Les 126
Leer en Verbonden 121:1–10; 122
Inleiding
Leer en Verbonden 121–123 bevat delen van een brief die Joseph Smith op 20 maart 1839 naar de kerk stuurt. Joseph Smith dicteert de brief terwijl hij met enkele metgezellen in de gevangenis te Liberty opgesloten is. De profeet neemt enkele van zijn gebeden in de brief op. In die gebeden vraagt hij de Heer om hem, zijn lotgenoten en alle heiligen te zegenen die onder de daden van hun vijanden lijden. Hij voegt er ook de antwoorden aan toe die hij ontvangt.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 121:1–6
Joseph Smith bidt voor de lijdende heiligen
Laat de cursisten zich inbeelden dat een vriendin of dierbare het moeilijk heeft. Ze zegt dat ze niet begrijpt waarom ze zo moet lijden en dat ze het gevoel heeft dat God haar in de steek gelaten heeft.
-
Wat zou je tegen die vriendin zeggen? Wat zou je doen als jij degene was die het moeilijk had?
Leg uit dat de Heer Joseph Smith in een erg moeilijke periode raad en troost gaf. Laat de cursisten bij hun studie van Leer en Verbonden 121–123 zoeken naar woorden van raad en troost van de Heer die hen in hun beproevingen kunnen helpen.
Leg uit dat George Hinkle, een lid van de kerk en kolonel in de staatsmilitie van Missouri, Joseph Smith op 31 oktober 1838 verraadde. Hinkle zei tegen Joseph Smith dat leden van de militie van Missouri, die de heiligen in Far West (Missouri) aangevallen hadden, de profeet wilden spreken om hun meningsverschillen op een vreedzame manier bij te leggen. Toen Joseph en andere kerkleiders voor het gesprek aankwamen, arresteerde de militie hen als krijgsgevangenen. Joseph Smith en zijn lotgenoten werden een maand lang in Independence en Richmond (Missouri) door hun vijanden gevangengehouden, waar ze mishandeld en beledigd werden. Terwijl ze nog steeds op de rechtszaak wachtten, die op valse beschuldigingen gebaseerd was en niet volgens de voorgeschreven rechtsgang verliep, werden Joseph Smith en andere kerkleiders op 1 december naar een gevangenis in Liberty (Missouri) overgeplaatst.
De daaropvolgende vier maanden werden de profeet, zijn broer Hyrum, Alexander McRae, Lyman Wight en Caleb Baldwin tijdens een barre winter in een kerker in de kelder van de gevangenis te Liberty gevangengehouden. Sidney Rigdon was ook een tijdje bij hen, maar een rechter liet hem eind januari 1839 vrij. Broeder Rigdon vreesde dat zijn vijanden hem iets wilden aandoen en bleef tot begin februari in de gevangenis.
Om de cursisten te laten beseffen in welke onmenselijke omstandigheden de profeet en zijn vrienden zich in de gevangenis te Liberty bevonden, kunt u op de grond met bijvoorbeeld plakband een vierkant van 4,3 vierkante meter afbakenen. Leg uit dat de oppervlakte van de cel ongeveer die grootte had. De ruimte was tussen 1,8 en 2 meter hoog.
U kunt de cursisten ook in hun Schriften de foto van de gevangenis te Liberty laten bekijken. (Zie Foto’s kerkgeschiedenis, foto 12, ‘Gevangenis van Liberty’.) Laat de cursisten zich inbeelden dat ze gedurende vier wintermaanden met vier à vijf andere mannen in zo’n kleine ruimte opgesloten zijn. De twee kleine ramen met tralies verschaften erg weinig licht, en door die ramen bespotten en beledigden mensen de gevangenen. De gevangenen sliepen op vuil stro op de grond. Onder het armzalig meubilair bevond zich een emmer voor hun ontlasting. Joseph had een tijdlang niet eens een deken, de enige bescherming tegen de koude die de gevangenen ooit hadden. Hun voedsel werd af en toe vergiftigd en was soms zo walgelijk dat ze het alleen maar opaten omdat ze vergingen van de honger. Bezoek werd zelden toegestaan. De gevangenen hadden bovendien erg veel verdriet toen ze hoorden dat de heiligen in hartje winter uit Missouri verdreven waren.
