Les 75
Leer en Verbonden 69–71
Inleiding
Eind oktober of begin november 1831 krijgt Oliver Cowdery de opdracht om het manuscript van het Boek der geboden van Ohio naar Missouri te brengen. In Missouri zou William W. Phelps het boek in zijn drukkerij drukken. Op 11 november 1831 wijst de Heer John Whitmer aan om Oliver te vergezellen en gebiedt Hij hem om zijn taken als kerkhistoricus voort te zetten (zie LV 69). De dag daarna wijst de Heer zes mannen als rentmeesters van de openbaringen aan (zie LV 70). In december 1831 gebiedt de Heer Joseph Smith en Sidney Rigdon op zending te gaan om vijandige gevoelens tegenover de kerk te sussen en de weg voor de publicatie van de openbaringen en geboden te bereiden (zie LV 71).
Lessuggesties
Leer en Verbonden 69
De Heer openbaart het belang van geschiedschrijving
Zet de volgende vraag op het bord vóór de les begint: Heeft iemand jou weleens iets waardevols toevertrouwd?
Geef de cursisten aan het begin van de les de tijd om over deze vraag na te denken. Stel daarna de volgende vragen:
-
Wat werd er aan jou toevertrouwd? Hoe zorgde dat vertrouwen ervoor dat je goed voor het waardevolle voorwerp ging zorgen?
Laat een cursist de inleiding van Leer en Verbonden 69 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat er aan Oliver Cowdery werd toevertrouwd.
-
Wat werd er aan Oliver Cowdery toevertrouwd?
-
Hoe zou jij voor deze waardevolle zaken zorgen als ze aan jou waren toevertrouwd?
Laat een cursist Leer en Verbonden 69:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke raad de Heer in verband met deze waardevolle zaken gaf.
-
Waarom was het verstandig om meer dan één persoon voor deze waardevolle zaken te laten zorgen?
Leg uit dat John Whitmer van de Heer een andere belangrijke taak had gekregen naast de opdracht om samen met Oliver de openbaringen en het geld naar Missouri te brengen. Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 69:3–8 voorlezen en laat de klas nagaan welke andere taak de Heer aan John Whitmer had toevertrouwd. Laat de cursisten vertellen wat ze hebben geleerd. Herinner de cursisten eraan dat John Whitmer in het voorjaar van 1831 was geroepen als kerkhistoricus en griffier (zie LV 47).
-
Wat moest John Whitmer volgens Leer en Verbonden 69:3 van de Heer opschrijven?
-
Waarom was het volgens vers 8 belangrijk dat John Whitmer een geschiedenis van de kerk bijhield?
Leg uit dat kerkleiders sinds de tijd van Joseph Smith ijverig het gebod van de Heer om ‘alle belangrijke zaken […] aangaande [de] kerk’ (LV 69:3) op te schrijven, naleven. Ze houden ‘alle dingen […] die bevorderlijk zijn voor het welzijn van de kerk’ (LV 69:8) bij, ook als dat dingen zijn die iemand in verlegenheid kunnen brengen. Zo bevat de Leer en Verbonden enkele openbaringen waarin vroegere leiders van de kerk door de Heer worden berispt (zie LV 3:5–9; 93:41–50). Vandaag staat de kerkhistoricus, onder leiding van het Eerste Presidium, aan het hoofd van de afdeling kerkgeschiedenis, waar een nauwkeurige geschiedenis van ‘alle belangrijke zaken’ wordt bijgehouden.
Om de cursisten te helpen met het terugvinden van een beginsel in Leer en Verbonden 69:3, 8 zet u de volgende onvolledige zin op het bord: De Heer verwacht dat wij een geschiedenis bijhouden voor het welzijn van…
Vraag de cursisten hoe ze deze uitspraak aan zouden vullen op basis van wat ze in de verzen 3 en 8 hebben gelezen. Vul daarna de uitspraak op het bord aan: De Heer verwacht dat wij een geschiedenis bijhouden voor het welzijn van de kerk en voor de opkomende geslachten. Maak de cursisten duidelijk dat de ‘opkomende geslachten’ naar hen verwijst, de jeugd van de kerk.
