Seminarie en instituut
Les 139: Leer en Verbonden 132:3–33


Les 139

Leer en Verbonden 132:3–33

Inleiding

Leer en Verbonden 132 bevat een openbaring over het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond. Hoewel deze openbaring op 12 juli 1843 wordt opgetekend, waren sommige waarheden in de openbaring al in 1831 bij de profeet Joseph Smith bekend en onderwees hij daarin. De openbaring wordt in twee lessen behandeld. In deze les worden de voorwaarden van het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond besproken en de beloften voor wie zich eraan houden. In de volgende les wordt het beginsel van het meervoudig huwelijk behandeld.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 132:3–18

De Heer zet de voorwaarden van het nieuw en eeuwigdurend verbond uiteen

Noot: Leer en Verbonden 132:1–2 komt in les 140 aan de orde bij de behandeling van het meervoudig huwelijk.

Zet voor aanvang van de les de volgende vragen op het bord:

Waarom is een eeuwig huwelijk belangrijk voor je?

Wat ga je vanaf vandaag doen om je op de tempel voor te bereiden en daar een huwelijk voor tijd en alle eeuwigheid te sluiten?

Welke zegeningen in dit leven staan hen te wachten die Gods wet gehoorzamen om zich in de tempel te laten verzegelen?

Nodig de cursisten uit om deze vragen bij hun studie van Leer en Verbonden 132 vandaag te overdenken.

Begin met het stellen van de volgende vraag:

  • Wat is het nieuw en eeuwigdurend verbond?

Lees het volgende citaat van president Joseph Fielding Smith voor om de cursisten de betekenis van de zinsnede ‘het nieuw en eeuwigdurend verbond’ duidelijk te maken:

President Joseph Fielding Smith

‘Nu is er een duidelijke, gedetailleerde definitie van het nieuw en eeuwigdurend verbond. Het is alles – de volheid van het evangelie. Dus het huwelijk dat op de juiste wijze wordt voltrokken, de doop, de ordening tot het priesterschap en al het andere – ieder contract, iedere verplichting, iedere handeling die betrekking heeft op het evangelie van Jezus Christus en volgens zijn wet door de Heilige Geest van de belofte verzegeld wordt, […] maakt deel uit van het nieuw en eeuwig verbond’ (Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–1956], deel 1, 158; cursivering verwijderd).

Vraag de cursisten Leer en Verbonden 132:3–5 door te lezen en te letten op de gevolgen voor wie het nieuw en eeuwigdurend verbond, wat het verbond van het celestiale huwelijk insluit, verwerpen.

  • Wat gebeurt er als we het nieuw en eeuwigdurend verbond verwerpen? (Terwijl de cursisten deze vraag beantwoorden, kunt u zo nodig uitleggen dat het woord verdoemd betekent dat iemand in zijn of haar eeuwige vooruitgang wordt gestopt.)

Laat een cursist Leer en Verbonden 132:6 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en na te gaan welke zegeningen de Heer belooft aan wie het nieuw en eeuwigdurend verbond nakomen.

  • Wat ontvangen wij volgens vers 6 als wij ons aan het nieuw en eeuwigdurend verbond houden? (Terwijl de cursisten deze vraag beantwoorden, kunt u ze wijzen op het contrast tussen verdoemd worden, ofwel in vooruitgang gestopt, en de ‘volheid van [de] heerlijkheid’ van de Heer ontvangen.)

Wijs ze erop dat mensen vaak contracten, of overeenkomsten, met elkaar aangaan. Vraag een cursist Leer en Verbonden 132:7 voor te lezen. Laat de helft van de klas vaststellen wat er met door mensen opgestelde contracten gebeurt wanneer ze sterven. Vraag de andere helft twee voorwaarden te zoeken waardoor verbonden na onze dood van kracht blijven.

  • Wat gebeurt er met contracten die mensen opstellen? (Die eindigen bij de dood.)

  • Wat zijn volgens vers 7 twee dingen die moeten gebeuren waardoor verbonden na onze dood van kracht blijven? (Ze moeten door priesterschapsgezag worden gesloten, en ze moeten worden ‘aangegaan en verzegeld door de Heilige Geest van de belofte’.)

