paspoort kan doen.
-
Waarom kan je niet met het paspoort van iemand anders naar het buitenland gaan?
-
Wat zou er kunnen gebeuren als je naar het buitenland wilt gaan en de gegevens in je paspoort onvolledig zijn?
Laat een cursist Leer en Verbonden 128:6–7 voorlezen. Laat de klas nagaan welke verslagen gebruikt zullen worden om te bepalen of we in Gods tegenwoordigheid mogen vertoeven. Vraag ze naar hun bevindingen. Wijs ze erop dat Johannes en Joseph Smith over verschillende verslagen spreken: ‘de boeken werden geopend’ en ‘een ander boek […] dat het boek des levens is’.
-
Wat waren volgens vers 7 de eerste boeken waarover Johannes sprak? (Verslagen die op aarde worden bijgehouden.)
-
Wat is het boek des levens? (Het verslag dat in de hemel wordt bijgehouden.)
-
Wat wordt er in die boeken bijgehouden? (Onze werken.)
-
Wat voor werken moeten er in die boeken staan als we in Gods tegenwoordigheid willen vertoeven?
Laat de cursisten antwoorden en vraag vervolgens een cursist het volgende citaat van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen:
‘Verordeningen en verbonden worden onze geloofsbrieven voor toelating in [Gods] tegenwoordigheid.’ (‘Covenants’, Ensign, mei 1987, 24.)
-
Wat gebeurt er volgens president Packer op de dag des oordeels als uit iemands verslagen blijkt dat hij of zij zich niet heeft laten dopen?
Zet deze zin op het bord: Wat u ook op aarde bindt, zal in de hemel gebonden zijn. Vraag een cursist Leer en Verbonden 128:8 voor te lezen. Laat de rest van de klas meelezen en vaststellen hoe de profeet Joseph Smith die stelling aan de heiligen uitlegde. Laat de cursisten antwoorden en vervang bindt door optekent en gebonden door opgetekend.
-
Wat leren we in vers 8 over het optekenen van de verordeningen die we ontvangen? (U kunt uitleggen dat de term ‘in propria persona’ in dit geval verwijst naar mensen die zich voor zichzelf laten dopen.)
Zet het volgende op het bord: Als een verordening verricht wordt door en er wordt een stipt bijgehouden, dan is die verordening op aarde en in de hemel bindend.
-
Wat moet er volgens vers 8 gebeuren waardoor verordeningen zowel op aarde als in de hemel bindend zijn? (Laat de cursisten antwoorden en vraag een cursist om de zin op het bord als volgt te vervolledigen: Als een verordening verricht wordt door het priesterschapsgezag en er wordt een stipt verslag bijgehouden, dan is die verordening op aarde en in de hemel bindend.)
-
Welke hoop krijgen mensen die zonder kennis van het evangelie gestorven zijn dankzij dit beginsel?
-
Welke verantwoordelijkheid hebben wij om dit beginsel te vervullen?
Vraag een cursist om Leer en Verbonden 128:9 voor te lezen. Laat de klas vaststellen wat Joseph Smith over dit beginsel zei.
-
Wat heeft de Heer in alle bedelingen van het priesterschap gedaan? (De Heer heeft ten minste één van zijn dienstknechten de bevoegdheid gegeven om de verzegelsleutels van het priesterschap te dragen en te gebruiken.)
-
Wat gebeurt er volgens vers 9 als men met het priesterschapsgezag een verordening verricht en er een stipt verslag van bijhoudt? (De verordening wordt op aarde en in de hemel een wet en kan niet worden tenietgedaan, tenzij de ontvanger zich niet aan de geboden houdt.)
Vat Leer en Verbonden 128:10–11 samen door uit te leggen dat de Heiland de verzegelsleutels in deze tijd aan ons gegeven heeft, net zoals Hij die aan Petrus gegeven heeft.
Schrijf tot slot de volgende vragen op het bord en laat de cursisten ze in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden:
Laat enkele cursisten aan de klas vertellen wat ze hebben geschreven. U kunt van de doop voor de doden getuigen.