-
Wat zou er door je heen gaan als jij in Josephs schoenen stond?
Leg uit dat Leer en Verbonden 121–123 stukken bevat uit een brief die de profeet tegen het eind van zijn opsluiting in de gevangenis in Liberty aan de heiligen schreef. De brief bevat ook enkele van Josephs smeekbeden aan de Heer.
Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 121:1–6 voor te lezen. Laat de cursisten zoeken naar de vragen en smeekbeden van de profeet.
-
Welke vragen en smeekbeden heb je gevonden? Wat maakte in deze verzen indruk op je?
Leer en Verbonden 121:7–10; 122
De Heer troost Joseph Smith
Leg uit dat sommige antwoorden van de Heer op Joseph Smiths gebeden in Leer en Verbonden 121:7–25 en 122:1–9 staan. Laat een cursist Leer en Verbonden 121:7–10 voorlezen. Vraag de klas om mee te lezen en beginselen te zoeken die voor Joseph Smith en zijn lotgenoten in de gevangenis te Liberty nuttig waren. Laat de cursisten de leerstellingen en beginselen die ze in deze verzen vinden in hun aantekenschrift of Schriftendagboek noteren.
Geef ze voldoende tijd en vraag vervolgens welke leerstellingen en beginselen ze gevonden hebben. Zet hun antwoorden op het bord. Dit zijn drie mogelijke beginselen:
Deel de cursisten op in groepjes van twee en laat ze deze vragen bespreken. Stel telkens één vraag en geef ze voldoende tijd om die te bespreken.
-
Wat is het verschil tussen een beproeving doorstaan en die goed doorstaan?
-
Ken je iemand die beproevingen goed doorstaat?
Spoor een paar cursisten aan om de rest van de klas te vertellen wat ze onderling besproken hebben.
-
De Heer zei dat Joseph Smiths tegenspoed en ellende ‘slechts van korte duur’ zouden zijn (LV 121:7). Wat betekent dat volgens jou? Hoe stelt dat perspectief ons in staat om onze beproevingen goed te doorstaan?
Geef de cursisten de kans om over een moeilijke periode te vertellen waarin ze de vrede van de Heiland gevoeld hebben.
Zet de volgende vraag op het bord: Wie zullen door de profeet Joseph Smith naar raad en zegeningen streven?
Laat de cursisten Leer en Verbonden 122:1–4 in stilte lezen en antwoorden op deze vraag zoeken. Geef ze voldoende tijd en vraag ze dan om te overwegen of ze zichzelf in de verzen 2 en 3 kunnen vinden.
-
Op welke manieren blijven we van Joseph Smith raad krijgen? In welke opzichten krijgen we gezag en zegeningen door hem?
-
Welke beloften deed de Heer aan Joseph Smith?
Vraag drie cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 122:5–7 voor te lezen. Laat de andere cursisten meelezen en nagaan wat de Heer Joseph Smith leerde over de moeilijkheden die hij en anderen ondervonden.
-
Wat zijn volgens vers 7 de positieve gevolgen van tegenspoed en ellende? (Laat de cursisten de vraag beantwoorden en zet dit beginsel op het bord: Ellende geeft ons ondervinding en is voor ons bestwil.)
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Joseph B. Wirthlin van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas nagaan hoe ellende voor ons bestwil kan zijn.
‘U voelt zich in tijden van tegenspoed misschien [een mikpunt]. U vraagt zich af: “Waarom overkomt mij dat?”