Leg uit dat de Heilige Geest de Heilige Geest van de belofte is. […] De Heilige Geest van de belofte getuigt tot de Vader dat de heilsverordeningen op de juiste wijze zijn verricht en dat de bijbehorende verbonden zijn nageleefd. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Heilige Geest van de belofte’, scriptures.lds.org.) Vraag de cursisten vers 7 nog eens te lezen en in een leerstellige verklaring samen te vatten. Zet hun antwoord op het bord. U kunt bijvoorbeeld iets in de volgende trant noteren: Tenzij een verbond wordt gesloten door het juiste priesterschapsgezag en verzegeld door de Heilige Geest van de belofte, eindigt het bij de dood.

Maak de cursisten deze leer verder duidelijk door ze die op een positieve manier anders te laten formuleren. Zet hun antwoord op het bord. U kunt bijvoorbeeld iets in de volgende trant noteren: Wanneer een verbond wordt gesloten door het juiste priesterschapsgezag en verzegeld door de Heilige Geest van de belofte, duurt het voor eeuwig voort.

Vat Leer en Verbonden 132:8–14 samen met de uitleg dat de Heer de voorwaarden van zijn wetten en verordeningen verder uiteenzette. Hij verklaarde dat alles wat Hij bepaalt altijd zal blijven bestaan, maar dat al het andere uiteindelijk zal worden verwoest.

Vraag vier cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 132:15–18 voor te lezen. Laat de klas in hun eigen Schriften meelezen en letten op twee verschillende manieren waarop een man en een vrouw samen een huwelijk kunnen sluiten. Lees dan de volgende voorbeelden voor. Vraag de cursisten na elk voorbeeld welke waarheden in Leer en Verbonden 132:15–18 in die situatie van toepassing zijn.

Voorbeeld 1: Een man en een vrouw worden verliefd, houden zich aan de wet van kuisheid en worden als gelukkig stel door een plaatselijke overheidsfunctionaris in de echt verbonden. Ze laten zich niet in een tempel verzegelen. Hun huwelijksceremonie bevatte de woorden ‘tot de dood u scheidt’. Een paar jaar later komt de man om het leven door een ongeval. Welke waarheden in Leer en Verbonden 132:15–17 zijn van toepassing? (De man en de vrouw zijn niet meer gehuwd.)

Voorbeeld 2: Een man en een vrouw trouwen met elkaar. Ze beloven elkaar dat ze altijd van elkaar zullen houden en dat ze altijd bij elkaar zullen blijven, maar ze laten zich niet in een tempel verzegelen. Ze gaan er van uit dat God ze door hun liefde zal toestaan eeuwig samen te zijn. Welke waarheden in Leer en Verbonden 132:18 zijn van toepassing? (Hun huwelijk duurt niet voort na hun dood.)

Leer en Verbonden 132:19–33

De Heer belooft zegeningen aan wie de wet van het celestiale huwelijk gehoorzamen

Laat een cursist de volgende ervaring van ouderling Enrique R. Falabella van de Zeventig voorlezen. Vraag de klas te luisteren naar wat ouderling en zuster Falabella verdrietig stemde en wat hen gelukkig maakte.

Ouderling Enrique R. Falabella

‘Toen ik van mijn zending terugkeerde, ontmoette ik een prachtige jonge vrouw. […] Ze won mijn hart vanaf het eerste moment dat ik haar zag.

‘Mijn vrouw had zich voorgenomen om in de tempel te trouwen, hoewel de dichtstbijzijnde tempel toen 6400 kilometer van ons verwijderd was.

‘De huwelijksceremonie van ons burgerlijk huwelijk was zowel vreugdevol als triest, want we werden gehuwd met een vervaldatum. De ambtenaar zei: “En nu verklaar ik u man en vrouw,” maar direct daarna zei hij: “totdat de dood u scheidt.”

‘Dus we brachten offers en kochten een enkele reis naar de Mesatempel in Arizona.

