Thuisseminarieles
Het centrum van Zion; Leer en Verbonden 57–59 (unit 13)
Inleiding
Deze les biedt de cursisten meer begrip van de beginselen van bekering. Ze kunnen bij het leren van die beginselen nagaan wat ze moeten doen om zich te bekeren. Ze leren ook hoe de belofte van vergeving door de Heer ze tot zegen kan zijn. Dit materiaal is ten dele in de dagelijkse lessen aan de orde gekomen. In deze les kunt u de beginselen van bekering, en hoe de cursisten die kunnen toepassen, verder verduidelijken.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 58:34–43
De Heer geeft instructies inzake Zion en onderwijst in beginselen van bekering
Zet de volgende vraag op het bord vóór de les begint: Wat houdt bekering in? Hoe weet ik of ik me volledig bekeerd heb? Vraag de cursisten aan het begin van de les hoe ze de vragen zouden beantwoorden.
Schrijf de volgende namen op het bord: Martin Harris, William W. Phelps en Ziba Peterson.
Laat een cursist Leer en Verbonden 58:38–41, 60 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten welk advies de Heer die mannen gaf toen ze de bouw van Zion voorbereidden. Zet de antwoorden van de cursisten onder de desbetreffende naam op het bord.
-
Welke zonde had Martin Harris volgens de Heer begaan? Wat moest hij van de Heer doen?
-
Welke zonden had William W. Phelps volgens de Heer begaan? Wat moest hij van de Heer doen? (Misschien moet u uitleggen dat ‘tracht uit te munten’ [vers 41] niet betekent dat hij zijn best deed of probeerde zich te verbeteren. Deze woorden verwijzen eerder naar een onrechtschapen, hoogmoedig verlangen om beter of belangrijker te lijken dan anderen.)
-
Wat probeerde Ziba Peterson met zijn zonden te doen?
Wijs erop dat de zonden van deze mannen hen ervan weerhielden om Zion te helpen opbouwen.
-
Hoe kunnen onze zonden ons zoal beletten de Heer te dienen?
Laat een cursist Leer en Verbonden 58:42 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat de Heer over bekering zei.
-
Wat belooft de Heer volgens dit vers als we ons van onze zonden bekeren? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als we ons van onze zonden bekeren, zal de Heer ons vergeven en onze zonden niet meer gedenken. Zet dit beginsel op het bord. U kunt de cursisten in overweging geven om dit beginsel in vers 42 te markeren.)
-
Op welke zonden is deze belofte van toepassing? (Allemaal.)
Vraag een cursist de volgende uitspraak van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen. Laat de klas letten op woorden of zinsneden die het beginsel op het bord verduidelijken.
‘Ongeacht de overtredingen die we hebben begaan, ongeacht hoezeer we anderen met onze daden hebben gekwetst, die schuld kan volledig worden uitgewist. Ik vind dit een van de mooiste zinnen in de Schriften. De Heer zegt: “Wie zich van zijn zonden bekeerd heeft, die ontvangt vergeving, en Ik, de Heer, denk er niet meer aan.” [LV 58:42.]
‘Dat is de belofte van het evangelie van Jezus Christus en de verzoening.’ (‘De verzoening’, Liahona, november 2012, 77.)
-
Hoe is weten dat al je zonden vergeven kunnen worden jou tot zegen geweest?
Leg uit dat sommige mensen ten onrechte denken dat ze zich niet volledig hebben bekeerd als ze zich hun zonden nog kunnen herinneren. Druk ze op het hart dat de herinnering aan hun zonden kan helpen dezelfde fouten niet zo gauw weer te maken.
Laat een cursist het volgende citaat van president Harold B. Lee voorlezen. Laat de klas opletten wat hij over de gewetensrust zegt die bekering mogelijk maakt.