-
Hoe kan een kerkgeschiedenis of een persoonlijke geschiedenis de kerk ten goede komen? Hoe kunnen zij de opkomende generatie ten goede komen?
Laat de cursisten nadenken over een verhaal uit de kerkgeschiedenis of uit hun familiegeschiedenis waar ze iets aan hebben gehad. Verdeel de klas in groepjes van twee en laat de cursisten hun verhaal aan elkaar vertellen. Laat ze vertellen hoe dat verhaal hen heeft beïnvloed. U kunt ook een aantal cursisten hun verhaal aan de klas laten vertellen.
Leer en Verbonden 70
De Heiland wijst rentmeesters aan om voor zijn openbaringen te zorgen
Laat de cursisten de inleiding tot Leer en Verbonden 70 in stilte doornemen en nagaan wat de geschiedenis van Joseph Smith zegt over de Leer en Verbonden, die eerst het Boek der geboden werd genoemd.
-
Hoe heeft de profeet de Leer en Verbonden omschreven?
Laat een cursist Leer en Verbonden 70:1 voorlezen en laat de klas letten op de namen van zes kerkleiders. Laat een andere cursist vervolgens Leer en Verbonden 70:2–4 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke taak de Heer deze zes mannen gaf.
-
Welke taak gaf de Heer deze zes mannen? (Zij moesten de rentmeesters van de openbaringen en geboden zijn.)
-
Wat zou de Heer volgens Leer en Verbonden 70:4 van deze mannen verlangen op de dag van het oordeel? (Hij zou rekenschap verlangen van hun rentmeesterschap. Hij zou hen dus vragen verslag uit te brengen over hun handelingen.)
-
Kunnen we hieruit afleiden wat de Heer van ons zal verlangen op de dag van het oordeel? (Zie erop toe dat de cursisten bij hun bespreking van deze vraag de volgende waarheid benoemen: De Heer zal ons ter verantwoording roepen voor de taken die Hij ons heeft toevertrouwd. Zet dit op het bord.)
-
Hoe kan die waarheid onze reactie op kerkroepingen en -taken beïnvloeden?
Vat Leer en Verbonden 70:5–18 samen: De Heer zei tegen deze zes mannen wat hun rentmeesterschap over de openbaringen inhield: ‘Dit is hun taak in de kerk van God, om ze te beheren, en wat ermee samenhangt, ja, de baten daarvan’ (LV 70:5). Volgens de wet van toewijding dienden zij alle inkomsten die hun behoeften overstegen voor de armen aan het voorraadhuis van de Heer te schenken (zie LV 70:7).
Leer en Verbonden 71
De Heer leert Joseph Smith en Sidney Rigdon hoe ze op kritiek op de kerk dienen te reageren
Vraag de cursisten of ze ooit kritiek op de kerk hebben gehoord. U kunt enkele cursisten over hun ervaringen laten vertellen.
-
Op welke manieren kunnen wij gepast op kritiek op de kerk reageren?
Om de context van Leer en Verbonden 71 te verduidelijken, laat u een cursist het volgende voorlezen. U kunt deze achtergrondinformatie eventueel ook zelf voorlezen. Laat de klas nagaan hoe de kerk en haar leiders ten tijde van deze openbaring werden bekritiseerd.