‘In de tempel knielden we aan het altaar en een bevoegde dienstknecht sprak de woorden uit waar ik naar snakte en waardoor wij man en vrouw voor tijd en alle eeuwigheid werden.’ (‘Het gezin: de school van het leven’, Liahona, mei 2013, 102.)

  • Waarom waren de Falabella’s niet tevreden met hun burgerlijk huwelijk?

Laat een cursist Leer en Verbonden 132:19–21 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en vast te stellen welke zegeningen de Heer belooft aan wie het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond trouw zijn. Deze lange passage is soms wat moeilijk te begrijpen. Stop zo nodig af en toe om uitleg te geven en vragen te beantwoorden. De volgende informatie kan van nut zijn:

 

Vers 19 bevat de belofte dat indien een man en vrouw huwen in ‘het nieuw en eeuwigdurend verbond, en het wordt op hen verzegeld door de Heilige Geest van de belofte’, zij dan ‘in de eerste opstanding [zullen] voortkomen; en […] tronen, koninkrijken, prinsdommen en machten [zullen] beërven’, mits zij zich ‘aan het verbond [houden] en geen moord [plegen] waarbij onschuldig bloed wordt vergoten’. (Zie ook LV 132:27.)

De zinsneden ‘voortzetting van nakomelingschap tot in alle eeuwigheid’ (vers 19) en ‘zij gaan verder’ (vers 20) doelen op de belofte dat ons gezin en ons nageslacht eeuwig kunnen voortduren.

Schrijf Als dan op het bord. Vraag de cursisten de zin af te maken om de beloften in Leer en Verbonden 132:19–21 samen te vatten. Zet hun antwoorden op het bord. Ze kunnen de volgende beginselen noemen:

Als een man en een vrouw zich aan het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond houden, dan zullen zij verhoging en verheerlijking ontvangen.

Als een man en een vrouw zich aan het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond houden, dan zullen zij eeuwig nakomelingschap hebben.

Als een man en een vrouw zich aan het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond houden, dan zal hun huwelijk in alle eeuwigheid van kracht zijn.

Als een man en een vrouw zich aan het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond houden, dan zullen zij als God worden.

Lees het volgende voorbeeld:

Voorbeeld 3: Een jonge man en een jonge vrouw zijn in een heilige tempel door het priesterschapsgezag aan elkaar verzegeld. Zij zijn allebei trouw en houden zich aan hun verbonden. Welke waarheden in Leer en Verbonden 132:19–21 zijn van toepassing na hun dood? (Hun huwelijk zal eeuwig voortduren. Zij zullen als hun Vader in de hemel worden en met heerlijkheid, verhoging en een eeuwig gezin worden gezegend.)

  • Wat moeten een man en een vrouw doen om zich aan het huwelijksverbond te houden? (Mogelijke antwoorden: Gods woord volgen, gehoorzaam zijn aan alle heilsverordeningen, deugdzaam en waardig zijn, elkaar liefhebben, samenwerken om goede ouders te zijn, kinderen in liefde en rechtschapenheid grootbrengen, en samen regelmatig naar de tempel terugkeren.)

Laat de cursisten Leer en Verbonden 132:22–25 doorlezen en in het bijzonder letten op de beschrijving van de Heer aangaande de ‘poort’ en de ‘weg’ die naar de verhoging voeren. Leg voordat ze gaan lezen uit dat het woord eng in vers 22 de betekenis van nauw of strikt heeft, waarvan afwijken niet mogelijk is.

  • In welke opzichten kenmerkt het beeld van een wijde poort en een brede weg de huidige opvattingen in de maatschappij over relaties en het huwelijk? In hoeverre zijn die opvattingen strijdig met het nieuw en eeuwig huwelijksverbond?

  • Waarom betreden velen volgens vers 22 en 25 de smalle weg niet die tot de verhoging voert? (Zij nemen Jezus Christus niet aan, kennen Hem niet of houden zich niet aan zijn wet.)

  • Wat moeten we volgens de verzen 21–24 doen om het eeuwige leven te ontvangen? (Vat de antwoorden van de cursisten samen door het volgende beginsel op het bord te schrijven: Om de verhoging en het eeuwige leven te ontvangen, moeten we onze hemelse Vader en Jezus Christus kennen, zoals Zij worden en ons aan hun wet houden.)