‘Als de tijd komt wanneer u al het mogelijke hebt gedaan om u van uw zonden te bekeren, wie u ook bent, waar u ook bent, en naar uw beste kunnen de aangerichte schade hebt hersteld of vergoed; zij het iets wat uw status in de kerk betreft en u naar de juiste gezagsdragers bent gegaan, dan verlangt u naar dat bevestigende antwoord of de Heer u al dan niet aanvaardt. Als u bij uw zelfonderzoek die gemoedsrust vindt, weet dan dat de Heer uw bekering heeft aanvaard.’ (Stand Ye in Holy Places [1974], 185.)
Wijs erop dat aan de belofte op het bord een voorwaarde is verbonden. Wij kunnen alleen vergeving van de Heer ontvangen als wij er alles aan doen om ons oprecht van onze zonden te bekeren.
Laat een cursist het volgende citaat uit het boekje Voor de kracht van de jeugd voorlezen. Laat de klas opletten wat ze over bekering kunnen leren.
‘Bekering is meer dan toegeven dat je wat verkeerd hebt gedaan. Het is een verandering van geest en hart. Het omvat afkering van zonde en toenadering tot God voor vergiffenis. Het wordt ingegeven door liefde voor God en het oprechte verlangen om zijn geboden te bewaren.’ (Voor de kracht van de jeugd [boekje, 2011], 28.)
Laat een cursist Leer en Verbonden 58:43 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten welke twee dingen we moeten doen om ons oprecht van onze zonden te bekeren.
-
Welke twee dingen moeten we volgens dit vers doen om ons oprecht van onze zonden te bekeren? (Zet de volgende leerstelling op het bord: Om ons te bekeren moeten we onze zonden belijden en ze verzaken.)
-
In welk opzicht is deze leerstelling een antwoord op de vraag: ‘Hoe weet ik of ik me volledig bekeerd heb?’ (Zorg dat de cursisten begrijpen dat onze zonden belijden en ze verzaken van essentieel belang zijn voor oprechte bekering.)
-
Wat houdt het in om je zonden te belijden?
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen om te verduidelijken wat het betekent om onze zonden te belijden:
‘Belijden en verzaken zijn krachtige denkbeelden. Ze gaan zo veel verder dan een nonchalant “Ik geef het toe; het spijt me.” Belijden is een diepgaande, soms kwellende erkenning van dwaling en overtreding tegenover God en de mens.’ (Zie ‘De goddelijke gave van bekering’, Liahona, november 2011, 40.)
-
Hoe kunnen wij ons beter van zonde afkeren en toenadering tot God voor vergiffenis zoeken als wij onze zonden belijden?
Bij deze bespreking vragen de cursisten zich wellicht af welke zonden ze dienen te belijden en aan wie. Leg uit dat wij al onze zonden aan onze hemelse Vader dienen te belijden. Ernstige zonden, zoals seksuele overtredingen of pornografiegebruik, dienen wij ook aan onze bisschop of gemeentepresident te belijden.
Wijs de cursisten op de laatste leerstelling die u op het bord hebt gezet.
-
Wat houdt het in om je zonden te verzaken? (Ons volkomen afkeren van onze zonden en ze nooit meer herhalen.)
Getuig van de verzoening van de Heiland en van de beginselen van bekering en vergeving die aan bod zijn gekomen. Laat de cursisten overwegen of er zonden zijn waarvan ze zich dienen te bekeren. Moedig ze aan om te handelen naar de leringen die zijn besproken.
Wijs de cursisten erop dat Leer en Verbonden 58:42–43 een kerntekst is. Vraag ze in hoeverre ze te tekst al uit het hoofd kennen.
Volgende unit (Leer en Verbonden 60–64)
Laat de cursisten zich aan de hand van de volgende vraag op hun studie van Leer en Verbonden 60–64 voorbereiden: Als iemand een ander niet wil vergeven voor iets wat hij of zij gedaan heeft, wie zondigt er dan het meest? Laat de cursisten zich afvragen hoe ze reageren als ze door de daden of woorden van een ander gekwetst worden. Wie worden we geacht te vergeven, zelfs in zeer ernstige gevallen? Leg uit dat de cursisten in de volgende unit leren wat de Heer hierover heeft gezegd en hoe ze met onrecht door anderen om moeten gaan.