Ezra Booth was een voormalig Methodistisch predikant die zich bij de kerk aansloot nadat hij het Boek van Mormon had gelezen, met Joseph Smith had gepraat en een genezing had gezien. Hij ging op zending naar Missouri maar was teleurgesteld toen hij geen wonderen kon verrichten om anderen van de waarheid te overtuigen. Bovendien vond hij dat het gedrag van Joseph Smith niet paste bij een profeet of een geestelijke leider. Hij kreeg steeds meer kritiek op Joseph Smith, verliet de kerk en schreef negen brieven waarin hij de kerk en haar leiders bekritiseerde. Deze brieven werden gepubliceerd in een krant, de Ohio Star en leidden ertoe dat sommige mensen onvriendelijke gevoelens tegenover de kerk en haar leiders begonnen te koesteren. In zijn geschiedenis noemt de profeet Joseph Smith de brieven van Ezra Booth een ‘reeks brieven die door hun kleurrijke leugens en mislukte pogingen om het werk van de Heer tegen te houden, laten zien hoe zwak, goddeloos en dwaas [Booth] was; en zij zijn een gedenkteken van zijn eigen schaamte geworden dat voor de hele wereld te kijk staat’ (History of the Church, deel 1, 216–217). Ook Symonds Ryder keerde de kerk de rug toe. Hij gaf exemplaren van enkele openbaringen aan een andere krant en trachtte mensen af te raden zich bij de kerk aan te sluiten.
Leg uit dat de onrust die door Ezra Booth en Symonds Ryder werd veroorzaakt tot een ernstig probleem uitgroeide. Laat een cursist Openbaring 71:1–4 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat Joseph Smith en Sidney Rigdon volgens de Heer moesten doen om de onvriendelijke gevoelens, veroorzaakt door de krantenartikelen, te sussen.
-
Hoe moesten Joseph Smith en Sidney Rigdon volgens vers 1 de negatieve gevoelens over de kerk sussen? (Zij moesten de Schriften en de macht van de Geest gebruiken die de Heer hen zou geven.)
-
Welk beginsel kunnen we uit deze instructie afleiden over de manier waarop wij met kritiek op de kerk moeten omgaan? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient in elk geval het volgende beginsel te omvatten: Als mensen de kerk bekritiseren, kunnen we reageren door waarheden uit de Schriften uit te leggen en de Geest te volgen. Zet dit beginsel op het bord.)
-
Hoe kunnen wij ons nu voorbereiden om te reageren op kritiek op de kerk of haar leiders?
Om de cursisten te laten inzien dat het belangrijk is om met de leiding van de Geest te reageren op kritiek op de kerk, laat u een cursist het volgende citaat van ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas nagaan hoe de Geest ons kan helpen om te reageren op kritiek tegen de kerk.
‘Onze reactie zal in elke situatie anders zijn. Gelukkig kent de Heer het hart van onze criticasters en hoe we het beste op hen kunnen reageren.Ware discipelen zoeken de leiding van de Geest, waarna zij de inspiratie krijgen die op hun situatie is toegesneden. En in elke situatie reageren ware discipelen op een manier die de Geest des Heren verwelkomt.’ (‘Christelijke moed: de prijs van het discipelschap’, Liahona, november 2008, 73.)
Lees Leer en Verbonden 71:5–11 voor. Laat de klas nagaan welke raad en troost de Heer schonk aan hen die reageren op kritiek op de kerk.
-
Welk advies staat er in vers 7?
Leg uit dat Sidney Rigdon de raad van de Heer ter harte nam en Ezra Booth uitnodigde om naar de stad Ravenna te komen. Daar zouden ze in het openbaar spreken over de brieven die Ezra naar de krant had gestuurd. Sidney nodigde eveneens Symonds Ryder uit voor een openbare discussie over het Boek van Mormon. Beide mannen sloegen de uitnodiging af. Sidney getuigde in Ravenna en in andere plaatsen wel van de waarheid.
-
Hoe kan de raad in Leer en Verbonden 71:8–10 troost bieden aan mensen die op kritiek op de kerk reageren?
Laat de cursisten zich afvragen hoe ze zich beter gaan voorbereiden om op kritiek op de kerk te reageren. Getuig van de kerk en haar leiders.