Vat Leer en Verbonden 132:29–33 samen met de uitleg dat Abraham trouw en gehoorzaam was aan de wet van de Heer inzake het eeuwig huwelijk en dat hem de belofte van eeuwig nakomelingschap werd gedaan.

Getuig dat wij bij God kunnen wonen en het eeuwige leven verkrijgen als wij ons aan zijn wetten houden.

Verwijs naar de vragen die u vóór de les op het bord hebt gezet. Laat de cursisten deze vragen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden. Vraag desgewenst een of twee cursisten na verloop van tijd de klas over hun gevoelens te vertellen.

Laat tot besluit een foto van uw gezin zien. Verwoord uw gevoelens en geef uw getuigenis van de zegeningen van het eeuwig huwelijk. Moedig de cursisten aan zich nu voor te bereiden om naar de tempel te gaan en een eeuwig huwelijk te sluiten. Getuig van de beloofde zegeningen in Leer en Verbonden 132 en van de vreugde wanneer we ons op een tempelhuwelijk voorbereiden.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 132:5. Het huwelijk werd ‘vóór de grondlegging van de wereld […] vastgesteld’

Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft aangaande het huwelijk en het gezin de volgende waarheden genoemd:

Ouderling Russell M. Nelson

‘De aarde is geschapen en deze kerk is hersteld opdat er gezinnen konden worden gesticht en voor eeuwig verzegeld en verhoogd. […]

‘[…] Dit betekent dat een tempelhuwelijk niet alleen een verbintenis tussen man en vrouw is; God is ook deelhebber aan de relatie.

‘[…] Als een gezin zich in de tempel laat verzegelen, kan dat gezin net zo eeuwig worden als het koninkrijk Gods zelf.’ (‘Het celestiale huwelijk’, Liahona, november 2008, 93.)

Ouderling Nelson heeft ook gezegd:

Ouderling Russell M. Nelson

‘Het huwelijk brengt meer mogelijkheden tot geluk teweeg dan enige andere relatie. […]

‘Het huwelijk is de gieterij van maatschappelijke orde, de fontein van deugdzaamheid en het fundament van eeuwige verhoging.’ (‘Uw huwelijk koesteren’, Liahona, mei 2006, 36.)

Leer en Verbonden 132:7. De Heilige Geest van de belofte

President Joseph Fielding Smith heeft gezegd:

President Joseph Fielding Smith

De Heilige Geest van de belofte is de Heilige Geest die zijn goedkeuring aan elke verordening hecht: doop, bevestiging, ordening, huwelijk. De belofte is dat de zegeningen door getrouwheid ontvangen zullen worden.

‘Als iemand een verbond schendt, of dat nu het verbond van de doop, de ordening, het huwelijk of iets anders is, dan trekt de Geest zijn goedkeuring in, en zal men de zegeningen niet kunnen ontvangen.

‘Elke verordening wordt verzegeld met de belofte dat bij getrouwheid een beloning zal worden gegeven. De Heilige Geest trekt zijn goedkeuring in als er verbonden verbroken worden. [Zie LV 76:52–53; 132:7.]’ (Zie De leer tot zaligmaking, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–1956], deel 1, 45.)

Leer en Verbonden 132:19–20. ‘Dan zullen zij goden zijn, […] want zij gaan verder’

Ouderling Parley P. Pratt van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft aangegeven hoe zijn leven veranderde toen hij begrip van de leer aangaande het eeuwig huwelijk kreeg:

Parley P. Pratt

‘Het was Joseph Smith die mij heeft geleerd hoe ik de vertederende banden tussen vader en moeder, man en vrouw, broer en zus, zoon en dochter op waarde moest schatten.

‘Van hem vernam ik dat mijn eigen geliefde vrouw voor tijd en alle eeuwigheid aan mij verbonden kon worden; en dat de hoogstaande gevoelens voor elkaar en onze wederzijdse liefde voortkwamen uit een bron van goddelijke, eeuwige liefde. Van hem heb ik geleerd dat we die liefde kunnen ontwikkelen en er tot in de eeuwigheid in kunnen groeien en vooruitgang maken, terwijl het resultaat van ons eeuwig samenzijn nakomelingen zal zijn, zo talrijk als de sterren aan de hemel of het zand aan de oever van de zee.