‘Maar de wijzer op het rad van verdriet wijst uiteindelijk ook ooit naar ons. Op een of ander moment moet iedereen verdriet ervaren. Niemand is ervan vrijgesteld. […]
‘Teleurstelling, leed en verdriet leren doorstaan, maakt deel uit van onze praktische ontwikkeling. Deze ervaringen, die soms moeilijk te verdragen zijn, zijn wel de ervaringen waardoor ons begrip wordt vergroot, ons karakter wordt gevormd en onze liefde voor anderen toeneemt.’ (‘Wat er ook gebeurt, geniet ervan’, Liahona, november 2008, 27.)
-
Wat kunnen onze beproevingen volgens ouderling Wirthlin voor ons doen?
Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek opschrijven op welke manier een beproeving hun ondervinding gegeven heeft en voor hun bestwil geweest is. Geef ze voldoende tijd en vraag enkele cursisten om te vertellen wat ze opgeschreven hebben.
Laat een cursist naar voren komen om op het bord te schrijven. Laat hem of haar een horizontale streep tekenen op ongeveer een derde van het bord, vanonder gerekend. Vraag de cursisten vervolgens naar beproevingen die mensen krijgen. Laat de cursist de antwoorden boven de streep schrijven.
Geef de cursisten voldoende tijd om te antwoorden en vraag vervolgens of ze ooit iemand hebben horen zeggen: ‘Niemand begrijpt wat ik doormaak.’ Laat de cursisten Leer en Verbonden 122:8 in stilte doornemen en nagaan wat de Heer daarop zou zeggen. Vraag de cursisten te antwoorden en laat de cursist aan het bord onder de lijn Jezus Christus schrijven.
-
Wat betekent het dat de Heiland ‘onder dat alles [is] afgedaald’? (Voor de cursisten antwoorden, kunt u ze 2 Nephi 9:20–21, Alma 7:11 en Leer en Verbonden 88:5–6 laten lezen. (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende leerstelling te omvatten: De Heiland heeft de pijn en het leed van iedereen gevoeld.)
-
Wat zouden Joseph Smith en zijn lotgenoten in de gevangenis te Liberty aan die leerstelling gehad hebben?
Om deze leerstelling te verduidelijken, laat u een cursist de volgende uitspraak van ouderling Wirthlin voorlezen:
‘Omdat Jezus Christus zoveel heeft geleden, begrijpt Hij ons leed. Hij begrijpt ons verdriet. Dus wij maken moeilijke dingen mee, zodat ook wij meer liefde en begrip voor anderen zullen hebben.
‘Denk aan de prachtige woorden die de Heiland tegen de profeet Joseph Smith sprak toen hij met zijn collega’s in de dikke duisternis van de gevangenis te Liberty zat. […]
Joseph [vond] troost in deze woorden, en dat kunnen wij ook.’ (‘Wat er ook gebeurt, geniet ervan’, 27.)
-
Op welke manieren hebben ‘moeilijke dingen’ je medeleven met en begrip voor anderen bevorderd?
Vraag de cursisten Leer en Verbonden 122:9 in stilte door te nemen en te bedenken hoe dit vers op het leven en de bediening van de profeet Joseph Smith van toepassing is.
-
Hoe is Leer en Verbonden 122:9 op jou van toepassing? Hoe kan dit vers je in moeilijke tijden sterken?
Leg uit dat de Heer Joseph en zijn lotgenoten kort daarop in staat stelde om zich weer bij de heiligen in Illinois te voegen. Getuig dat God zijn dienstknecht Joseph Smith gedurende zijn hele leven nabij was. Laat de cursisten inzien dat God ook bij ons is als wij in beproevingen getrouw blijven. Lees tot slot dit getuigenis voor dat Joseph Smith aan het eind van zijn leven gaf: ‘De almachtige God is mijn schild; wat kan de mens doen als God mijn vriend is?’ (In History of the Church, deel 5, 259.)