‘Van hem heb ik inzicht gekregen in de ware waardigheid en bestemming van een zoon van God, bekleed met het eeuwig priesterschap, als patriarch en hoofd van zijn talloze nakomelingen. Van hem leerde ik wat de hoogste vrouwelijke waardigheid inhield, namelijk om als koningin en priesteres naast haar echtgenoot voor altijd en eeuwig te heersen als koningin-moeder van haar talrijke en voortdurend uitdijende nageslacht.

‘Ik had eerder liefgehad, maar ik wist niet waarom. Maar nu had ik lief – met een zuiverheid – een intensiteit van verheven gevoelens die mijn ziel boven de vergankelijke zaken van dit lage bestaan zullen verheffen en die als de oceaan zullen uitbreiden. Ik had het gevoel dat God daadwerkelijk mijn hemelse Vader was; dat Jezus mijn broer was, en dat mijn vrouw een onsterfelijke, eeuwige partner was; een lieve, dienende engel, die mij ten troost was gegeven, en die voor mij altijd en eeuwig een kroon van heerlijkheid zou zijn. Kortom, ik kon nu liefhebben met de geest en met het juiste inzicht.

‘[…] Joseph Smith [had] een tipje van de sluier opgelicht en mij een korte blik in de eeuwigheid vergund.’ (Autobiography of Parley P. Pratt, red. Parley P. Pratt jr. [1938], 297–298.)

In 1916 verklaarden president Joseph F. Smith, zijn raadgevers in het Eerste Presidium en de leden van het Quorum der Twaalf Apostelen:

‘Voor zover de stadia van eeuwige vooruitgang en verwerving bekend zijn gemaakt door goddelijke openbaring, begrijpen wij dat alleen herrezen en verheerlijkte personen de ouders van geestkinderen kunnen worden. Alleen dergelijke verhoogde zielen hebben de rijpheid bereikt in de aangewezen loop van het eeuwig leven; en de geesten die hun geboren worden in de eeuwige werelden, zullen op hun beurt de verschillende stadia of staten doormaken waardoor de verheerlijkte ouders de verhoging hebben verworven.’ (‘The Father and the Son: A Doctrinal Exposition by the First Presidency and the Quorum of the Twelve Apostles’, geciteerd in: Ensign, april 2002, 18.)

Leer en Verbonden 132:22–25. Wat wordt bedoeld met de ‘voortzetting van de levens’ en de ‘dood’?

Ouderling Bruce R. McConkie heeft gezegd:

Ouderling Bruce R. McConkie

‘Wie het eeuwige leven (de verhoging) verwerven, verwerven eveneens eeuwige levens, wat betekent dat zij in de opstanding “eeuwig nakomelingschap”, “een voortzetting van nakomelingschap” en “voortzetting van de levens” zullen hebben. Hun geestkinderen zullen “voortbestaan, zo ontelbaar als de sterren; ofwel, indien u het zand aan de oever van de zee zou tellen, hen zou u niet kunnen tellen”. (LV 131:1–4; 132:19–25, 30, 55.)’ (Mormon Doctrine, 2e uitgave [1966], 238; zie ook Doctrine and Covenants Student Manual, 2e uitgave [Lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 330.)

President Joseph Fielding Smith heeft uitgelegd:

President Joseph Fielding Smith

‘De term “dood” heeft hier [in Leer en Verbonden 132:25] betrekking op het afsnijden van allen die dit eeuwig huwelijksverbond verwerpen en als gevolg daarvan de macht van de verhoging en de voortzetting van nakomelingschap moeten ontberen. Ontzegging van nakomelingschap en de gezinsorganisatie leidt tot de “dood”, ofwel roept nakomelingschap in het toekomende leven een halt toe.’ (Church History and Modern Revelation, 2 delen [1953], deel 2, 360; zie ook Doctrine and Covenants Student Manual, 330.)